Voor de koorleider: begeleiding door snaarinstrumenten gestemd op sjeminith. Een psalm van David.
6 Jehovah, wijs me niet terecht in uw boosheid
en corrigeer me niet in uw woede.+
2 Heb medelijden met mij, Jehovah, want ik verlies mijn kracht.
Genees me, Jehovah,+ want ik sta te trillen op mijn benen.
3 Ja, ik ben erg verontrust+
en ik vraag u, Jehovah — hoelang nog?+
4 Kom terug, Jehovah, en bevrijd me,+
red me omwille van uw loyale liefde.+
5 Want in de dood praat niemand over u.
Wie zal u loven in het Graf?+
6 Ik ben moe van mijn eigen gezucht,+
de hele nacht doordrenk ik mijn bed met tranen.
Mijn rustbank is doorweekt van mijn gehuil.+
7 Mijn oog is verzwakt van verdriet,+
het is dof vanwege al mijn tegenstanders.
8 Ga weg van mij, jullie die het slechte doen,
want Jehovah zal mijn gehuil horen.+
9 Jehovah zal mijn verzoek om gunst horen,+
Jehovah zal mijn gebed aanvaarden.
10 Al mijn vijanden zullen beschaamd en verbijsterd zijn.
Ineens zullen ze vol schaamte afdruipen.+