26 Als met de schaamte van een dief wanneer hij betrapt wordt, zo hebben die van het huis van I̱sraël zich beschaamd gevoeld,+ zij, hun koningen, hun vorsten en hun priesters en hun profeten.+
31 En GIJ zult zeer zeker terugdenken aan UW slechte wegen en UW handelingen die niet goed waren,+ en GIJ zult zeer zeker een walging gevoelen van UW eigen persoon wegens UW dwalingen en wegens UW verfoeilijkheden.+