-
1 Koningen 8:17-19Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
17 Het was de innige wens van mijn vader David* om een huis te bouwen voor de naam van Jehovah, de God van Israël.+ 18 Maar Jehovah zei tegen mijn vader David: “Het is de wens van je hart om een huis voor mijn naam te bouwen, en het is goed dat je dat zo graag wilt. 19 Maar niet jij zult het huis bouwen, maar je eigen zoon, die je nog zult krijgen.* Hij zal het huis voor mijn naam bouwen.”+
-
-
1 Kronieken 17:4-6Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
4 ‘Zeg tegen mijn dienaar David: “Dit zegt Jehovah: ‘Jij zult voor mij geen huis bouwen om in te wonen.+ 5 Vanaf de dag dat ik Israël uit Egypte heb geleid tot op deze dag heb ik nooit in een huis gewoond, maar ik ben van tent naar tent gegaan en van de ene tabernakel naar de andere.*+ 6 Heb ik in al de tijd dat ik met heel Israël heb rondgetrokken, ooit tegen de rechters van Israël die ik als herder over mijn volk heb aangesteld, gezegd: “Waarom hebben jullie geen huis van ceders voor me gebouwd?”’”
-
-
1 Kronieken 22:7, 8Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
7 David zei tegen zijn zoon Salomo: ‘Het was de wens van mijn hart om een huis te bouwen voor de naam van Jehovah, mijn God.+ 8 Maar Jehovah’s woord kwam tot mij en luidde: “Je hebt veel bloed vergoten en grote oorlogen gevoerd. Je zult geen huis voor mijn naam bouwen+ wegens al het bloed dat je voor mijn ogen op de aarde hebt vergoten.
-