29 want hen die hij het eerst heeft erkend,*+ heeft hij ook voorbestemd*+ om gevormd te worden+ naar het beeld+ van zijn Zoon, opdat hij de eerstgeborene+ onder vele broeders+ zou zijn.
11 Want zowel hij die heiligt als zij die geheiligd* worden,+ [stammen] allen uit één,+ en om die reden schaamt hij zich dan ook niet hen „broeders”* te noemen,+