52 Alle mensen huilden om haar en sloegen zich op de borst van verdriet. Daarom zei hij: ‘Houd op met huilen,+ want ze is niet gestorven, ze slaapt.’+ 53 Maar ze lachten hem uit, want ze wisten dat ze gestorven was. 54 Toen pakte hij haar hand en riep: ‘Kind, sta op!’+