Wat leert men op de zondagsschool?
BEHOREN uw kinderen tot de vele miljoenen die de zondagsschool bezoeken? Ontvangt u zelf godsdienstonderwijs voor volwassenen? Wat heeft uw gezin in de loop der maanden en jaren geleerd?
Hebt u geleerd wie God is en wat zijn voornemens en vereisten zijn? Hebt u geleerd waarom de mens sterft, waar de doden zijn, waarom God goddeloosheid toelaat en hoe hij de aarde zal bevrijden van de afgrijselijke toestanden die er thans bestaan? Hebt u geleerd wat de bestemming van de mens en de aarde is? Hebt u geleerd wat de hoop is voor hen die God liefhebben en hem wensen te dienen? Hebt u geleerd wat God van u eist?
Leergangen
De leergang die u en uw kinderen op zondagsschool of catechisatie volgen, is misschien door uw eigen religieuze richting opgesteld, of door een vereniging verschaft die zich erin specialiseert zondagsschoolcursussen voor vele richtingen te publiceren. In de Verenigde Staten wordt op veel zondagsscholen de uniforme reeks internationale zondagsschoollessen bestudeerd. De International Lesson Annual voor 1970 verschaft een leergang voor een heel jaar.
Wat hebben u of uw kinderen echter precies door middel van een dergelijk godsdienstonderwijs geleerd over God en zijn voornemens? Wanneer u dit zorgvuldig nagaat, zult u misschien verbaasd zijn te ontdekken dat veel belangrijke onderwerpen zoals bovengenoemde nooit serieus zijn behandeld. Niettemin dienen zulke leerstellingen betreffende God en zijn voornemens toch stellig deel uit te maken van elke leergang die ten doel heeft nauwkeurige kennis van de bijbel te verschaffen. Zulke aangelegenheden houden verband met uw eeuwige bestemming, waarbij uw leven op het spel staat.
Als de bijbel niet zoveel stof had bevat waardoor belangrijke leerstellingen worden verklaard, zouden wij slechts een gedeelte van zijn 66 boeken, zijn 1189 hoofdstukken of zijn 31.173 verzen, zoals die in de King James Version worden aangetroffen, nodig hebben. Of weten de hedendaagse critici soms beter dan God wat de mens nodig heeft? Als veel van zijn Woord onnodig was, zou God dan het schrijven ervan hebben geïnspireerd? De waarheid is: „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig om te onderwijzen, terecht te wijzen, dingen recht te zetten, streng te onderrichten in rechtvaardigheid, opdat de mens Gods volkomen bekwaam zij, volledig toegerust tot ieder goed werk.” — 2 Tim. 3:16, 17.
De leerstellingen die in de bovengenoemde Annual worden aangeroerd, worden zwakjes, vaag of slechts ten dele behandeld. Klaarblijkelijk hebben de uitgevers grote zorg betracht om geen enkele richting te kwetsen. Maar door dit te doen, verwateren zij de krachtige boodschap van de bijbel en krenken zij de Auteur van de bijbel, Jehovah God. — Jes. 29:13, 14.
Drieëenheidsleer
Een van de centrale leerstellingen van de kerken die in de populaire Annual is opgenomen, heeft te maken met de verhouding waarin God, Jezus Christus en de heilige geest tot elkaar staan.
In Gods Woord, de bijbel, wordt eenvoudig en duidelijk gezegd dat Jezus Christus Gods Zoon is. Jezus heeft nooit beweerd dat hij God was. Hij toonde altijd aan dat God zijn Vader is. En de bijbel leert dat de heilige geest Gods werkzame kracht is.
Toen Jezus in de Jordaan werd gedoopt, zei God vanuit de hemel: „Dit is mijn Zoon, de geliefde, die ik heb goedgekeurd” (Matth. 3:17). Jezus zei: „Ik zoek niet mijn eigen wil, maar de wil van hem die mij heeft gezonden” (Joh. 5:30). Hij zei ook: „De Vader is groter dan ik” (Joh. 14:28). De apostel Paulus zei: „God [is] het hoofd van de Christus” (1 Kor. 11:3). De apostel Petrus zei tot Jezus: „Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God” (Matth. 16:16). En in Handelingen 2:1-4 wordt getoond dat Gods geest geen persoon is maar een kracht, omdat mensen „met heilige geest vervuld” werden. Als de geest een persoon was, zoals drieëenheidsaanhangers beweren, zou die dan ’uitgestort’ kunnen worden? Zouden anderen ermee „vervuld” kunnen worden? Neen, men kan een andere persoon niet ’uitstorten’ noch ermee „vervuld” worden.
