28Achaz+ was 20 jaar toen hij koning werd en hij regeerde 16 jaar in Jeruzalem. Anders dan zijn voorvader David deed hij niet wat goed was in Jehovah’s ogen.+
3 Bovendien maakte hij offerrook in het Dal van de Zoon van Hi̱nnom* en verbrandde hij zijn zonen in het vuur.+ Daarmee volgde hij de afschuwelijke praktijken van de volken+ die Jehovah voor de Israëlieten had verdreven.
6 Hij verbrandde zijn eigen zonen als offer*+ in het Dal van de Zoon van Hi̱nnom.+ Hij deed aan magie,+ waarzeggerij en toverij en stelde mediums en waarzeggers aan.+ Hij deed op grote schaal wat slecht was in Jehovah’s ogen om hem te tergen.
31 Ze hebben de offerhoogten van To̱feth gebouwd, in het Dal van de Zoon van Hi̱nnom,*+ om hun zonen en hun dochters in het vuur te verbranden,+ iets wat ik niet had geboden en wat zelfs nooit in mijn hart was opgekomen.”+