De verkiezingen in Uruguay en de katholieke Kerk
Door Ontwaakt!-correspondent in Uruguay
VELE jaren lang heeft Uruguay een unieke positie in Zuid-Amerika ingenomen. Het land stond bekend om zijn economische welvaart en zijn sociale wetgeving, een van de vooruitstrevendste op het continent.
Dit vredige en welvarende beeld is de afgelopen tijd echter snel veranderd. „Roep een halt toe aan de tekorten en de inflatie!” zo is de laatste paar jaar te horen. „De belastingen ruïneren ons!” klagen zakenlieden. „Waarom die schaarste aan levensmiddelen?” vragen huisvrouwen. „Wij werken voor een hongerloon!” protesteren de arbeiders.
De traditionele vredige levenswijze in Uruguay is verstoord ten gevolge van stakingen en protestdemonstraties door studenten en arbeiders. Dat is echter niet alles. Groepen terroristen hebben een golf ontketend van bomontploffingen, berovingen, ontvoeringen en andere daden die voornamelijk tegen de politie en de regering zijn gericht.
Om dit alles tegen te gaan, heeft de regering de individuele rechten van de burgers beperkt en het leger gemobiliseerd om de terroristen, die bekend staan als de Tupamaros, te bestrijden. Wegens deze beroering gaan veel mensen gebukt onder gevoelens van vrees, angst en hulpeloosheid. Velen hoopten dat de verkiezingen die tegen het eind van 1971 zouden worden gehouden, enige verlichting zouden brengen.
Bij het naderen van de verkiezingsdag zag de politieke situatie er voor de beide traditionele, conservatieve politieke partijen bijzonder onzeker uit. Deze partijen zijn de Partido Nacional (Nationale Partij), ook wel bekend onder de naam blancos, en de Partido Colorado (Colorado-partij), ofwel de colorados.
Sedert 1930 hebben deze partijen om beurten het land geregeerd. Maar een toenemend aantal mensen wil een drastische verandering in deze lange traditie. Zij zijn van mening dat er een verandering nodig is om het land te redden van de economische ondergang en om de sociale rust en orde te herstellen.
Vele anderen die ook hervormingen wensen, zijn echter bang voor radicale veranderingen. Zij maken zich zorgen over de veranderingen die eventueel zullen komen in de traditionele Uruguese levenswijze als linkse elementen bij verkiezingen een overwinning zouden behalen. Het was trouwens toch duidelijk dat het moeilijk zou zijn om het tijdens de verkiezingen die eind 1971 gehouden zouden worden, van de blancos en de colorados te winnen. In de voorgaande verkiezingen kregen deze partijen meer dan 80 percent van de stemmen.
De leuze van de linkse partijen was: „Verenig u om te winnen!” Was dit echter mogelijk? Jaren terug zou niemand zo’n coalitie van kleine partijen serieus hebben genomen. Niettemin gebeurde er in Uruguay iets waar velen van schrokken. En bij dat iets speelde de katholieke Kerk een belangrijke rol.
Crisis in de Kerk
De geschiedenis van de katholieke Kerk in Uruguay vormt in Zuid-Amerika een uitzondering op de regel. In 1919 brachten de autoriteiten een volledige scheiding teweeg tussen Kerk en Staat. Nadien nam de invloed en de macht van de geestelijkheid gestadig af. De grondwet vormde voor de religie een barrière om invloed te krijgen op de regering en verleende alle religies gelijke rechten.
Waar echter onlangs veel mensen verbaasd over hebben gestaan, was dat er steeds meer priesters waren die een actieve rol in de politiek gingen spelen. En zich daarbij niet alleen bij de traditionele partijen aansloten, maar deze keer ook bij de terroristische bewegingen.
In een verbazingwekkend televisie-interview schokte de jezuïet Juan C. Zaffaroni zijn gehoor door in het openbaar het gedrag van de terroristen goed te keuren. Men vroeg hem: „Gelooft u dat geweld in overeenstemming is met christelijke beginselen?” Zijn verrassende antwoord luidde: „Christus zou, als hij nu leefde, ook naar een machinegeweer grijpen.”
