Waardoor ontstaat een strand?
Door Ontwaakt!-correspondent in Guatemala
VOOR grote aantallen mensen is het idee een dagje aan zee te kunnen doorbrengen, zeer uitnodigend. Er kan veel pret worden beleefd — zwemmen, zonnebaden, spelletjes doen, de omgang met vrienden en familieleden in de frisse, open lucht, met op de achtergrond het rustig stemmende geluid van de branding. Vooral in de zomer oefent het strand een grote aantrekkingskracht uit.
Over de hele wereld worden duizenden kilometers kustlijn, langs oceanen, zeeën en meren, omzoomd door stranden. Ze vormen natuurlijke speelterreinen; vaak denkt men dat deze speelterreinen onveranderlijk, bestendig, ja, bijna permanent zijn. Maar de nauwkeurige waarnemer die ieder jaar hetzelfde strand bezoekt, zal zeker bepaalde veranderingen opmerken. De hoeveelheid zand op het strand kan wisselen. En het strand kan soms zelfs radicale veranderingen ten goede of ten kwade hebben ondergaan.
Als wij genieten van de attracties van het strand en aandacht schenken aan de langzame veranderingen, komen er misschien enkele vragen bij ons op. Waar komt al het zand vandaan? Waarom zijn sommige stranden sterk onderhevig aan erosie en zijn andere praktisch verdwenen? Hoe komt het dat sommige aangename plekjes in de winter bijna geheel ontdaan zijn van zand en pas in de zomermaanden weer hun voorraad zand terugkrijgen? Het is best mogelijk dat de antwoorden op deze vragen een verrassing voor ons zijn, vooral als wij, zoals zoveel mensen, het bestaan van stranden grotendeels als een vanzelfsprekende zaak aanvaarden.
Niet allemaal hetzelfde
Als men niet ver gereisd heeft en geen bezoek heeft gebracht aan andere delen van de aarde, komt men makkelijk tot de veronderstelling dat alle stranden wel ongeveer gelijk zullen zijn. Er bestaat echter een grote afwisseling in de soorten van stranden — in de kleur, in de samenstelling van het zand, in de helling van het strand, enzovoort. Zo zal bijvoorbeeld in vulkaanstreken het strand vaak uit grof, zwart zand bestaan, afkomstig van de lava. In andere streken kan het strand een zeer kleurrijke aanblik bieden doordat het bestaat uit fijngemalen koraal, afkomstig van de koraalbanken langs de kust. Andere stranden zijn glinsterend wit; dit komt doordat ze gevormd zijn van verpulverde, gebroken schelpen.
De meeste stranden zijn echter gemaakt van zand dat bestaat uit kleine, afgeronde kwartskristallen, vermengd met fijne deeltjes van verschillende soorten van gesteente. Dit zand is voornamelijk afkomstig uit streken die dieper in het land gelegen zijn en is door rivieren en stromen naar de zee gevoerd. De korrels variëren in grootte van grof tot zeer fijn.
Het is, tussen twee haakjes, die grofheid of fijnheid van het zand die in grote mate bepalend is voor de kenmerken van een strand. Als het zand tamelijk grof is, zal de helling van het strand betrekkelijk steil lopen. De groffe zandkorrels gaan door hun grootte niet dicht op elkaar zitten.
Fijn zand daarentegen vormt een geheel ander soort van strand. De strandhelling verloopt minder steil; en ook onder water zal de bodem over een grotere afstand ondiep blijven, zodat de golven ook reeds op grotere afstand zullen breken. Fijn zand gaat zelfs zo stevig op elkaar zitten dat er veilig auto’s overheen kunnen rijden. Een treffend voorbeeld hiervan is het strand van Daytona Beach, in de Amerikaanse staat Florida, dat zelfs voor autoraces wordt gebruikt.
Geregeerd door wetten
Maar waar komt dan toch al dat zand vandaan? Was u ervan onder de indruk dat het onder andere materiaal kan zijn dat afkomstig is van de rotsen aan de kust, ten gevolge van de afbraak die de rotsen ondergaan door het voortdurende gebeuk van de golven? Het is echter slechts een klein percentage van het zand op alle stranden dat op deze wijze ontstaat. Voor de overgrote meerderheid van de stranden op onze aarde moet het antwoord anders luiden. Pas de laatste twintig jaar heeft de mens meer inzicht gekregen in de krachten waaraan een strand onderhevig is en welke gevolgen deze krachten hebben.
Daar de gewone weersinvloeden een verwerende invloed hebben op vaak ver in het land liggende rotsformaties, worden er door de stromen en rivieren wisselende hoeveelheden bezinksel meegenomen, die aan de monding van de rivier worden afgezet. Het fijnere slik en klei lossen spoedig op in de zee, waardoor er grote hoeveelheden rivierzand in die delta’s van de rivieren achterblijven. Maar hoe komt dat zand nu op de plaatsen waar stranden worden gevormd? Voor een goed begrip van dit transport is het nodig enige krachten te beschouwen die invloed uitoefenen op het strand.
De energie van de golven, die ver weg op zee door de kracht van de wind ontstaan, komt aan de kust vrij. Het strand wordt echter niet altijd loodrecht door de golven bestormd, dat wil zeggen, de golven lopen niet altijd evenwijdig aan de kustlijn. Dit is er de oorzaak van dat de energie van de aanrollende golven in tweeën wordt verdeeld. Het belangrijkste deel roept krachten op die loodrecht op het strand staan en veroorzaakt het geweld van de branding. Het tweede deel, een veel geringere hoeveelheid energie, zorgt voor een stroom die evenwijdig aan de kust loopt, tussen het droge land en de lijn waar de branding begint. Deze stroom zou met een echte rivier kunnen worden vergeleken, een rivier met als ene „oever” de rand van het droge strand en als andere „oever” de lijn in zee waar de eerste brandingsgolven optreden.
