Is lichamelijke fitheid de moeite waard?
HET gebeurde op een zaterdagmiddag tijdens de lunch. Iedereen was net opgestaan. Plotseling viel een man tegen de persoon naast hem aan. Hij werd weer op zijn stoel geholpen. Maar de hartaanval die hem had getroffen, was vrijwel onmiddellijk dodelijk geweest. De man was slechts vierendertig jaar, maar was iets te zwaar.
Het zou reeds droevig genoeg zijn als dit slechts een alleenstaand geval was. Maar iedere dag worden grote aantallen mensen in de dertig, veertig en vijftig jaar door een hartaanval getroffen — en gedood of voor hun leven invalide gemaakt. Het is een epidemie! The New York Times Encyclopedic Almanac 1970 zegt hierover: „Wij zijn een nieuw tijdperk van pandemieën [wijdverbreide epidemieën] binnengetreden; bijna de helft van de mannen in de westerse landen (en een toenemend aantal vrouwen) sterft een plotselinge dood ten gevolge van een cardiovasculaire aandoening, en wel speciaal een aandoening van de kransslagaders [van het hart].”
Waarom komt deze kwaal vooral zoveel voor in de westerse landen, waar grote materiële voorspoed heerst? En waarom is ze in deze generatie een epidemie geworden? De algemene mening onder deskundigen is dat een complex van factoren tot het ontstaan van deze ziekte bijdraagt; elk van deze factoren heeft een nadelige invloed op onze lichamelijke fitheid.
Wat is lichamelijke fitheid?
Volgens één dokter stelt voldoende fitheid iemand in staat zijn dagelijkse werkzaamheden te verrichten zonder ze wegens vermoeidheid te moeten onderbreken. Ook heeft een fit persoon voldoende lichamelijke reserve om veilig aan plotselinge, onverwachte situaties het hoofd te kunnen bieden en bezit hij voldoende energie om te kunnen genieten van zijn vrije tijd.
Men zou dus kunnen zeggen dat een lichamelijk fit persoon in staat is spanningen te verduren. Het kan de spanning zijn van een drukke kantoordag, de spanning om het huishouden klaar te krijgen, de schrik wanneer men net aan een aanrijding ontsnapt, de spanning tijdens een snelle ren om de bus te halen, enzovoort. Deze gebeurtenissen stellen extra eisen aan het lichaam; de spieren moeten meer zuurstof hebben, en er moeten meer afvalstoffen worden afgevoerd. Het hart zal een groter vermogen moeten afgeven om voor een versnelde bloedcirculatie te kunnen zorgen.
Maar wat gebeurt er als iemand niet fit is? Dan functioneren de organen niet zoals het behoort, en dit kan gevaarlijk zijn. Vaak hoort men van mensen die in een situatie van spanning bezwijken. Zo worden bijvoorbeeld elke winter vele mensen getroffen door een hartaanval wanneer zij hun tuinpad vrijmaken van sneeuw. Hun hart en bloedvatenstelsel zijn niet voldoende fit om in de extra vraag naar bloed te kunnen voorzien, waardoor ze de mens in de steek laten.
Het is beslist wenselijk lichamelijk fit te zijn. Men leidt dan niet alleen een veiliger bestaan — doordat men in staat is zonder gevaarlijke gevolgen aan spannende situaties het hoofd te bieden — maar ook het prestatievermogen zal op elk terrein toenemen. Een fit persoon voelt zich beter, ziet er beter uit, heeft meer energie en geniet daarom meer van het leven.
Wij kunnen tot de conclusie komen dat lichamelijke fitheid de moeite waard is. Maar welke moeite kan men zich het best getroosten? Welke factoren hebben een verkeerde uitwerking op onze fitheid en dragen zodoende bij tot een mogelijk fatale aandoening van de kransslagaders?
Belangrijke vijanden van fitheid
Een van deze factoren is een dieet dat veel vet bevat. Als men grote hoeveelheden vetrijk voedsel eet, hoopt het lichaamsvet zich op. Veel ernstiger zijn echter de onzichtbare vetafzettingen, in het bijzonder de afzetting van vetachtige stoffen in de wanden van de kransslagaders van het hart. De afsluiting van een belangrijke slagader leidt vaak tot een dodelijke hartaanval.
