33 Verkoop je bezittingen en geef giften aan de armen.+ Zorg voor een geldbuidel die niet verslijt, een onuitputtelijke schat in de hemel,+ waar geen dief bij kan komen en die door geen mot kan worden aangetast.
22 Toen Jezus dat hoorde, zei hij: ‘Er is nog één ding dat je moet doen: verkoop alles wat je hebt en verdeel de opbrengst onder de armen. Dan zul je een schat in de hemel hebben. Kom, wees mijn volgeling.’+