26 Maar zij werden ongehoorzaam+ en weerspannig tegen u+ en bleven uw wet achter hun rug werpen,+ en uw eigen profeten, die tegen hen getuigden om hen tot u terug te brengen,+ doodden zij;+ en zij bleven daden van grote minachting bedrijven.+
4 Wee de zondige natie,+ het volk zwaarbeladen met dwaling, een zaad van boosdoeners,+ verderfelijke zonen!+ Zij hebben Jehovah verlaten,+ zij hebben de Heilige I̱sraëls met minachting bejegend,+ zij hebben zich achterwaarts gekeerd.+
33 En zij bleven mij de rug toekeren en niet het aangezicht,+ hoewel er onderwijs aan hen werd gegeven, er vroeg werd opgestaan en werd onderwezen, maar geen van hen luisterde om streng onderricht te ontvangen.+