17 Verlang niet naar het huis van een ander. Verlang ook niet naar zijn vrouw,+ zijn slaaf, zijn slavin, zijn stier, zijn ezel of iets anders wat van hem is.’+
15 Vervolgens zei hij tegen ze: ‘Pas op en vermijd elke vorm van hebzucht,+ want ook al heeft iemand nog zo veel, hij dankt zijn leven niet aan zijn bezittingen.’+
7 Wat wil dat dan zeggen? Is de wet zonde? Natuurlijk niet! Ik zou niet hebben geleerd wat zonde is als de wet er niet was geweest.+ Ik zou bijvoorbeeld niet hebben geweten wat begeerte is als de wet niet had gezegd: ‘Je mag niet begeren.’+