Samenwerken met de beschermers van uw lichaam
DE AUTO reed meer dan 180 kilometer per uur toen hij op de achterkant vloog van een auto die nauwelijks 90 kilometer per uur reed. Een van de slachtoffers van dit ongeval, niet tevreden met de schadevergoeding die hij had ontvangen, wilde de fabrikant van de auto die zo hard had gereden, aansprakelijk stellen. Hij achtte de fabrikant schuldig aan het ongeval aangezien hij de auto had gemaakt om met die hoge snelheid te kunnen rijden. Het Amerikaanse Hof van Beroep dat de zaak behandelde, besliste echter anders. Het was van oordeel dat een fabrikant „verplicht is verborgen defecten en latente of niet zichtbare gevaren te voorkomen, maar niet een grof en zorgeloos misbruik van zijn produkt behoeft te voorzien en het daartegen niet behoeft te beschermen”.
Op medisch gebied zijn er autoriteiten van wie men zou kunnen zeggen dat zij het menselijk lichaam op dezelfde wijze bezien als bovengenoemd verkeersslachtoffer de auto waardoor hij was verwond. Maar niet allen zijn zo. Heel wat medici geven hoog op van de wijsheid die in het ontwerp van het menselijk lichaam tentoon wordt gespreid. Zo schreef de geleerde W. B. Cannon een boek getiteld „The Wisdom of the Body” („De wijsheid van het lichaam”). Een wijs ontwerp betekent echter niet dat misbruik geen schade tot gevolg zal hebben, en in dit opzicht geven heel veel mensen van gebrek aan een goed oordeel blijk. Dr. L. Pauling gaf als zijn mening te kennen dat „wij onszelf voortdurend schade berokkenen door dingen te doen waarvoor ons lichaam nooit was bestemd”. Met welk gevolg? Een versnelling van het verouderingsproces, ziekte en dood.
Er bestaat geen twijfel over, als wij het lichaam beschouwen ontdekken wij dat de Schepper wonderbare voorzieningen heeft getroffen voor het lichamelijk welzijn van de mens. De mens is geen robot maar heeft, in plaats daarvan, het vermogen en de vrijheid tussen een verstandige en een dwaze handelwijze te kiezen, met alle gevolgen van dien. In grote mate wordt de gezondheid van ons lichaam bepaald door de goddelijke wet: „Wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten.” Door met de beschermers van ons lichaam samen te werken, kunnen wij de kans op een slechte gezondheid en het ontstaan van ziekten verkleinen. — Gal. 6:7.
Tot de beschermers van het lichaam en de behouders van de gezondheid, behoren de immunologische verdedigingssystemen (met inbegrip van de witte bloedlichaampjes en de antilichamen), interferon, de hormonen en zelfs de huid. Deze beschermers zouden vergeleken kunnen worden met soldaten, politieagenten en brandweerlieden, die dienen om een gezin, stad of land te beschermen tegen dreigende gevaren. De logica en ons gezonde verstand schrijven natuurlijk voor dat de burgers met deze verdedigingsorganisaties dienen samen te werken, willen zij bescherming en veiligheid genieten. En zo moet ook iedereen, als hij gezond wil blijven, zijn deel bijdragen tot de bescherming van het lichaam door met de beschermers van zijn lichaam samen te werken.
De immunologische verdedigingsmechanismen
„Immuniteit” is wel beschreven als „een woord dat gewoonlijk van toepassing wordt gebracht op de uitgebreide verzameling reactiemechanismen waarmee het lichaam zich verdedigt tegen binnendringende micro-organismen”. Bij deze reactiemechanismen zijn een aantal verschillende soorten van witte bloedcellen of -lichaampjes betrokken die dienen als schoonhouders van de bloedstroom. Ze nemen sterk in aantal toe als vreemde, schadelijke of kwaadaardige stoffen het lichaam binnendringen of aanvallen. Zo kan bijvoorbeeld soms de diagnose van blindedarmontsteking bevestigd worden door wat het zogenaamde „bloedbeeld” te zien geeft.
