7 Toen verscheen Jehovah aan Abram en zei: ‘Dit land+ zal ik aan jouw nageslacht*+ geven.’ Daarom bouwde hij daar een altaar voor Jehovah, die aan hem verschenen was.
31 Want Jehovah, je God, is een barmhartige God.+ Hij zal je niet in de steek laten of te gronde richten. En het verbond dat hij met een eed gesloten heeft met je voorvaders, zal hij niet vergeten.+