Door onderzoekingen is gebleken dat bij Bantoenegers en andere mensen die een dieet hebben met weinig vetrijk voedsel, weinig of geen vetachtige afzettingen voorkomen in de wanden van de kransslagaders; waardoor er ook onder deze mensen bijna geen hartziekten voorkomen. Een dergelijke afzetting in de slagaderen komt echter bij mensen in welvarende landen zeer veel voor. Het is veelbetekenend dat tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen het dieet van de mensen in Scandinavische landen weinig calorieën en vetten bevatte, het aantal gevallen van hartstoornissen drastisch verminderde.
Voor lichamelijke fitheid is het dus klaarblijkelijk van essentieel belang ons dieet in de gaten te houden; daardoor kunnen wij de kans op een hartaanval verkleinen. Denk eraan, zichtbaar vet aan de buitenkant van ons lichaam duidt er zeer waarschijnlijk op dat er zich in het lichaam, in de slagaders, vetachtige stoffen aan het afzetten zijn, waardoor de slagaders gevaarlijk vernauwd worden. Vermijd dus overtollig gewicht! Het is misschien ook aan te raden het eten van voedsel dat in dierlijk vet is gebakken sterk te beperken of te vermijden, en voor onze voeding veel gebruik te maken van groenten, fruit en graanprodukten.
Nog een andere factor waardoor de lichamelijke fitheid afneemt, is, naar men gelooft, de huidige gehaaste, gespannen levenswijze. De voorgaande generaties leefden niet zo versneld als de mensen heden ten dage, die voortdurend in een strijd met de klok zijn gewikkeld en met elkaar werken in een sfeer van wedijver en zwijgende vijandigheid. Hoewel de gevolgen van deze levenswijze moeilijk zijn te meten, geloven sommige deskundigen dat ze een voorname factor is bij de toename in het aantal aandoeningen van de kransslagaders. De hartspecialist M. Friedman verklaarde:
„Ik zeg — en wij hebben vele gegevens om het te ondersteunen — dat wanneer een man te lang aan één stuk door vecht om te veel dingen in te weinig tijd tot stand te brengen, waardoor hij bij zichzelf een idee van tijdnood ontwikkelt, of wanneer een man te sterk met andere personen wedijvert, dit gevecht het verloop van een aandoening van de kransslagaders in zeer sterke mate verergert, . . . de biochemische krachten die door deze interne onrust worden opgewekt, zijn heel goed in staat reeds uit zichzelf de [plotselinge] hartstilstand te bewerkstelligen.”
Wanneer men de motor van een auto voortdurend op topsnelheid laat razen, verkort men de levensduur van de wagen. In feite doen miljoenen mannen dit op het ogenblik met zichzelf — fanatiek strevend om hogerop te komen, een betere positie te verkrijgen, meer te doen dan iemand anders — met als enig eindresultaat een abrupte ineenstorting. Dit is het allemaal beslist niet waard! Het verkrijgen van veel materiële bezittingen is niet noodzakelijk voor werkelijk geluk. — 1 Tim. 6:8-10.
Een veel voorkomende vijand van fitheid
Nu zijn wij toegekomen aan een zeer veel voorkomende vijand van fitheid — de moderne zittende levenswijze. Men gelooft dat dit een van de hoofdfactoren is die bijdragen tot de overstelpende hoeveelheid hart- en vaatziekten. In onze huidige tijd lijkt men wel alles te willen vermijden waarvoor men zijn spieren zou moeten inspannen.
Auto’s hebben de benen als voornaamste middel van transport vervangen, en zelfs de armen worden gespaard door stuurbekrachtiging en elektrisch werkende ramen. In kantoorgebouwen worden de werkers door liften van de ene naar de andere verdieping gedragen. Thuis maken elektrisch aangedreven borstels de schoenen glimmend en de tanden wit. De gazons worden gemaaid met motorisch aangedreven grasmaaiers. De tv is met afstandsbediening uitgerust en kan vanuit de stoel van het ene op het andere kanaal worden ingesteld.
De nadruk die er is gelegd op een „gemakkelijk leven”, heeft het resultaat gehad dat bijna elke lichamelijke inspanning overbodig is geworden. In feite is het zwaarste werk dat veel kantoormensen dagelijks verrichten, een douche nemen en zich aankleden! Maar verhaast een dergelijk gebrek aan oefening werkelijk het optreden van een hartaanval?
Ja, de bewijzen tonen aan dat personen die een zittend leven leiden, makkelijker een hartaanval krijgen dan mensen die in beweging zijn.
