21 en [terwijl] ik nog sprak in het gebed, zie, daar kwam de man* Ga̱briël,*+ die ik in het begin in het visioen gezien had,+ uitgeput geraakt van vermoeidheid,* bij mij aan ten tijde van de avondoffergave.+
19 De engel gaf hem ten antwoord: „Ik ben Ga̱briël,*+ die dicht voor Gods aangezicht staat, en ik werd uitgezonden om met u te spreken+ en u het goede nieuws omtrent deze dingen bekend te maken.*