Wanneer kerken kansspelen organiseren om aan geld te komen
„10 GOKKERS in synagoge in Brooklyn gearresteerd.” Dat was de kop boven een verslag dat op 12 augustus 1974 in de New York Times stond. Er waren heel wat mensen meer aanwezig geweest, tussen de 250 en 300 geregelde spelers, maar de politie arresteerde slechts de waarschijnlijke leiders van de diverse spelen. Een woordvoerder van de synagoge merkte op: „Wij begrijpen de redenen voor de inval niet. Wij deden niets dat ook niet door andere kerken en synagogen wordt gedaan. Waarom moesten ze ons hebben?”
Volgens een politiefunctionaris hadden religieuze organisaties echter allang de raad gekregen met dergelijke gokactiviteiten te stoppen, aangezien we „anders een inval zouden doen en arrestaties verrichten”. Deze inval geschiedde derhalve om een eind te maken aan uitgebreide gokavonden, bekend als „Las Vegas Nites”, die vaak van 8 uur ’s avonds tot 6 uur ’s morgens voortduurden. Was de politie tot dan toe toegeeflijk geweest ten aanzien van de illegale kansspelevenementen die de kerken hadden opgezet — sinds maart vorig jaar was ze zich gaan afvragen tot in welke mate zulke activiteiten werden geleid door leden van de georganiseerde misdaad. In augustus kwam het bewijs waar de politie niet langer aan voorbij kon gaan. Vroeg in de avond, op 4 augustus, stond in het souterrain van een synagoge in Brooklyn Steven Cirillo, een beruchte onderwereldfiguur. Het doel van zijn aanwezigheid was niet duidelijk — had hij het toezicht op de gokhandelingen of keek hij slechts toe? Plotseling werd hij in het hoofd geschoten, en was op slag dood. Later vond de politie in het struikgewas rond de synagoge twee vuurwapens, waaronder een geweer.
Het souterrain was op het moment dat dit gebeurde, gevuld met spelende mensen, maar onmiddellijk na de moord vluchtten ze weg, op één man en de vrouw van het slachtoffer na. In de daarop volgende dagen ondervroeg de politie vijftig van de geregelde bezoekers van de speelzaal, om aan een beschrijving van de moordenaar te komen. Het slachtoffer was volgens de berichten lid geweest van een Maffia-bende die in de stad opereert, en had al zeven arrestaties voor diverse misdrijven achter de rug, variërend van autodiefstal tot moord.
Wat stak er achter de moord? De politie veronderstelde wraakneming door een concurrerende bende, aangezien er vóór die tijd al meerdere moorden of pogingen tot moord waren begaan als uitvloeisel van een bendeoorlog. De politie had altijd gemeend een oogje te moeten toeknijpen toen Amerikaanse kerken en synagogen overgingen tot het organiseren van bescheiden kansspelen, maar toen dat uit de hand ging lopen en er uitgebreide speelgelegenheden werden geschapen waarin men „Las Vegas Nites” hield, geleid door onderwereldfiguren, ja, toen werd het een ander verhaal. De politie kwam wat dit betreft trouwens met de klacht dat „hongerige” religieuze organisaties „nooit de achtergrond in aanmerking nemen” van de personen die zij huren om hun gokspelen te leiden. Derhalve „namen in de gehele stad districtscommandanten van de politie contact op met de geestelijkheid . . . hen waarschuwend om een eind te maken aan de Las Vegas Nites in parochie- en synagogeruimten”. Kennelijk had de synagoge waar op 11 augustus een inval werd gedaan, die waarschuwing in de wind geslagen.
Maar waarom organiseren kerken en synagogen dergelijke gokavonden? Volgens de voorzitter van een Joods Centrum betekenen ze voor hen het verschil tussen „wel of niet kunnen betalen”. En een woordvoerder van een andere groep merkte op: „Bekijk het eens. We kunnen op een goede avond $1500 tot $2000 verdienen. Daarvan is de Talmud Torah te bekostigen, alsmede de jeugddansen, andere kinderactiviteiten”, enzovoort. En de woordvoerder van een andere joodse gemeenschap verklaarde: „We zullen moeten kijken naar wat andere religieuze instellingen in de omgeving doen. Zolang de politie het tolereert, zullen we het waarschijnlijk blijven doen. Het is een basismethode om aan geld te komen. Maar als de politie het spelen gaat verbieden, dan gaan we daarmee akkoord.” In sommige gevallen ging men er klaarblijkelijk niet snel genoeg mee akkoord!
