’Denkt u metrisch’?
EEN vreemde vraag? Voor sommigen misschien wel, maar toch niet voor allen. Ongeveer negentig percent van de aardbevolking denkt „metrisch”, ongeveer tien percent niet. Geleerden, technici, huisvrouwen, boeren, bakkers, slagers — miljoenen mensen met uiteenlopende vakken en beroepen — maken geregeld gebruik van metrische eenheden om daar lengten, gewichten en andere grootheden mee aan te duiden en te berekenen.
Vandaag aan de dag zijn er nog slechts een handvol landen — waaronder Burma, Sierra Leone en de Verenigde Staten van Amerika — die vasthouden aan een ander stelsel van maten en gewichten. Van de belangrijke geïndustrialiseerde landen zijn het nog alleen de Verenigde Staten die van het Angelsaksische of Engelse stelsel gebruik maken. Maar zelfs Engeland is al heel ver gevorderd met betrekking tot haar tienjarenplan in verband met de overschakeling op het metrieke stelsel. Door middel van onderwijs, posters en dergelijke, worden de Britten aangespoord ’metrisch te denken’, in plaats van Angelsaksische eenheden in andere maten om te rekenen. Engelands uiterste streefdatum voor de ommekeer? 1975.
Zullen de Verenigde Staten ’op de metrische toer gaan’?
Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn geïndustrialiseerde landen als Japan allemaal overgegaan op het metrieke stelsel. De algemene gedachte is dat het nog slechts een kwestie van tijd zal zijn voordat de Verenigde Staten ook zullen overschakelen. Waarom? Hoofdzakelijk uit angst voor verlies van de buitenlandse afzetmarkt. Per slot van rekening ligt het meer voor de hand dat twee „metrische” landen met elkaar handel drijven, dan twee landen die een verschillend systeem aanhouden. Waarom zou een fabrikant artikelen gebaseerd op Angelsaksische maten kopen om dan later met dure vervangings- en reparatiekosten te worden geconfronteerd? Volgens bepaalde onderzoekrapporten zouden de Verenigde Staten wegens het vasthouden aan het Angelsaksische stelsel jaarlijks voor $600.000.000 aan exportmogelijkheden missen.
Er zijn al grote Amerikaanse bedrijven die — tot op zekere hoogte — ’metrisch denken’. De eerste in Amerika vervaardigde „metrische” motor is onlangs gereedgekomen op de Ford-fabrieken in Lima, Ohio. Andere bedrijven vervaardigen zowel „metrische” als „niet-metrische” produkten. De meeste Amerikanen denken trouwens ’metrischer’ dan zij in het algemeen beseffen. Doktoren schrijven hun recepten in (metrische) hoeveelheden; bij apothekers en drogisten kan men in grammen en milligrammen afgewogen geneesmiddelen kopen; de maat van cameralenzen wordt aangeduid met metrische termen; de frequentie van radiogolven meet men in kilocycles, elektrische energie in kilowatts.
Dat er in de Verenigde Staten sprake zou zijn van een overgang naar het metrieke stelsel, is overigens niet nieuw. Reeds in 1821 legde John Quincy Adams, de toenmalige minister van buitenlandse zaken, het Congres een rapport voor waarin de suggestie werd gedaan „het nieuwe Franse [metrieke] stelsel van maten en gewichten, in al zijn essentiële onderdelen over te nemen . . .”, terwijl het Congres in 1866 een wetsontwerp goedkeurde om over het hele land het gebruik van het metrieke stelsel wettig te verklaren. De Verenigde Staten behoorden bovendien tot de eerste landen die in 1875 de Meterconventie sloten, terwijl sinds 1893 Angelsaksische eenheden als de yard en de pound worden gedefinieerd in metrische eenheden.
In 1968 hechtte het Amerikaanse Congres zijn goedkeuring aan de verrichting van een onderzoek naar de waarde van het metrieke stelsel. Drie jaar, twaalf boekdelen en $2.500.000 later waren de resultaten van het onderzoek samengevat te lezen op de titelpagina van het eindrapport voor het Congres: „Een metrisch Amerika — Een beslissing waarvoor de tijd rijp is.”
