29 Toen zei Mozes tegen Ho̱bab, de zoon van de Midianiet Re̱huël,+ de schoonvader van Mozes: ‘We vertrekken naar de plaats die Jehovah beloofd heeft ons te geven.+ Ga toch met ons mee!+ We zullen goed voor je zijn, want Jehovah heeft Israël goede dingen beloofd.’+