Wat weet u van koorts?
KOORTS behoort tot de dingen die zorgzame moeders van baby’s of kleine kinderen vaak veel zorgen baart. Maar waarschijnlijk maken zij zich, zoals we zullen zien, meer zorgen dan nodig is.
Volgens de medische geschiedenis is „koorts als een teken van ziekte . . . reeds bekend sinds de waarnemingen van Hippocrates”, de zogenaamde „vader van de geneeskunde”. Uit de bijbel blijkt echter dat reeds duizend jaar voordien Mozes iets te zeggen had over „brandende koorts”. We treffen deze uitdrukking aan in de goddelijke wetten die hij onder inspiratie aan de natie Israël moest geven (Lev. 26:16; Deut. 28:22). Vele eeuwen na Mozes spreken de evangelieschrijvers over Jezus Christus, de Zoon van God, die de schoonmoeder van Petrus van een „hoge koorts” verlost, terwijl we over de apostel Paulus lezen dat hij na een schipbreuk de koorts geneest van de vader van Publius, „de voornaamste man” van het eiland Malta. — Luk. 4:38, 39; Hand. 28:7, 8.
Toegenomen begrip omtrent koorts
Sinds de tijd van Hippocrates is de mens steeds meer over koorts te weten gekomen. Een grote stap vooruit was in 1714 de uitvinding van de eerste thermometer door Fahrenheit. Daarna, nu ongeveer honderd jaar geleden, ontdekte men dat koorts direct verband hield met een verhoogde afstelling van de lichaamsthermostaat. En zelfs nu nog is koorts zo’n gevoelige en betrouwbare aanwijzing van de aanwezigheid van ziekte, dat het opnemen van de temperatuur waarschijnlijk de meest toegepaste geneeskundige handeling is.
Maar het is toch pas de afgelopen twintig jaar dat de mens een zinnig begrip omtrent het ontstaan van koorts heeft gekregen. Ten eerste is bekend geworden dat de kleine klier in de hersenen, net achter en boven de neus gelegen, de zogenaamde hypothalamus, de regeling verzorgt van de lichaamstemperatuur, al blijft het hoe daarvan nog een vraag.
En wat men verder ontdekte, was dat de witte bloedlichaampjes in het bloed bij de bestrijding van een infectie pyrogenen, letterlijk „vuur-voortbrengers”, produceren, afscheidingsprodukten die een werking uitoefenen op de cellen in het voorste deel van de hypothalamus, waardoor deze laatste zijn „thermostaat” hoger gaat afstellen. Om die reden wordt koorts wel omschreven als een verhoogde lichaamstemperatuur ten gevolge van een verstoring in het temperatuurregulatiecentrum in de hersenen. Een van de gevolgen van deze andere afstelling van de „thermostaat” is dat de persoon zich voelt alsof hij het koud heeft, zelfs huivert en rilt, ook al is zijn lichaamstemperatuur hoger dan normaal.
Uit recente onderzoekingen is gebleken dat de constantheid van de lichaamstemperatuur verband houdt met het evenwicht van natrium en calcium in de hypothalamus, waarbij calcium als een soort van rem schijnt te werken op de natrium-ionen en deze ervan weerhoudt de lichaamstemperatuur te hoog op te drijven. En het schijnt dat de pyrogenen van de witte bloedlichaampjes de calcium-„rem” wegnemen.
Enkele van de vragen die op een internationaal koorts-symposium in Londen (1970) werden gesteld, waren: Wat is het nut van koorts? Waaruit bestaan deze pyrogenen? Zijn het hormonen? Waarom is de gemiddelde normale lichaamstemperatuur 37° Celsius en niet 32° of 42°? En waarom, zo vroegen sommigen ook, heeft aspirine geen effect op de lichaamstemperatuur wanneer deze normaal is, maar wordt de werking ervan steeds sterker naarmate de temperatuur hoger en hoger stijgt?a
„Normale” temperatuur slechts een betrekkelijk begrip
Het is inderdaad interessant dat ook al wisselt de omgevingstemperatuur misschien wel 100 graden, 37° Celsius gewoonlijk de „normale” lichaamstemperatuur is. Verschillen als ras, sekse, voeding of klimaat zijn op iemands temperatuur van heel weinig invloed; ofschoon er wel andere factoren zijn die afwijkingen veroorzaken. Iemands eigen temperatuur varieert bijvoorbeeld al van ’s morgens tot ’s avonds. Ze is het laagst tussen drie en zes uur ’s morgens en het hoogst tussen vier en vijf uur ’s middags. Bovendien loopt in de verschillende delen van het lichaam de temperatuur sterk uiteen. De rectale temperatuur is een halve graad hoger dan die van de mond; de handen en voeten hebben een lagere temperatuur, terwijl de uiteinden van neus en oren het koudst zijn.
