8 Daarna maakte hij het koperen bekken+ met koperen onderstel. Hiervoor gebruikte hij de spiegels* van de vrouwen die volgens regeling dienst deden bij de ingang van de tent van samenkomst.
6 Ze moeten heilig zijn voor hun God+ en ze mogen de naam van hun God niet ontheiligen,+ want ze bieden Jehovah’s vuuroffers aan, het brood* van hun God, en ze moeten heilig zijn.+