6 Ze namen de koning gevangen+ en brachten hem naar de koning van Babylon in Ri̱bla. Daar werd het vonnis over hem uitgesproken. 7 Zedeki̱a’s zonen werden voor zijn ogen afgeslacht. Nebukadne̱zar maakte Zedeki̱a daarna blind, deed hem koperen boeien om en bracht hem naar Babylon.+
3 Je zult niet aan zijn greep ontkomen, want je zult beslist gevangen worden en aan hem overgeleverd worden.+ Je zult oog in oog met de koning van Babylon staan en hij zal persoonlijk met je spreken. Je zult naar Babylon gaan.”+
11 De koning van Babylon maakte Zedeki̱a daarna blind,+ deed hem koperen boeien om, bracht hem naar Babylon en hield hem gevangen tot de dag van zijn dood.
16 “‘Zo zeker als ik leef,’ verklaart de Soevereine Heer Jehovah, ‘hij zal sterven in Babylon, in de woonplaats van de koning* die hem* koning maakte, van wie hij de eed verachtte en het verbond verbrak.+