34Treedt nader, GIJ natiën, om te horen;+ en GIJ nationale groepen,+ schenkt aandacht. Laat de aarde en dat wat haar vult, luisteren,+ het productieve land*+ en heel zijn opbrengst.+
10 Hoort het woord van Jehovah, o GIJ natiën, en vertelt [het] op de eilanden* ver weg,+ en zegt: „Degene die I̱sraël verstrooide, zal het zelf bijeenbrengen,+ en hij zal het stellig behoeden zoals een herder zijn kudde.+