Maar hoe kunnen zulke gokactiviteiten worden gerechtvaardigd wanneer ze religieuze organisaties in contact brengen met de ergste misdadigers van de maatschappij? Gokken brengt vreemde bindingen tot stand! In een redactioneel commentaar van de New York Times (14 augustus 1974) stond: „De politie kan het niet alleen af. De religieuze instellingen zelf zullen het gepeupel uit de tempel moeten drijven.” Ja, de handelwijze van die religieuze instellingen doet denken aan de beschrijving die zo’n drieduizend jaar geleden van toenmalige religieuze groepen werd gegeven: „Ziet gij een dief, dan sluit gij u bij hem aan, met overspelers maakt gij gemene zaak.” — Ps. 50:18, De Katholieke Bijbel.
Maar zelfs al zouden religieuze organisaties zich niet inlaten met de praktijken van misdadige elementen in de samenleving, bestaat er dan enige rechtvaardiging voor het feit dat zij tot gokmethoden hun toevlucht nemen om aan geld te komen? Volgens een kranteverslag heeft de politie „talrijke klachten ontvangen van de echtgenoten van personen die geld hadden verloren” bij deze „religieuze” gokspelen. Zouden religieuze organisaties niet veeleer moeten helpen huwelijksproblemen op te lossen, in plaats van te zorgen dat mensen er nog meer bij krijgen?
Bovendien is het een steeds weer opnieuw bevestigd en ook bekend feit dat gokken een verslaving wordt, een „koorts”, die mensen soms aanzet tot het begaan van misdaden — inbraken en berovingen — om aan geld te komen, of, als zij geen uitweg meer zien, hen zelfs de hand aan zichzelf doet slaan. Hoe dwaas het in feite is om door middel van gokken te proberen ’iets voor niets’ of ’veel voor weinig’ te krijgen, werd krachtig onder woorden gebracht door John Scarne, een autoriteit op het gebied van alles wat met gokken te maken heeft, in zijn boek The Woman’s Guide to Gambling (een soort „gok-encyclopedie” voor de vrouw): „Elke vrouw die muntmachines . . . voor andere doeleinden bedient dan die van plezier, het verdrijven van verveling of het weg werken van overtollig kleingeld, die moet haar hoofd laten nakijken.”
De immorele aspecten van deze kerkelijk georganiseerde gokgelegenheden, vooral als het arme mensen zijn die tot gokken werden verleid — werd onderstreept in een brief van een rooms-katholieke priester in Philadelphia, gericht aan zijn mede-priesters en gepubliceerd in The Evening Bulletin, het avondblad van die stad: „Door de kerk georganiseerde gokspelen in de binnenstad zijn tegengesteld aan onze missie om het Evangelie onder de armen te brengen. Op zijn ergst, vertoont het de kenmerken van de anti-Christ, een wolf in schaapskleren, waar Jezus voor waarschuwde.”
Ja, zo ging hij verder: „Wij laten onszelf daarbij zien als een kerk die zich ermee tevreden stelt de armen arm te houden door te speculeren op hun menselijke zwakheden en financiële kwetsbaarheid. Onze bingo-spelen en loterijen met auto’s en ’huisjes-aan-de-kust’ als inzet, zijn niet keurig als losstaande zaken te zien; ze maken onvermijdelijk deel uit van alle parasitaire methoden die de kwaliteit van het leven in de binnenstad vermoorden en uitzuigen. . . . Wij leren onze kinderen respect voor de wet te hebben, en bederven ze dan met onze onwettige praktijken: sommigen kregen de eerste besmetting van de „gokkers-koorts” op onze kinderbazars. . . . Onze stimulans draagt bij tot het kwaad, aangezien we een wrede misleiding lijken goed te keuren.” Gokken is voor arme mensen inderdaad een wrede misleiding gebleken.
Ook Jehovah’s getuigen hebben natuurlijk onkosten aan de gebouwen waar zij bijeen komen. Zij organiseren echter geen gokfestijnen, houden geen bazars, laten geen collecteschalen rondgaan en kennen geen vaste contributie. Bijdragen worden vrijwillig en ongevraagd geschonken. Hoe dat mogelijk is? Waarom zou u dat niet zelf onderzoeken door een bezoek te brengen aan hun vergaderingen.