20 Vervolgens zei Jehovah tegen Aäron: ‘Je zult geen erfdeel hebben in hun land, en je zult geen stuk grond krijgen in hun midden.+ Ik ben je bezit* en je erfdeel onder de Israëlieten.+
18De Levitische priesters, en zelfs de hele stam Levi, zullen geen erfdeel of bezit* krijgen zoals de rest van Israël. Ze zullen eten van de vuuroffers voor Jehovah, die zijn erfdeel zijn.+
14 Alleen aan de stam van de Levieten gaf hij geen erfdeel.+ De vuuroffers voor Jehovah, de God van Israël, zijn hun erfdeel,+ zoals hij hun heeft beloofd.+
4 Het zal een heilig deel van het land zijn voor de priesters,+ de dienaren van het heiligdom, die naderen om Jehovah te dienen.+ Het zal een plaats zijn voor hun huizen en een heilige plaats voor het heiligdom.