-
2 Kronieken 36:9, 10Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
9 Jo̱jachin+ was 18 jaar toen hij koning werd, en hij regeerde drie maanden en tien dagen in Jeruzalem. Hij bleef doen wat slecht was in Jehovah’s ogen.+ 10 Aan het begin van het jaar* liet koning Nebukadne̱zar hem naar Babylon brengen,+ samen met kostbare voorwerpen uit het huis van Jehovah.+ Hij maakte Zedeki̱a, de broer van zijn vader, koning over Juda en Jeruzalem.+
-
-
Jeremia 24:1Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
24 Toen liet Jehovah me twee manden met vijgen zien die voor de tempel van Jehovah stonden. Dat was nadat koning Jecho̱nja*+ van Juda, de zoon van Jo̱jakim,+ door koning Nebukadne̱zar* van Babylon in ballingschap was weggevoerd, samen met de leiders van Juda, de ambachtslieden en de metaalbewerkers;* ze waren door hem van Jeruzalem naar Babylon gebracht.+
-
-
Jeremia 29:1, 2Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
29 Dit is de tekst van de brief die de profeet Jeremia vanuit Jeruzalem stuurde aan de rest van de oudsten onder de ballingen, de priesters, de profeten en het hele volk dat Nebukadne̱zar in ballingschap had weggevoerd van Jeruzalem naar Babylon. 2 Dat was nadat koning Jecho̱nja,+ de koningin-moeder,*+ de hofbeambten, de leiders van Juda en Jeruzalem, de ambachtslieden en de metaalbewerkers* uit Jeruzalem waren weggegaan.+
-