Deze rivier kan naar de ene of naar de andere kant langs de kust stromen, afhankelijk van de richting van de aanrollende golven. Wat het vervoeren van grote hoeveelheden bezinksel betreft, lijkt deze „rivier” sterk op zijn neven die op het land stromen. En het bezinksel dat door deze kust-„rivier” wordt vervoerd, is natuurlijk het zand waaruit het strand ontstaat waarlangs hij stroomt.
Er kunnen door deze kust-„rivieren” enorme massa’s zand worden vervoerd — in sommige gebieden wel miljoenen tonnen zand per jaar. Voor een zelfde transport zouden er elke dag, jaar in jaar uit, vele treinwagonladingen zand naar het strand moeten worden gereden. Hoewel de hoeveelheid aangevoerd zand van streek tot streek verschilt, kunnen wij nu toch duidelijk begrijpen hoe het zand dat door de rivieren en stromen naar de zeeën en oceanen wordt gebracht, langs de kustlijn wordt verspreid.
Terwijl dit zandtransport onafgebroken doorgaat, is er een ander proces aan de gang. Dit proces is de oorzaak van de steeds wisselende aanblik die een strand van seizoen tot seizoen biedt. In de meeste delen van de wereld zijn de aanrollende golven tijdens de zomermaanden kleiner en minder sterk dan de grote en krachtige golven in de winter. Het effect van de minder sterke golven is dat het zand in de richting van het strand wordt gestuwd; de stormachtige wintergolven daarentegen schuren het zand van het strand af en stapelen het in grote wallen evenwijdig langs de kust op. Deze wallen noemen wij zandbanken. In de zomertijd de tijd van de minder krachtige golven, verdwijnen deze zandbanken langzamerhand doordat het zand weer op het strand wordt gebracht.
Als al het zand dat door de rivieren naar de zeeën wordt vervoerd, op het strand zou blijven liggen, zouden ten slotte alle continenten door brede, zandige stranden omgeven zijn. Ieder jaar verdwijnen er echter grote hoeveelheden zand ver uit de kust, waar de golven er geen vat meer op hebben.
De mens verstoort het evenwicht
In het bijzonder gedurende deze twintigste eeuw heeft de hand van de mens dit natuurlijke evenwicht aangetast. De bouw van havens en de aanleg van golfbrekers heeft vaak de aanblik van een nabijgelegen kust sterk veranderd. Zo ziet men bijvoorbeeld aan de ene zijde van een haven een opeenhoping van zand, in de haven zelf uitgebreide baggerwerkzaamheden, en aan de andere zijde een erosie van het strand. Dit is natuurlijk slechts een van de prijzen die de mens, zoals dat heet, voor de vooruitgang moet betalen; er bestaat echter nog een ander probleem dat in de toekomst veel grotere complicaties met zich zal brengen.
In alle delen van de wereld zijn er steeds meer dammen gebouwd voor het beheersen van getijstromen, voor wateropslag en hydro-elektrische installaties. Deze dammen verminderen in sterke mate de hoeveelheden bezinksel die door rivieren en stromen worden meegevoerd, en daarmee ook de toevoer van zand voor het maken van stranden. Als de rivierdelta’s niet voldoende zand meer verschaffen, treedt er bij de stranden vlak langs de kust erosie op. Het fijne evenwicht tussen de aanwas en het verlies van zand is verstoord.
Het transporteren van zand uit andere streken naar een steeds smaller wordend strand heeft slechts een tijdelijk effect, want door het erosieproces blijft er zand in zee spoelen. De kosten van dit kunstmatig verplaatsen van zand zouden wel eens afschrikwekkend hoog kunnen worden.
Nog een methode voor het beschermen van het strand is de bouw van waterwerken langs de kust, meestal in de vorm van lange, smalle, loodrecht op het strand staande dammen die zich tot in de branding uitstrekken. Deze „strandhoofden” kunnen van grote stenen of van hout zijn gemaakt. De bedoeling is, hiermee verdere erosie van het strand te voorkomen doordat het zand dat langs de kust wordt meegevoerd, door deze dammen wordt opgevangen.
De erosie van het strand is inderdaad, vooral in de dichtbevolkte gebieden der aarde, een groot probleem. De bezittingen langs de kust, die een waarde hebben van miljoenen guldens, lopen ernstig gevaar. Mensen met hun kortstondige levensduur en hun beperkte kijk op de toekomst hebben voortdurend plannen gemaakt voor het verkrijgen van onmiddellijke winst, hetzij financieel of anderszins — plannen die nu, met onverwachte rampspoedige gevolgen, als een boemerang op hen terugslaan. Terwijl dus steeds grotere groepen van de bevolking eindelijk extra tijd voor ontspanning krijgen, gaan er steeds meer natuurlijke recreatiegebieden langs de kustlijnen van de aarde verloren.
Het maken van een werkelijk mooi en natuurlijk strand gaat het vernuft van de mens te boven. In tegenstelling daarmee hebben Gods scheppende en instandhoudende krachten er eeuwenlang voor gezorgd dat de stranden van onze aarde plaatsen zijn gebleven waar de mens zich kon verfrissen en ontspannen.