2 En het moet geschieden in het laatst der dagen+ [dat] de berg van het huis+ van Jehovah stevig bevestigd zal worden boven de top der bergen,+ en hij zal stellig verheven worden boven de heuvels;+ en daarheen moeten alle natiën stromen.+
11 „En vele natiën zullen zich op die dag stellig bij Jehovah aansluiten,+ en zij zullen werkelijk mijn volk worden;+ en ik wil in uw* midden verblijven.” En gij zult moeten weten dat Jehovah der legerscharen zelf mij tot u heeft gezonden.+