Uit een onderzoek bleek bijvoorbeeld dat onder de conducteurs op de Londense dubbeldekbussen, die in de bus voortdurend van voor naar achter en van boven naar beneden lopen, hartaanvallen voor de helft minder voorkwamen dan onder de buschauffeurs. Ook kloosterlingen, die allen in een zelfde omgeving leven en hetzelfde voedsel eten, heeft men onderzocht; het bleek dat onder degenen die op het veld werkten, minder hartaanvallen voorkwamen dan onder de monniken die zittend werk deden.
De deskundigen zijn het bijna unaniem met elkaar eens dat lichaamsbeweging van essentieel belang is voor een gezond leven. Dr. W. Raab, directeur van het Onderzoekcentrum voor hart- en vaatziekten aan de universiteit van Vermont, zei kort maar krachtig: „Gebrek aan lichaamsbeweging is de voornaamste oorzaak van kransslagaderaandoeningen.”
Maar waarom is dit zo? Waarom moeten wij ons bewegen om te leven?
De hartcapaciteit
Van de 600 spieren in ons lichaam is het hart wel de opmerkelijkste. Normaal klopt het hart ongeveer zeventig maal per minuut, of ongeveer 100.000 keer per dag. Gedurende deze tijd wordt er omstreeks zeven ton bloed door het meer dan 96.000 kilometer lange vaatstelsel van het lichaam gepompt. Toch werkt het hart met die snelheid niet hard. Het is tot veel grotere krachtsinspanningen in staat.
Zo kan bijvoorbeeld het hart van een lichamelijk fit persoon, als deze in beweging is, met iedere slag wel de dubbele hoeveelheid bloed uitpompen. Ook kan het hart zijn snelheid zeer hoog opvoeren, tot wel 180 slagen per minuut. Het hart is dus in staat zijn vermogen meer dan vijfvoudig te vergroten, zodat er per minuut voor het voeden van de spieren van het lichaam wel vijfentwintig liter bloed kan worden uitgepompt. En het hart van getrainde atleten heeft een zelfs nog grotere capaciteit!
Daar het hart zo opmerkelijk geschikt is om te werken, moet het bij alleen maar zittend werk wel te lijden hebben van te weinig inspanning. Dr. M.F. Gram, verbonden aan de Southwestern Medical School van de universiteit van Texas, merkte op: „Wanneer men dit opmerkelijke orgaan gedurende een lange tijd berooft van een maximale functionering, nodigt men het onheil bij zich thuis. Het lijkt heel veel op het dragen van een arm in een doek; de spieren verslappen en atrofiëren en spoedig kan de arm slechts een fractie van de hoeveelheid werk verrichten waarvoor hij oorspronkelijk bestemd was. Als er dan plotseling een krachtige inspanning moet worden verricht, kan men de situatie niet aan. Gewoonlijk resulteert dit in het geval van een ongetraind hart in een hartaanval.”
De behoeften van het hart
De hartspier heeft voortdurend een grote hoeveelheid bloed nodig om van voeding te worden voorzien; het hart heeft 1/20 van het bloedvolume van het lichaam nodig, terwijl zijn gewicht slechts 1/200 van het lichaamsgewicht bedraagt. Het hart krijgt dit bloed niet onmiddellijk van zijn eigen bloed-ontvangende boezems, of bloed-wegstuwende kamers, maar het bloed komt naar het hart via de twee kransslagaders. Deze hoofdslagaders omcirkelen het hart en vertakken zich in steeds kleinere slagaders die om en in de hartspier lopen. De zuurstof en de voedingsstoffen die door deze slagaders worden aangevoerd, zijn van vitaal belang voor het hart, en het zijn ook deze slagaders die direct betrokken zijn bij een hartaanval.
De waarde van geregelde lichaamsbeweging
Wat gebeurt er nu als iemand een zittend leven leidt? De slagaders die de spieren van bloed voorzien, worden nauwer, en vele kleine slagaders verdwijnen zelfs helemaal. Het bloed dat de spieren ontvangen, en dus ook de zuurstof, wordt minder. Zelfs het totale bloedvolume van het lichaam neemt af. Als er zich nu een onverwachte situatie voordoet, misschien een plotseling spannend moment of een „verstopte” kransslagader, wat dan? Het bloedvatenstelsel is misschien niet in staat het hart van voldoende zuurstof te voorzien, zodat er een hartaanval ontstaat.