Spoedig ontdekte de politie dat er zich ook priesters onder de oproerlingen bevonden. Toen enkele leden van de Tupamaros gevangen werden genomen omdat zij een belangrijke bankier hadden ontvoerd, ontdekte men dat een van de personen uit de groep, Indalecio Olivera, een priester was. Een andere Uruguese priester, Uberfil Monzón, werd in Paraguay gearresteerd en ervan beschuldigd lid te zijn van een internationale organisatie van opstandelingen, waarvan het hoofdkwartier zich in Uruguay bevond.
De kranten El País en La Mañana berichtten dat zowel de politie als het leger bij het doorzoeken van kerken in Montevideo en andere steden grote hoeveelheden revolutionaire lectuur hadden gevonden. Ook zouden er naar men zegt wapens, munitie en materiaal voor het maken van explosieven zijn gevonden. In één kerk werd een langgezochte oproerling gegrepen.
Nog meer verrassingen
Oprechte katholieken stond echter nog een andere verrassing te wachten. Er werd in het openbaar aangekondigd dat de katholieke christen-democratische partij zich zou samenvoegen met de communistische FIDEL-partij (Frente Izquierda de Liberación), de socialistische partij, de revolutionaire arbeiderspartij, de Castro-gezinde „Beweging van de 26ste maart” en andere linkse politieke groeperingen. Te zamen zouden ze een nieuwe linkse coalitie gaan vormen, Frente Amplio (Breed Front) genaamd.
Sommige kerkfunctionarissen veroordeelden deze „christelijk-communistische” fusie. Maar anderen keurden dit nieuwe verbond goed en waren er zelfs enthousiast over. Op deze wijze ontstond er in katholieke kringen een diepe kloof. Toch zei de vicaris-generaal van het aartsbisdom van Montevideo, Haroldo Ponce de Léon: „Ik geloof dat geen van de partijen die aan de komende verkiezingen gaan deelnemen, voor een christen onaanvaardbaar is.”
Een jezuïtische publikatie, Perspectiva de Diálogo, keurde de formatie van het Frente Amplio goed. De publikatie leverde zware kritiek op de regering wegens het feit dat ze „bevolkingsgroepen onderdrukt ten gunste van de nationale oligarchie en het buitenlandse kolonialisme”.
Wat conservatiever ingestelde kerkleden waren geschokt en gedesillusioneerd omdat sommige geestelijken de linkse coalitie steunden. Een katholieke lezer schreef in een gezaghebbende krant in Montevideo: „Het lijkt onmogelijk dat er nog priesters onder Gods volk zijn die ernaar streven leiders te worden van het Marxistische Front . . . zij gebruiken het priesterschap om de horden van Lenin, Mao, Castro en andere ’heilige’ mannen te ondersteunen.”
Een „verhitte verkiezingscampagne”
De verhitte gemoederen laaiden tijdens de verkiezingscampagne steeds meer op. De situatie bereikte soms zelfs het „explosieve” stadium. Letterlijke bommen werden gebruikt tegen de hoofdbureaus van de rivalen.
Politieke campagnes draaiden bij tijden uit op bloedige botsingen. Ja, de politieke krachtmeting in de maanden voor de verkiezing eiste doden en gewonden. En na de verkiezingen werd er zelfs een duel met het pistool uitgevochten tussen twee verliezende presidentskandidaten in verband met bepaalde uitlatingen die zij tijdens de campagne in hun verkiezingstoespraken hadden gedaan.
De nieuwe linkse coalitie, het Frente Amplio, ging met veel openbaar vertoon de verkiezingen in. Bijna alle bomen en elektriciteitspalen en gedeelten van het wegdek en het trottoir langs de belangrijkste straten van Montevideo en veel andere steden waren beschilderd in de kleuren van de nieuwe partij — rood, blauw en wit.
