39 Hij liep een eindje verder en liet zich voorover op de grond vallen. Hij bad:+ ‘Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze beker+ dan aan mij voorbijgaan. Maar niet zoals ik wil, maar zoals u wilt.’+
30 Ik kan niets uit mezelf doen. Ik oordeel naar wat ik hoor, en mijn oordeel is rechtvaardig+ omdat ik me niet laat leiden door mijn eigen wil maar door de wil van hem die mij heeft gestuurd.+