Amerikaanse voorstanders van het metrieke stelsel leggen de nadruk op de eenvoud ervan en de handelsvoordelen die het biedt. Tegenstanders daarentegen beweren onder meer dat de overschakeling te veel zal gaan kosten; het was bovendien ook vanwege dit onkostenprobleem dat onlangs in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden het aantal voorstanders scherp was gedaald. Anderen betogen dat een verandering veel te veel moeilijkheden gaat opleveren voor mensen die bij hun werk het Angelsaksische stelsel hanteren. Herscholing op dit gebied blijkt echter niet zo problematisch als de meesten dachten. Ook onder het algemene publiek zal wellicht wat weerstand tegen de verandering bestaan. En toegegeven, een middeltje van 61 centimeter klinkt voor een jonge vrouw lang niet zo slank als 24 inch! Maar waarschijnlijk zal ook zij, net als andere mensen, haar denken heel snel hebben aangepast.
De ontwikkeling van het metrieke stelsel
Het metrieke stelsel had zijn begin in Frankrijk. Tijdens de woelige dagen van de Franse Revolutie kreeg de Parijse Academie van Wetenschappen van de Nationale Vergadering de opdracht om voor alle maten en gewichten een onveranderlijke standaard in te voeren, ter vervanging van de diverse eenheden die overal in het land werden gebruikt. Wat dat aangaat bestond er trouwens ook op internationaal niveau heel wat spraakverwarring, met van land tot land verschillende maten en gewichten, die een belemmering vormden voor de uitwisseling van wetenschappelijke en andere gegevens. De Academie ontwierp een betrekkelijk eenvoudig en sluitend systeem. De eenheid van lengte was de meter, duidelijk omschreven als een deel van de omtrek van de aarde. Andere elementen van het systeem waren daarop gebaseerd. Een gram werd bijvoorbeeld gesteld op een massa gelijk aan die van een kubieke centimeter water bij zijn temperatuur van grootste dichtheid.
De nodige onderzoekingen, overzichten en metingen strekten zich over verscheidene jaren uit. Men schreef al 1799 toen de metrieke eenheden pas wettelijk in Frankrijk werden aanvaard. Nochtans bleven de oude maten en gewichten nog jaren in gebruik. Bij een op 4 juli 1837 van kracht geworden wet was het vanaf 1 januari 1840 verboden zich nog op enigerlei wijze van de oude eenheden te bedienen. Na verloop van tijd voerden ook andere landen het metrieke stelsel in. Nu is het in de meeste landen in gebruik. In de loop der jaren zijn er in het stelsel heel wat verfijningen aangebracht, terwijl in 1960 op de Algemene Conferentie over Maten en Gewichten nog kleine verschillen werden vereffend die in diverse landen bij het gebruik van de metrische eenheden bestonden. Hieruit ontsproot het Internationale Eenhedenstelsel, dat op het metrieke stelsel is gebaseerd en waarnaar soms verwezen wordt als SI (Système International d’Unités).
Een nadere beschouwing
Het metrieke stelsel dankt zijn naam aan de voornaamste eenheid ervan, namelijk de meter, afgeleid van het Griekse woord metron, letterlijk: maat. Hoe lang is nu precies een meter? Volgens de oorspronkelijke bepaling een tienmiljoenste van de afstand tussen de noordpool en de evenaar, gemeten langs de meridiaan van Barcelona (Spanje) naar Duinkerken (Frankrijk). U bent niet bang voor een nog technischer omschrijving? Welnu dan, volgens de huidige, internationaal aanvaarde standaardmaten is de meter gedefinieerd op 1.650.763,73 maal de golflengte van het oranjerode licht van krypton-86 (een isotoop van het edelgas krypton) zoals gemeten in vacuüm.
