9 Trekt op, o GIJ paarden, en raast voort, o GIJ wagens! En laten de sterke mannen uittrekken, Kusch*+ en Put,+ die het schild hanteren, en de Lu̱dim,+ die de boog hanteren [en] treden.
5 Ethio̱pië+ en Put+ en Lud en het gehele gemengde gezelschap*+ en Kub en de zonen van het land van het verbond — met hen zullen zij vallen, ja, door het zwaard.”’+