Wat gebeurt er daarentegen wanneer iemand geregeld beweging heeft genomen? Tijdens krachtige lichamelijke inspanning vermeerdert de bloedstroom door de skeletspieren ongeveer tienvoudig en het zuurstofverbruik van deze spieren kan wel honderdvoudig toenemen. Geregelde oefening zorgt er dus voor dat iemands slagaders groter worden en daardoor meer bloed kunnen vervoeren. Ook openen er zich in het spierweefsel meer bloedvaten, die weer nieuwe wegen vormen voor het afgeven van extra zuurstof. Dit is in het bijzonder bij de hartspier een voordeel, want zelfs als er dan een slagader „verstopt” raakt, kan de bloedvoorziening via een omweg toch voldoende zijn om de hartspier te behoeden voor zuurstofgebrek waardoor ze zou ophouden te kloppen.
Ook vergroot geregelde lichamelijke activiteit de pompcapaciteit van het hart. Het hart hoeft dus minder slagen te kloppen om hetzelfde tot stand te brengen, zodat een hart dat in goede conditie verkeert, ook meer rust krijgt tussen de slagen. Personen die een zittend leven leiden en een hartslag hebben van tachtig of meer slagen per minuut, kunnen dit getal drastisch verlagen, zodat hun hart door geregelde oefening meer gelegenheid krijgt te rusten.
Maar het speciale voordeel van lichamelijke activiteit is dat het versterkte hart onder spanning doeltreffender functioneert. Dit kan gemakkelijk worden aangetoond. Zo kreeg bijvoorbeeld tijdens een proef een groep kantoormensen per dag twintig minuten lichaamsoefeningen. Hun hartslag versnelde zich gemiddeld tot 170 slagen per minuut, ongeveer zo hoog als maximaal toelaatbaar is voor ongetrainde mensen. Nadat deze mannen echter vierentachtig dagen aan deze dagelijkse oefeningen hadden meegedaan, versnelde hun hartslag zich gemiddeld maar tot 142 slagen per minuut. Hun hart deed dezelfde hoeveelheid werk met minder inspanning. De fitheid was verbeterd. Dit betekende dat zij op veel doeltreffender wijze spanning zouden kunnen doorstaan en daarbij minder gevaar zouden lopen dat hun hart het zou begeven.
Welke moeite dient u te nemen?
Het is duidelijk dat het lichaam van de mens werd ontworpen om geoefend te worden. Het is echter verstandig bij het bevredigen van die behoefte matigheid te betrachten en geen overdreven nadruk te leggen op lichamelijke oefening, ten koste van onze geestelijke oefening. — Tit. 2:2; 1 Tim. 4:8.
Het gevoel van vermoeidheid dat gewoonlijk door mensen wordt ervaren die zittend werk verrichten, is vaak te wijten aan gebrek aan beweging. Als iemand zijn lichaam in actie zou brengen, zou hem dat helpen nieuwe energie op te doen en zijn vermoeidheid te overwinnen. Om te beginnen is het goed van wandelen een geregelde gewoonte te maken. Waarom zou u korte afstanden niet gaan lopen in plaats van de auto te nemen? Eén dokter zei hierover: „Energiek wandelen alleen al, zou, als het van jongs of aan zou worden gedaan, het aantal gevallen van invaliditeit en vroegtijdige dood die te wijten zijn aan aandoeningen van de kransslagaders, drastisch verlagen.”
Ook andere lichamelijke activiteit is goed. Zwemmen, fietsen, de auto wassen, tuinieren, gras maaien — elke vorm van beweging waarbij krachtige lichamelijke inspanning noodzakelijk is, zal, als ze geregeld wordt verricht, heilzaam zijn voor mensen die zittend werk verrichten. Het gebruik van de trap in plaats van de lift is een goede manier om onze lichamelijke fitheid te verbeteren.
Men dient echter voorzichtig te zijn: Pas in het begin op voor al te inspannende oefeningen, voordat uw bloedvatenstelsel door geregelde activiteit in betere conditie is gekomen. Vermeerder geleidelijk aan de hoeveelheid beweging die u neemt en probeer de neiging te vermijden teveel in één keer te willen doen. Hierdoor zullen het hart en de bloedvaten zich gestadig kunnen versterken, zonder schade op te lopen.
Lichamelijke fitheid is de moeite waard. De vraag is alleen: Bent u bereid die moeite te nemen?