Waardoor komen deze witte cellen in actie? Wat stelt ze in staat de verschillende binnendringende vreemde vijanden, ook bekend als antigenen, te herkennen? Wel, de gammaglobulinen, een van de eiwitgroepen in het bloed, produceren antilichamen, die zich aan de antigenen hechten, waardoor ze als indringers worden gebrandmerkt en de witte bloedlichaampjes ertoe worden aangezet ze te bestrijden en door middel van enzymwerking te vernietigen. Vroeger meende men dat een antigeen de plasmacellen ertoe bracht een antilichaam te produceren dat specifiek bij het betreffende antigeen paste. Maar nu heeft men ontdekt dat de plasmacellen de beschikking hebben over duizenden verschillende soorten van antilichamen en wanneer er dus bijvoorbeeld bacteriën het lichaam binnendringen, kunnen deze zich verenigen met elk antilichaam uit een reeks van antilichamen die toevallig grotendeels bij ze passen.
Dit proces is wel op de volgende manier geïllustreerd: In plaats dat het antigeen gelijkt op een man die naar de kleermaker gaat om een pak te laten maken (zoals eens werd gedacht), lijkt het meer op de man die naar een grote kledingzaak gaat waar duizenden pakken van verschillende grootte en snit hangen en er een uitzoekt uit een aantal die hem tamelijk goed, maar niet noodzakelijkerwijs als „gegoten”, zitten.
Dus wat gebeurt er? Er wordt door het lichaam een signaal uitgezonden en de plasmacellen beginnen dat specifieke antilichaam bij duizenden te produceren. Dat antilichamen niet perfect hoeven te „passen”, blijkt wel uit het feit dat inenting met koepokvirus (dat wel veel gelijkenis vertoont met, maar niet volkomen identiek is aan het pokkenvirus) immuniteit kan teweegbrengen tegen pokken.
Het lichaam heeft tijd nodig om al deze antilichamen te bereiden, waardoor het soms bezwijkt onder de hoeveelheid binnendringers en ziek wordt. Wanneer het lichaam echter voldoende tijd wordt gegund, komt het er meestal weer bovenop, en waarschijnlijk zal het, als gevolg van de toegenomen hoeveelheid antilichamen, tamelijk immuun zijn voor toekomstige aanvallen. Men zegt daarom wel: „Er bestaat geen betere immuniteit dan verworven immuniteit.” Iemand die bijvoorbeeld als kind waterpokken heeft gehad, is voor zijn verdere leven immuun voor deze ziekte. Door middel van inentingen is de mens echter vaak in staat geweest het lichaam van kunstmatige immuniteit te voorzien tegen ziekten als difterie, kinkhoest, mazelen en andere.
Van sommige personen schijnt de bloedstroom geen gammaglobuline te bevatten en als gevolg daarvan geen antilichamen te produceren, waardoor zulke personen ontvankelijk zijn voor allerlei soorten van bacteriële infecties. Deze mensen vormen echter zeldzame uitzonderingen. Over het algemeen beschikt elk menselijk lichaam over dit zeer effectieve verdedigingsmechanisme. Hoe komt het dan dat sommige mensen als zij aan gevaarlijke bacteriën komen bloot te staan ziek worden en anderen niet? Dit komt doordat er bij dit alles meer dan één factor betrokken is. Om te beginnen zijn er de genen. Het is bekend dat gevoeligheid voor bepaalde ziekten erfelijk is, zo dat het soms grotendeels afhangt van overgeërfde gevoeligheid voor of resistentie tegen een bepaalde ziekte of men wel of niet ziek wordt. Zo is het bijvoorbeeld duidelijk dat wanneer iemands beide ouders suikerpatiënt waren, hij een grotere kans dan normaal loopt om de infectieziekten op te lopen waaraan suikerzieken blootstaan. Zo iemand zal daarom veel voorzichtiger moeten zijn dan een ander wiens ouders kerngezond waren.
Een verwante factor waardoor mede wordt verklaard waarom sommigen wel en anderen geen last hebben van bepaalde infectieziekten, is het feit dat bij ziekten en infecties niet alleen maar virulentie, ofte wel de ziekmakende kracht van de betrokken bacteriën, een rol speelt, zoals men eens dacht, maar dat infecties ook verband houden met ecologie, dat wil zeggen, de conditie van de gastheer, uw lichaam. Zo is uit experimenten met muizen gebleken dat wanneer deze dieren honger lijden of met bepaalde voedingsmiddelen worden overvoerd, ze zeer snel een infectieziekte oplopen. Maar wanneer ze weer een goede voeding krijgen, is hun weerstand binnen een paar dagen weer normaal. Dit gaat ook op in het geval van mensen: veel hangt af van het algemene weerstandsvermogen van het lichaam.
