Het Hooglied
1 Het mooiste lied,* dat van Salomo is:+
3 Heerlijk is de geur van je olie.+
Je naam is als geurige olie die wordt uitgegoten.+
Daarom houden de meisjes van jou.
4 Neem* me met je mee, laten we wegrennen!
De koning heeft me naar zijn binnenkamers gebracht!
Laten we blij zijn en samen vrolijk zijn.
Laten we jouw uitingen van liefde prijzen,* meer nog dan wijn.
Natuurlijk houden ze* van je.
De zonen van mijn moeder waren boos op me.
Ze stelden me aan om op de wijngaarden te passen,
maar voor mijn eigen wijngaard heb ik niet gezorgd.
Waarom moet ik als een gesluierde vrouw* zijn
bij de kudden van je vrienden?’
8 ‘Als je het niet weet, o mooiste van alle vrouwen,
volg dan de sporen van de kudde
en hoed je geitjes bij de tenten van de herders.’
9 ‘Mijn geliefde, je bent als een* merrie voor farao’s wagens.+
15 ‘Wat ben je mooi, mijn liefste!
Wat ben je mooi! Je ogen zijn als die van duiven.’+
16 ‘Jij bent mooi* en innemend, mijn lief.+
Ons bed is omgeven door groen.