In de Annual staat echter met betrekking tot Petrus’ woorden in Matthéüs 16:16: „Zoals wij die woorden thans gebruiken, zijn wij geneigd er de bekende drieëenheidsformule van Vader, Zoon en Heilige Geest, die later is ontwikkeld, in te lezen.” Niettemin geeft de Annual toe: „In werkelijkheid is dit misschien van theologisch standpunt uit beschouwd wel deugdelijk, maar in die tijd had de titel ’Zoon’ onder de christenen geen betrekking op de tweede persoon van de Drieëenheid, maar op de joodse Messías.”
Hierdoor wordt toegegeven dat degenen die door Jezus werden onderwezen, niets met een drieëenheidsleer te maken hadden. Die leer werd ’later ontwikkeld’ door hen die van het christelijke geloof afvielen. De Annual geeft er echter de voorkeur aan de duidelijke bijbelse leer dat Jezus niet God is en dat de heilige geest een kracht en geen persoon is, opzij te zetten en de valse leerstelling van de Drieëenheid te aanvaarden.
Satan de Duivel
De bijbel leert ook duidelijk dat goddeloosheid haar oorsprong had bij een machtig geestelijk schepsel dat tegen God in opstand kwam. Hij wordt Satan de Duivel genoemd (Openb. 12:9). Jezus geloofde in het bestaan van Satan. Toen hij door Satan werd verzocht, antwoordde hij: „Ga weg, Satan! Want er staat geschreven: ’Jehovah, uw God, moet gij aanbidden.’” — Matth. 4:10.
In de op veel Amerikaanse zondagsscholen gebruikte Annual staat echter: „In nieuwtestamentische tijden werd Satan beschouwd als het hoofd van een schare demonen, die hem hielpen bij zijn boze werk.” Maar in plaats van te geloven wat Jezus en die eerste-eeuwse christenen persoonlijk geloofden en onderwezen, en wat Gods eigen Woord de bijbel zegt, is het commentaar van de Annual: „Het is moeilijk in te denken dat Jezus door zo’n figuur in werkelijke gedaante werd verzocht. . . . Wanneer men een geestelijke ervaring tracht te beschrijven, moet men dikwijls gebruik maken van concrete symbolen.”
Derhalve wordt Satan tot louter een allegorische persoon herleid, iemand die niet werkelijk heeft bestaan. Maar wie kan het beste weten of hij al dan niet bestaat? Weet God het niet? Wist ook Jezus het niet? En vertelt Gods eigen geïnspireerde Woord het ons niet beter dan de hedendaagse critici, die de bijbel willen verwateren?
Men vraagt u een deel te zijn van een veroordeelde wereld
Hetzelfde leerboek zegt ook: „God verzoent de wereld met zichzelf, en niet slechts de kerk of de individuele gelovige. . . . wij geloven dat er één God is en dat de hele wereld van hem is. . . . Jezus wankelde nooit ten aanzien van zijn overtuiging dat dit in wezen een goede wereld is. Hij heeft nooit geleerd dat men zich eraan dient te onttrekken.”
Maar als het nu eens niet Gods voornemen is om deze goddeloze wereld te bekeren doch hij haar in plaats daarvan zal vernietigen? Als dit zo is, dan wordt degenen die de Amerikaanse zondagsschool bezoeken of die waar maar ook een soortgelijk godsdienstonderwijs ontvangen, niet de waarheid geleerd. Hun wordt gevraagd een deel te worden van een wereld die door God zelf tot de vernietiging is gedoemd.
