• Exodus 34:6, 7
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)

    • 6 Jehovah ging voor hem langs en riep: ‘Jehovah, Jehovah, een God die barmhartig+ en meelevend*+ is, die niet snel kwaad wordt+ en die vol loyale liefde*+ en waarheid*+ is, 7 die loyale liefde toont voor duizenden+ en die fouten, overtredingen en zonden vergeeft.+ Maar hij laat schuldigen beslist niet ongestraft+ en hij laat zonen en kleinzonen, en ook de derde en de vierde generatie, boeten voor de overtredingen van vaders.’+

  • Jeremia 46:27, 28
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)

    • 27 “En jij, mijn dienaar Jakob, wees niet bang,

      laat je geen angst aanjagen, Israël.+

      Want ik zal je bevrijden uit verre streken

      en je nageslacht* uit het land waar ze gevangen zijn.+

      Jakob zal terugkomen en rust en vrede hebben,

      ze zullen voor niemand bang zijn.+

      28 Wees dus niet bang, mijn dienaar Jakob,” verklaart Jehovah, “want ik ben met je.

      Alle volken waarheen ik je verstrooid heb, zal ik vernietigen.+

      Maar jou zal ik niet vernietigen.+

      Ik zal je in de juiste mate corrigeren*+

      maar ik zal je beslist niet ongestraft laten.”’