15 Hierop zei de doornstruik tot de bomen: ’Indien GIJ mij in waarheid tot koning over U zalft, komt, zoekt toevlucht onder mijn schaduw.+ Maar zo niet, laat er vuur+ van de doornstruik uitgaan en de ceders+ van de Li̱banon+ verteren.’
20 Want vanwege de toorn+ van Jehovah geschiedde het in Jeru̱zalem en in Ju̱da, totdat hij hen had weggeworpen uit zijn ogen.+ En Zedeki̱a ging tegen de koning van Ba̱bylon rebelleren.+