Wie beheerst deze mensenwereld die niet Gods wil doet? Jehovah God? Neen, de wereld wordt beheerst door Satan de Duivel. Bedenk dat de apostel Johannes verklaarde: „De gehele wereld ligt in de macht van de goddeloze” (1 Joh. 5:19). Jezus noemde de Duivel „de heerser van de wereld”. — Joh. 14:30.
De bijbel zegt duidelijk dat Gods koninkrijk, zijn hemelse regering, ’al deze koninkrijken zal verbrijzelen en er een eind aan zal maken, en zelf tot onbepaalde tijden zal blijven bestaan’ (Dan. 2:44). Als de koninkrijken van deze wereld van God waren, waarom zou hij ze dan vernietigen en ze door zijn hemelse koninkrijk, waar Jezus christenen om leerde bidden, vervangen? — Matth. 6:9, 10.
Jezus zei over zichzelf en zijn volgelingen: „Zij zijn geen deel van de wereld, evenals ik geen deel van de wereld ben” (Joh. 17:16). Hij had de goddeloze wereld dus niet lief. Hij gaf zijn volgelingen het voorbeeld door niet in de aangelegenheden van de wereld verwikkeld te raken. Op een keer wilden sommigen hem tot een politiek heerser maken, maar daarover lezen wij: „Daar Jezus wist dat zij wilden komen en hem wilden grijpen om hem koning te maken, trok hij zich wederom op de berg terug, geheel alleen.” — Joh. 6:15.
Daarom komen de pogingen van kerken en hun zondagsschoolcursussen om de mensen in de aangelegenheden van deze ten ondergang gedoemde wereld te verwikkelen, in werkelijkheid op afval in Gods ogen neer.
Wilt u dat uw kinderen leren een deel te worden van een wereld die spoedig door God vernietigd zal worden? Of wilt u dat uw gezin leert dat het Gods voornemen is een nieuwe ordening in te voeren, een paradijs hier op aarde te brengen waar godvrezende mensen voor altijd in vrede en geluk zullen leven en waar ziekte, verdriet en zelfs de dood tot het verleden zullen behoren? De bijbel zegt: „God zelf zal bij hen zijn. En hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” — Openb. 21:3, 4.
Kan men de waarheid vinden?
In dit artikel zijn slechts drie van de vele leringen die hetzij op zondagsscholen of op catechisatie worden onderwezen onder de loep genomen die lijnrecht in strijd zijn met Gods Woord. Ook ten aanzien van andere belangrijke bijbelse leringen bestaat verwarring. Daarom zult u wanneer u degenen die godsdienstonderwijs ontvangen vragen voorlegt zoals die welke eerder in dit artikel werden opgeworpen, gewoonlijk bemerken dat zij het antwoord schuldig moeten blijven of hun antwoorden niet met de bijbel kunnen ondersteunen.
Velen zullen echter zeggen: „Waarom zou ik mij druk maken over leerstellingen? Ze leiden alleen maar tot verwarring. Er is zoveel religieuze verwarring dat je toch nooit achter de waarheid komt, ook al zou je het proberen.”
Is de Schepper van onze mentale vermogens en ons verlangen om te aanbidden het daar echter mee eens? Beslist niet. In plaats daarvan zegt hij: „’Komt nu, en laten wij de zaken rechtzetten tussen ons’, zegt Jehovah” (Jes. 1:18). Als het onmogelijk zou zijn ’de zaken recht te zetten’, waarom zou de psalmist dan bidden: „Leer mij uw wil te doen, want gij zijt mijn God”? — Ps. 143:10.
En als de waarheid buiten het bereik van de mensen lag, zou Jezus dan hebben gezegd: „Gij zult de waarheid kennen en de waarheid zal u vrijmaken”? (Joh. 8:32) Jezus kende de waarheid. Zijn volgelingen eveneens. Of u Gods goedkeuring geniet, hangt ervan af of u kennis van de waarheid omtrent God in u opneemt!
Denkt u dus dat het God behaagt wanneer mensen in Gods naam onderwijzen en toch dingen leren die in strijd zijn met Gods Woord? Is dat wat u wilt leren? Is dat wat u wilt dat uw kinderen leren? Zo niet, hoe kunt u dan de waarheid leren kennen?