Samenwerken met de immunologische verdedigingsmechanismen
Hoe kunt u samenwerken met het immunologische verdedigingssysteem van uw lichaam, en hoe kunt u het versterken? Eenvoudig door verstandig te leven. Wees niet louter tevreden met het feit dat u niet ziek bent. Schenk aandacht aan het behoud van een goede gezondheid door een goede voeding, wat niet alleen betekent dat u erop toeziet dat u voldoende eiwitten, vetten en koolhydraten (suiker en zetmeel) binnenkrijgt, maar ook dat uw lichaam de benodigde vitaminen en mineralen ontvangt. Een broodje ham en een kop zwarte koffie vormen geen evenwichtige maaltijd. Het gebruik van niet-veredelde voedingsmiddelen, zoals volle tarwe, ongepolijste rijst, melasse en grote hoeveelheden groenten en fruit, zal u wat dit betreft al een heel eind in de goede richting helpen. Vergeet ook niet de behoefte van het lichaam aan voldoende rust en slaap en geregelde lichaamsbeweging als u zittend werk doet, terwijl u elke vorm van onmatigheid vermijdt — dit alles zal bijdragen tot een versterking van het immunologische verdedigingssysteem van uw lichaam.
In het bijzonder zal het betrachten van matigheid aan tafel een goede invloed hebben op de werking van uw immunologische beschermingsmechanismen. Zo is uit onderzoekingen met muizen gebleken dat als ze het slechts met een derde van hun normale voedselhoeveelheid moesten doen, maar men echter wel grote zorg had besteed aan de voedingswaarde en de evenwichtigheid van hun dieet, ze veel langer leefden. Naar men zegt, is dit te danken aan veranderingen die door zulk een dieet in het immunologische systeem van de muis ontstaan. Gezien de bovengenoemde resultaten bij muizen, merkte immunoloog Dr. R. L. Walford, verbonden aan de medische faculteit van de universiteit van Californië te Los Angeles, op dat dit er een aanwijzing voor vormt dat mensen er verstandig aan zouden doen minder te eten, en dat, wil zo’n dieet volledig effect hebben, het goed is er zo vroeg mogelijk mee te beginnen, in geval van een kind zodra het vast voedsel begint te eten. — New York Times, 4 augustus 1971.
Interferon
Een van de andere verdedigers van het lichaam is interferon, een stof die tamelijk recent is ontdekt en op het ogenblik intensief wordt onderzocht. Ze wordt door de lichaamscellen geproduceerd als een verdediging tegen virusinfectie en verschilt in een aantal opzichten van de antilichamen. Ze is ogenblikkelijk effectief, terwijl antilichamen tijd nodig hebben om zich te vermenigvuldigen. Men heeft daarom al gezegd dat „interferon aanwezig is op de juiste plaats, op de juiste tijd en in voldoende hoge concentratie om een belangrijke rol te kunnen spelen bij het herstel na virusinfecties”.
Ten tweede is interferon niet specifiek, terwijl een antilichaam dit wel is en alleen maar een bepaald of een daarop sterk gelijkend antigeen, bestrijdt. Een binnendringend virus zet de lichaamscellen ertoe aan interferon te produceren, dat niet alleen werkzaam is tegen dit bepaalde virus maar tegen een grote verscheidenheid van virussen. Ten derde reageert het interferon niet op dezelfde wijze op een binnendringend virus als een antilichaam op een antigeen reageert; interferon werkt namelijk in op de lichaamscellen zelf en geeft ze het vermogen de werking van het virus te neutraliseren.
Verder wordt interferon, hoewel het een eiwitdeeltje is, door het immunologische systeem van het lichaam niet als een vreemde substantie behandeld. Hierdoor is het mogelijk interferon van een bepaald lichaam op een ander lichaam over te brengen, zelfs als beide niet tot dezelfde soort behoren, zonder dat er enig antilichaam wordt gevormd. Het verkrijgen van interferon uit bloed voor medisch gebruik is echter een te kostbaar proces om praktisch te worden uitgevoerd. Om deze reden zijn medische onderzoekers aan het experimenteren met stoffen die de produktie van interferon in de lichaamscellen moet stimuleren. Zij zijn reeds met een stof gekomen die aangeduid wordt als „poly I:C”.
Bij proefnemingen op muizen hebben zij ontdekt dat deze stof buitengewoon effectief is. Zo kregen negenenveertig muizen, drie uur nadat men zeventien exemplaren poly I:C en de rest een placeboa had gegeven, een inenting met een dodelijke dosis van een virus dat bij muizen longontsteking veroorzaakt. Aan het eind van veertien dagen waren alle zeventien muizen die poly I:C hadden ontvangen, nog in leven, terwijl van de tweeëndertig die het placebo hadden gekregen, er slechts één was overgebleven. Wat het gebruik van poly I:C bij mensen betreft, dit verkeert nog in het experimentele stadium.
