12 En ik moet in die nacht het land Egy̱pte doortrekken+ en iedere eerstgeborene in het land Egy̱pte slaan, van mens tot dier;+ en aan alle goden* van Egy̱pte zal ik strafgerichten voltrekken.+ Ik ben Jehovah.+
19De formele uitspraak tegen Egy̱pte:+ Zie! Jehovah rijdt op een snelle wolk+ en komt naar Egy̱pte. En de goden van Egy̱pte, die niets waard zijn, zullen stellig sidderen wegens hem,+ en zelfs het hart van Egy̱pte zal in zijn binnenste smelten.+
13 En hij zal de zuilen van Beth-Se̱mes,* dat in het land Egy̱pte ligt, stellig aan stukken breken, en de huizen van de goden van Egy̱pte zal hij met vuur verbranden.”’”