Aangelegenheden als lichaamsbeweging of opwinding zullen tot een stijging van de lichaamstemperatuur leiden. Maar zo’n toestand is geen echte koorts, aangezien het lichaam daarna zo snel mogelijk weer tot zijn normale temperatuur terugkeert. De hypothalamus is niet door pyrogenen belaagd geweest.
Zo blijkt dat elke temperatuur tussen de 36,1 en 37,8 graden Celsius normaal kan zijn en dat zelfs 38,3 bij kinderen soms eenvoudig aan inspanning of opwinding toegeschreven moet worden. Bij kinderen ligt een hoge koorts gewoonlijk tussen de 39,4 en 40,6 graden Celsius, terwijl alles wat daarboven ligt meestal als gevaarlijk wordt beschouwd. De hoogste temperatuur waarvan iemand zonder hersenletsel is hersteld, was naar verluidt 46° Celsius.
Hoe komt het dat de hypothalamus zijn thermostaat als het ware hoger afstelt? De meest algemene oorzaak is ongetwijfeld infectie, hoewel er ook andere oorzaken van koorts kunnen worden genoemd: geneesmiddelen, vergiften, ernstige ongelukken met vooral beschadiging van het centrale zenuwstelsel, en diverse stoornissen in de hersenwerking, terwijl ook extreme oververhitting van het lichaam koorts kan veroorzaken; dit laatste is bijvoorbeeld het geval bij een zonnesteek of een hartaanval, wanneer het koelingsmechanisme van het lichaam er plotseling de brui aan lijkt te geven. Zo iemand houdt op met transpireren ook al blijft zijn temperatuur stijgen.
Wat is het nut van koorts?
Heeft koorts een bepaald nuttig doel? Trekt het lichaam er enig voordeel van? Dat is een ietwat controversiële vraag. Er zijn moderne autoriteiten die daarop met Ja zullen antwoorden, terwijl anderen Nee zullen zeggen. Zo staat er in een leerboek over fysiologie (1973), geschreven door een Engelse hoogleraar, kortweg: „De functie van koorts is onbekend; het lijkt niet dat het vermogen van het lichaam om ziekte te bestrijden, erdoor wordt verhoogd.” En volgens een Amerikaanse autoriteit zijn proeven om de positieve waarde van koorts aan te tonen „niet overtuigend geslaagd”.
De voorzitter van het reeds genoemde koorts-symposium is echter een tegenovergestelde mening toegedaan, want volgens hem „is het onwaarschijnlijk dat deze universele reactie bij warmbloedige dieren zou zijn blijven bestaan . . . indien ze geen essentiële verdediging tegen ziekte zou leveren”. En een andere autoriteit verklaarde: „Een koorts van milde aard is een voorziening van de Natuur waardoor de infectie wordt bestreden en het herstel bevorderd.” Bij onderzoekingen bleek dat dieren die met bacteriën waren ingeënt en daarna op een temperatuur van 40,6 °C werden gehouden, de infectie beter doorstonden dan dieren die niet aan een hogere temperatuur waren blootgesteld.
