22 Daarom zijt gij inderdaad groot,+ o Soevereine Heer Jehovah; want er is geen ander als gij+ en er is geen God behalve gij+ onder allen van wie wij met onze oren hebben gehoord.
18 Degene die jegens duizenden liefderijke goedheid betracht+ en de dwaling van de vaderen vergeldt in de boezem van hun zonen na hen,+ de [ware] God,* de grote,+ de sterke [God],*+ wiens naam Jehovah der legerscharen+ is,+