De kokospalm en hoe hij u van dienst is
Door Ontwaakt!-correspondent op de Fidzji-eilanden
WAAR u ook woont, het is waarschijnlijk dat de kokospalm u op de een of andere manier van dienst is. Sommige eilandbewoners zijn er voor hun noodzakelijke levensbehoeften eten en drinken, huisvesting en kleding en ook wat vele andere dingen betreft van afhankelijk. Geen wonder dat velen hem de levensboom noemen.
Ook in geïndustrialiseerde natiën vinden kokospalmprodukten hun wijdverbreide toepassing — in fabrieken, auto’s, keukens en badkamers. Ze dienen om het leven veiliger en aangenamer te maken.
In tropische landen zijn er kokospalmplantages met een totale oppervlakte van ongeveer vijf miljoen hectare en een aantal van ongeveer zeshonderd miljoen bomen. Hierbij zijn de bomen die in dorpen en elders worden gekweekt niet inbegrepen. Aangezien een boom gewoonlijk ongeveer vijftig tot honderd noten per jaar voortbrengt, zou een matige schatting van de jaarlijkse oogst een aantal van ongeveer dertig miljard noten betekenen, dat wil zeggen ongeveer negen kokosnoten per hoofd van de wereldbevolking per jaar!
De boom en zijn noot
Een kokospalm begint gewoonlijk op een leeftijd van ongeveer zeven of acht jaar vrucht te dragen. Op zijn tiende tot vijftiende jaar bereikt hij echter pas zijn volle produktie. Daarna levert hij meer dan vijftig jaar lang wel honderd noten per jaar op. Vervolgens begint hij achteruit te gaan, en op een leeftijd van negentig jaar ongeveer sterft hij af.
De kokospalm heeft, behalve zon en een temperatuur van minstens 23 °C gedurende het grootste gedeelte van het jaar, overvloedig veel water nodig. Mits onder deze omstandigheden, reikt zijn sierlijk gebogen, takloze stam twaalf tot dertig meter hoog. Bovenin draagt hij een kroon van veervormige bladeren, bloemen en noten die bezig zijn zich te ontwikkelen. De bladeren kunnen een lengte van zes meter krijgen. Ze hebben een sterke middennerf waaraan langwerpige blaadjes zitten, waardoor ze er vederachtig uitzien.
De gerijpte noten zijn groot en hebben een gladde, lichtgekleurde schil. Een eilandbezoeker die ze boven in de boom zag zitten, vroeg eens: „Wat zijn dat?”
Toen men hem vertelde dat het kokosnoten waren, zei hij: „O, de noten die wij bij ons thuis kopen zijn veel kleiner en hebben een bruine kleur en een ruwe bast.”
Hij was verbaasd te vernemen dat de echte kokosnoot door een dikke, beschermende dop is omsloten. Deze wordt gewoonlijk verwijderd wanneer de noten worden geëxporteerd. De noot zelf heeft gewoonlijk een doorsnee van vijftien tot vijfentwintig centimeter.
Het duurt ongeveer een jaar voordat een noot rijp is. Een boom kan echter op elk moment noten hebben die in elk ontwikkelingsstadium verkeren — van ontluikende bloem tot rijpe noot.
Hoewel de kokospalm in het binnenland kan groeien, voelt hij zich opmerkelijk genoeg tot de zee aangetrokken. De overgrote meerderheid ervan groeit op eilanden, schiereilanden en kusten. De eilanden van de Filippijnen en Indonesië zijn de voornaamste kokosnootproducenten, en de Fidzji-eilanden komen op de tiende plaats.
Hoe hij van dienst is
De wijze waarop de kokosnoot de mens van dienst is, is bijna oneindig veelzijdig. Een verrukkelijke salade wordt er bereid van zijn uitlopende knop, die zich hoog in de top van de boom bevindt. Deze stevig verpakte bundel koolachtige bladeren is ongeveer zo groot als de onderarm van een mens. Men zou deze knop het „hart” kunnen noemen, want als hij wordt afgesneden of beschadigd, gaat de hele boom dood. Een hiervan bereide salade is dus een kostbare lekkernij!