Jongerenbrigades werden erop uitgestuurd om de straten en pleinen schoon te maken en te repareren. In verschillende delen van de stad werden dagelijks met geldelijke steun van het Front kunsttentoonstellingen gehouden. Mobiele eerste-hulpteams boden gratis medische bijstand aan en namen de bloeddruk op van de mensen die zich op straat bevonden. Er waren reusachtige straatbijeenkomsten om de Frente-kandidaten te steunen. De emblemen van het Front, de geluidswagens, de ontelbare pamfletten, de meetings, het leek wel alsof de pogingen van de andere partijen bij al dit vertoon volkomen in het niet verzonken.
Neutrale waarnemers vroegen zich af: ’Zou het mogelijk zijn dat de Uruguese bevolking, moe van de moeilijkheden die ze de afgelopen paar jaar heeft meegemaakt, zich ten gunste van het katholiek-linkse front uitspreekt? Zullen de verkiezingen op vreedzame wijze voortgang vinden, aangezien de terroristen die het Frente Amplio voorstaan, hebben verklaard dat zij vastbesloten zijn de overwinning te behalen, als het moet met geweld?’
Bracht de verkiezingsdag de oplossing?
Eindelijk brak dan de dag van de verkiezingen aan. Die zondag, 28 november, begon als een heldere, stralende dag. De atmosfeer was evenwel geladen. De stemming was verplicht en voor de eerste maal had men met maatregelen gedreigd als iemand niet op het stembureau zou verschijnen. Er werd een record-aantal kiezers verwacht.
Zodra er een begin werd gemaakt met het tellen van de stemmen, kon men al zien dat de twee traditionele partijen de meerderheid van de stemmen zouden krijgen. De slottelling toonde aan dat de Colorado-partij had gewonnen, direct gevolgd door de blancos. De getallen gaven het volgende beeld te zien:
De Colorado-partij 680.440 stemmen
De Blanco-partij 667.860 stemmen
Het Frente Amplio 303.178 stemmen
De nieuwe president, Juan M. Bordaberry, aanvaardde op 1 maart 1972 officieel zijn functie.
Een paar dagen na de installatie van de president verdubbelden de brandstofprijzen. Daarna stegen de prijzen van bijna alle goederen, van sommige artikelen wel met 200 percent. Er kwamen weer arbeidsstakingen en andere tekenen van onrust.
Op woensdag 12 april slaagden vijftien terroristen erin op spectaculaire wijze door het riool uit de Punta-Carretas-gevangenis te ontsnappen. Op vrijdag 14 april vielen bij een aantal botsingen tussen de terroristen en de politie 12 doden.
De volgende dag verklaarde het Uruguese parlement het land „in staat van beleg”, waarbij tevens werd bekendgemaakt dat de persoonlijke vrijheden van de burgers zouden worden beperkt. Het leger kreeg ruimere bevoegdheden om opstandige bewegingen de kop in te drukken en gevangen opstandelingen te bewaken.
Het is duidelijk dat de verkiezingen niet de oplossing voor Uruguay hebben gebracht. Ook de katholieke Kerk heeft een gevoelig verlies geleden. De onenigheid die er in haar gelederen over politieke kwesties bestaat, is heel duidelijk aan het licht getreden. Dit heeft steeds meer mensen ertoe gebracht haar te verlaten.
Het is duidelijk dat een verandering spoedig gewenst is, niet alleen in Uruguay maar in elk land waar onrust heerst en de bevolking niet veilig kan wonen. Hoewel mensen onderling van mening verschillen over de wijze waarop zij denken dat dit moet gebeuren, deelt Gods onfeilbare Woord, de bijbel, ons mee hoe er zeer beslist een verandering zal komen, niet alleen voor Uruguay, maar voor de gehele mensheid. De tijd voor deze drastische verandering is zeer nabij. Aan wiens zijde zult u staan wanneer deze komt?