Hoe kunt u samenwerken met het ’interferon’-systeem? Daar interferon vooral virusinfecties bestrijdt en de infecties die in de wintertijd onze neus en keel belagen tot de meest voorkomende infecties van dit soort behoren, kan elke maatregel om een gewone verkoudheid tegen te gaan, worden beschouwd als samenwerking met het interferon-verdedigingssysteem. Er zijn een aantal manieren om verkoudheid te bestrijden. Een royaal gebruik van citrusvruchten, vooral grapefruits en citroenen, vóór men verkouden is, kan een bescherming vormen. Ook het vermijden van zware en veredelde voedingsmiddelen, vooral gebak, machtige desserts, enz., heeft veel mensen behoed voor verkoudheid. En tamelijk recent heeft het gebruik van vitamine C voor het bestrijden van verkoudheid een grote publiciteit gekregen.
De hormonale beschermers
Terecht zijn de hormonen beschreven als „andere natuurlijke beschermers van het lichaam”. Ze komen ons te hulp als wij met geweld worden bedreigd, waarbij ze ons helpen hetzij te vechten of te vluchten. Bij woede of strijd produceert ons lichaam noradrenaline, en bij angst, als men op de vlucht is of in een depressieve stemming verkeert (wat men ook wel aanduidt als „woede gericht tegen zichzelf”) adrenaline.
Wanneer men zich voor de keus geplaatst ziet te vechten of te vluchten, stimuleren verschillende hormonen de longen tot een diepere ademhaling; het hart gaat sneller kloppen, de bloeddruk stijgt en het bloed verplaatst zich van de inwendige organen naar de plaatsen waar het het meest nodig is, naar de spieren, het hart en de hersenen.
Hoe kunt u nu samenwerken met het hormonale verdedigingssysteem van uw lichaam? In beginsel op twee manieren. Alles wat u doet voor het behouden van een goede gezondheid (het eten van voedzaam voedsel, zorgen voor voldoende rust en slaap, enz.) zal u van een betere reserve voorzien waarop de hormonen in geval van gevaar een beroep kunnen doen. En hierbij geldt vooral dat hoe beter u uw gevoelens onder controle leert houden, des te minder u uw vitale organen zult belasten. De bijbelspreuk zegt terecht: „Een kalm hart is het leven van het vleselijke organisme.” — Spr. 14:30.
De huid als beschermer
Ook de huid dient als een van de beschermers van het lichaam niet over het hoofd te worden gezien. De huid beschermt het lichaam op doeltreffende wijze tegen het binnendringen van schadelijke stoffen of organismen. Hij is heel goed voor dit doel toegerust; aan de buitenkant bestaat hij uit een dode maar toch antiseptische laag die vochtig en soepel wordt gehouden door de zweet- en vetafscheiding. Op welke wijze kunt u met deze beschermer van uw lichaam samenwerken?
In geval van een snede of een andere wond is een goede reiniging van het allergrootste belang. Ook is voor een gezonde huid een goede voeding belangrijk. Zo wordt ons gezegd dat in veel gevallen waar sprake is van „een gebrek aan een bepaalde voedingsstof” ernstige huidaandoeningen „vroeg en duidelijk zichtbaar verschijnen”. En hoewel dagelijkse douches en baden hun esthetische waarde hebben, kunnen ze schadelijk zijn bij een overmatig gebruik van scherpe zeep. Volgens een van Amerika’s vooraanstaande specialisten voor allergische ziekten „kan een patiënt zijn dagelijkse baden zonder zeep nemen en zijn lichaam voldoende reinigen door de huid na het bad met een droge handdoek zachtjes te wrijven”.
Door ons verstand en ons gevoel voor bescheidenheid worden wij ertoe bewogen de alwijze Schepper alle eer te geven en hem te danken voor de verdedigingssystemen waarmee ons lichaam is toegerust. Daar een goede gezondheid een zeer wenselijk goed is, zal wijsheid van onze zijde ons ertoe brengen met deze beschermers van het lichaam samen te werken.
[Voetnoten]
a ’Een onwerkzaam preparaat dat wordt gegeven om een patiënt tevreden te stellen of dat bij het uitvoeren van experimenten wordt toegepast.’