De reusachtige palmbladeren worden op veel manieren gebruikt. Volgens één autoriteit kan er van honderd van deze bladeren een ruime woning worden gebouwd. Het dak, de muren, de afscheidingen tussen de kamers, en de ramen en deuren worden allemaal van de bladeren gemaakt, en zo is het ook met manden, matten, waaiers, bezems en andere artikelen die in huis worden gebruikt. Kleding, zoals rokken en hoeden, wordt eveneens van de bladeren gemaakt. Ook kan men ze als fakkels en brandhout gebruiken.
Een opmerkelijke drank wordt verkregen uit de ongeopende bloemknoppen. Wanneer men er een bundeltje van stevig vastbindt, ze aansnijdt en vervolgens ombuigt, begint er gestadig een zoet sap, ’toddy’ genaamd, uit te druppelen. Enkele liters per dag kan men er wel van opvangen. Wanneer men het sap laat gisten, wordt het een alcoholische drank. Men kan het ook inkoken ten einde er een voortreffelijke stroop van te maken die op brood of pannekoeken kan worden gebruikt. En als men het een paar weken laat staan, wordt het een goede azijn.
De ongeopende bloemen bevinden zich in een beschermende schede van stijve, grove vezels. Dit is ideaal materiaal om als zeef of vergiet te gebruiken. Er kunnen ook schoenen, petten of zelfs een soort geperste helmen van worden gemaakt.
In vijf tot zes maanden groeit de noot tot haar volle grootte, en op dat moment bevat ze bijna twee glazen vol met opmerkelijk koel, licht aromatisch, zoet smakend ’water’. Wat een verfrissende drank! Het is bovendien gezond, want het bevat vitaminen, mineralen en ongeveer twee eetlepels suiker per noot. Het is zo prachtig zuiver en steriel dat het wel is gebruikt ter vervanging van menselijk lichaamsvocht en als een bloedplasma vervangend middel.
Wanneer men de noot rijp laat worden, begint het witte vruchtvlees van de noot zich binnenin te vormen en wordt dit stevig wanneer de noot rijp is. Het is inderdaad een voedzame lekkernij! Wanneer het fijngeraspt en geperst wordt, ontstaat er een dikke witte room die wordt gebruikt om de smaak van vis, vlees en groenten te verhogen. Ook wordt er een voortreffelijke olie uit het vruchtvlees verkregen, die gebruikt wordt voor spijsvet, als lampolie en voor lotions.
Van de korte, stijve vezels van de bast worden kabeltouwen, bindgarens, matten, bezems, borstels en matrasvullingen gemaakt. Het fijne stof van de vezels wordt tot humus verwerkt, en ook worden er bouwplaten van gemaakt.
De harde kokosbast is op tal van manieren nuttig. Vazen, broches, oorbellen, halskettingen, lampekappen, speelgoed, eetgerei en talloze andere artikelen worden ervan vervaardigd. Een halve kokosdop laat zich heel goed als schaal of ’drinkglas’ gebruiken.
Kokospalmstammen kunnen, door hun hoge weerstand tegen termieten, uitstekend dienen als steunpalen van huizen. Ook kan men er sterke stadiontribunes en bruggen over doorlaten en kleine riviertjes mee bouwen.
Zelfs de wortels zijn nuttig. Een stukje wortel kan als tandenborstel worden gebruikt. En soms gebruikt men wortels om er een medicijn tegen dysenterie, een verfstof of een mondspoeling van te maken.
U zou echter kunnen denken: ’Ik heb nog nooit een echte kokospalm gezien. Ik kan niet begrijpen hoe die mij van dienst is.’ Toch is het waarschijnlijk zo, en dan niet slechts in de vezelige vorm waarin het ’vlees’ ervan in snoepgoed, koeken en taarten wordt verwerkt.
Van het gedroogde vruchtvlees wordt de zogenaamde kopra gemaakt — miljoenen tonnen per jaar. Vervolgens ondergaat de kopra een bewerking om er de uitmuntende olie, die rijk is aan glycerine en andere ingewikkelde stoffen, aan te onttrekken. Deze olie treft men aan in de remvloeistof van auto’s, in shampoos, lotions, smeermiddelen, plastics, verfprodukten, roomijs, margarine, plantevetten, ja, in tal van dingen die u waarschijnlijk gebruikt of eet.
De kokospalm is inderdaad een opmerkelijke en merkwaardige boom die u, waar u ook woont, ongetwijfeld van dienst is.