Het huidige metrieke stelsel heeft zes basiseenheden. Voor de eenheid van lengte heeft men de meter. Voor die van masse (gewoonlijk „gewicht” genoemd) de kilogram, voor de temperatuur heeft men de kelvin (in de praktijk omgerekend in graden Celsius). De tijdeenheid is de seconde. Voor de elektrische stroomsterkte hebben we de ampère, terwijl de candela de eenheid is van lichtsterkte. Natuurlijk bevat het stelsel nog andere eenheden, zoals bijvoorbeeld de eenheid van snelheid, doch die worden allemaal afgeleid van de zojuist genoemde. Zo af en toe ziet men de seconde, ampère en candela ook in het Angelsaksische stelsel opduiken.
Een kenmerkend voordeel van het metrieke stelsel is de eenvoud ervan. Denkt men „metrisch”, dan is tien het basisgetal dat men voortdurend in gedachten heeft, aangezien het metrieke stelsel decimaal is opgebouwd. Begin met een basiseenheid en deel (of vermenigvuldig) deze dan door (resp. met) tien. Leg dan voor de resulterende eenheden standaard-voorvoegsels vast en men heeft een altijd opgaand systeem, dat er voor de gewichtseenheden als volgt uitziet:
10 milligram = 1 centigram
10 centigram = 1 decigram
10 decigram = 1 gram
10 gram = 1 dekagram
10 dekagram = 1 hectogram
10hectogram = 1 kilogram
10 kilogram = 1 myriagram
Het feit dat het metrieke stelsel een decimaal stelsel is, maakt snelle berekeningen op papier mogelijk, aangezien men vaak louter door het verschuiven van de komma van de ene op de andere eenheid kan overstappen.
Zal de hele wereld „metrisch” worden?
Al duizenden jaren heeft de mens dingen gemeten en gewogen, reeds lang voordat het metrieke stelsel in zwang kwam. Ga eens vijf millenniums terug en neem Tubal-Kaïn bijvoorbeeld. U hebt nog nooit van hem gehoord? Wel, volgens de bijbel was hij „de smeder van allerlei gereedschap van koper en ijzer” (Gen. 4:17-22). Misschien was hij de eerste smeder. In elk geval was hij een meester in het vak. Stellig heeft Tubal-Kaïn de materialen die hij verwerkte, gewogen. Ook lengten en andere grootheden zal hij hebben gemeten. Natuurlijk dacht hij niet „metrisch”. Wie kan echter zeggen dat zijn methode om maten en gewichten te berekenen voor zijn doel ongeschikt was?
Bij de oude maatstelsels namen delen van het menselijk lichaam vaak een belangrijke plaats in. Bij de Hebreeën was bijvoorbeeld de „handbreedte” een lengtemaat die ongeveer gelijk was aan de breedte van een volwassen hand bij de basis van de vingers (Ex. 37:12). Zowel de Grieken als Romeinen hadden een lengtemaat die ze „voet” noemden — en die ook inderdaad vrijwel even lang was als een mensenvoet. De Romeinen verdeelden deze eenheid in twaalf delen, die ze unciae noemden, ofte wel „inches”.
Het Angelsaksische stelsel bestaat grotendeels uit oude maten en gewichten die geen enkel verband met elkaar houden, of in elk geval niet op één enkele eenheidsmaat zijn gebaseerd. Zo moet men bijvoorbeeld altijd in gedachten houden dat er drie voet in een yard gaan en 5280 in een mijl — dat er zestien ounces gaan in een pint, tweeëndertig in een quart, en vier quarts in een gallon melk. Natuurlijk maakt dit het Angelsaksische stelsel niet onbevredigend. Per slot van rekening hebben al miljoenen mensen — steenhouwers, timmerlieden, koks, machinisten en huisvrouwen — zich er met succes van bediend, hoewel het hun vaak wel heel wat geestelijke oefening kostte. Het metrieke stelsel heeft echter ontegenzeglijk voordelen, vooral wanneer het door alle mensen overal wordt gebruikt.
Wat zal de toekomst brengen? Zal het metrieke stelsel over de hele wereld ingang vinden, totdat ten slotte iedereen „metrisch denkt”? Slechts de tijd zal het leren tot in welke mate dit stelsel zijn invloed zal laten gelden.
[Illustraties op blz. 18]
GEWICHT
1 kilogram = 2,2 pound
LENGTE
30,5 centimeter = 1 voet
INHOUD
1 liter = 1,06 quart