6 Toen zag de vrouw dat de boom heerlijke vruchten had en een lust voor het oog was* — de boom zag er echt prachtig uit. Ze plukte dus een vrucht van de boom en ging ervan eten.+ Daarna gaf ze er ook van aan haar man toen die bij haar was, en ook hij ging ervan eten.+

12 Ja, God keek naar de aarde en zag dat die verdorven was.+ Alle mensen* op aarde leidden een verdorven leven.*+

 5 Zij zijn degenen die verdorven hebben gehandeld.+

Ze zijn zijn kinderen niet, de fout ligt bij henzelf.+

Ze zijn een trouweloze en ontaarde* generatie!+