38 Maar hij zei: ‘Mijn zoon gaat niet met jullie mee, want zijn broer is dood en hij is de enige die nog is overgebleven.+ Als hem tijdens de reis een dodelijk ongeluk overkomt, dan zou ik door jullie schuld op mijn oude dag rouwend+ het Graf*+ in gaan.’
27 Toen zei mijn vader, uw slaaf, tegen ons: “Jullie weten heel goed dat mijn vrouw mij maar twee zonen heeft geschonken.+28 Een van hen is niet meer bij me. Ik zei: ‘Hij is vast in stukken gescheurd!’,+ en ik heb hem tot nu toe niet meer gezien.