-
Exodus 33:1, 2Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
33 Jehovah zei verder tegen Mozes: ‘Vertrek van hier met het volk dat je uit Egypte hebt geleid. Ga naar het land dat ik aan Abraham, Isaäk en Jakob beloofd heb met deze eed: “Aan jouw nageslacht* zal ik het geven.”+ 2 Ik zal een engel voor je uit sturen+ en ik zal de Kanaänieten, de Amorieten, de Hethieten, de Ferezieten, de Hevieten en de Jebusieten verdrijven.+
-
-
Deuteronomium 7:1Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
7 Wanneer Jehovah, je God, je in het land brengt dat jullie binnenkort zullen binnengaan om het in bezit te nemen,+ zal hij ook grote volken voor jullie verdrijven:+ de Hethieten, de Girgasieten, de Amorieten,+ de Kanaänieten, de Ferezieten, de Hevieten en de Jebusieten,+ zeven volken die groter en machtiger zijn dan jullie.+
-
-
Nehemia 9:7, 8Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
7 U bent Jehovah, de ware God, die Abram+ uitkoos, hem uit Ur+ van de Chaldeeën leidde en hem de naam Abraham gaf.+ 8 U zag dat zijn hart trouw bleef aan u.+ Daarom sloot u een verbond met hem om hem het land te geven van de Kanaänieten, de Hethieten, de Amorieten, de Ferezieten, de Jebusieten en de Girgasieten, om het aan zijn nageslacht* te geven.+ En u hield u aan uw beloften, omdat u rechtvaardig bent.
-