Het is dan ook niet vreemd dat in het verleden, in de tijd dat er nog niet zulke doeltreffend werkende geneesmiddelen bestonden, ziekten als syfilis, astma en gewrichtsontsteking met kunstmatig opgewekte koorts werden behandeld. Periodes van acute ziekten (zoals de mazelen) die gepaard gaan met koorts, staan trouwens nog altijd bekend om hun heilzame effect op andere, reeds bestaande ziekten. Het verhaal gaat zelfs dat Pasteur de leden van de Franse Academie der Geneeskunde uitdaagde om kippen met een dodelijke dosis miltvuur in te enten. Zij waren hiertoe niet in staat omdat een kip een normale lichaamstemperatuur van 41,7 °C bezit, een temperatuur waarbij miltvuurbacteriën niet in leven kunnen blijven.
En zo zijn er nog andere feiten die door velen worden aangevoerd om te staven dat koortsen inderdaad een nuttig doel dienen: Koorts zet bijvoorbeeld het lichaam aan tot de produktie van een pas ontdekte stof, inferon, die het lichaam helpt bij de bestrijding van virussen. Bovendien stimuleren koortsen de produktie van enzymen en witte bloedlichaampjes. Maar dat alles neemt natuurlijk niet weg dat koorts ook zijn nadelige kanten heeft. De hartslag neemt toe, het lichaamsgewicht gaat achteruit, de hoeveelheden lichaamsvloeistof en het zoutgehalte nemen af, terwijl hoofdpijnen en andere onaangenaamheden de koorts kunnen vergezellen.
Wat aan koorts te doen?
Er is een tijd geweest dat bijna iedereen koorts als een onbetwistbaar kwaad beschouwde, een gesteldheid die onmiddellijk met aspirine, koud water en ijsblokjes of koude omslagen bestreden moest worden. En misschien wordt deze behandeling in bepaalde gevallen nog wel aanbevolen, maar meer en meer wint de mening veld dat koorts op zijn beloop gelaten moet worden, behalve wanneer hij erg hoog is of vergezeld gaat van complicaties als braken, diarree of ademhalingsmoeilijkheden. Wat dit betreft vergelijken sommigen koorts wel met een brandalarm. Het brandalarm moet niet tot rust worden gebracht, maar het vuur moet worden geblust. Maatregelen nemen die alleen zijn bedoeld om de koorts te onderdrukken, zonder naar de oorzaak of de behandeling van de oorzaak te zoeken, is dan ook meestal zinloos.
Verder is het natuurlijk alleen maar redelijk het de koortsachtige patiënt zo aangenaam mogelijk te maken, waarbij soms een geringe verlaging van de temperatuur heel prettig is; met het oog daarop zijn sommigen voorstanders van medicijnen als aspirine, terwijl anderen een ijszakje op het hoofd, of klysma’s, aanbevelen. Aangezien een koorts de caloriereserves snel aanspreekt, zal bij langdurige ziekte, gekenmerkt door koorts, een nauwgezette aandacht voor de voeding nodig zijn. Bij kortstondige koorts heeft de patiënt meestal geen trek in eten en voelt hij zich gewoonlijk beter wanneer hij het gebruik van vast voedsel beperkt. En hoewel er verschil van mening bestaat over de vraag of koorts met vasten of eten genezen moet worden, staat zonder meer vast dat koortsige patiënten een grote hoeveelheid vloeistof nodig hebben. Met elke graad koorts neemt de stofwisseling met 7 percent toe, terwijl een volwassene door transpiratie ongeveer een liter vocht schijnt te verliezen, zodat extra drinken hem niet alleen prettig zal bekomen, maar ook uitermate belangrijk is. Sommigen zweren bij vruchtesappen en groenteaftreksels. Natuurlijk zal bij een uitzonderlijk hoge of langdurige koorts de hulp van de dokter ingeroepen moeten worden.
Moeders van kleine kinderen of baby’s maken zich over koorts misschien nog wel het meeste bezorgd. De temperatuurverandering kan bij hun kleine plotseling opkomen en vergezeld gaan van alarmerende symptomen, zodat zij zich snel bezorgd gaan maken als hun kinderarts daar niets aan doet. Maar steeds meer autoriteiten dringen er bij moeders op aan om kalm te blijven. Een van hen merkte op: „Ik beschouw de thermometer vaak als een bron van onnodige ouderlijke ongerustheid. Aan artsen wordt vaak gevraagd een koorts te ’behandelen’, maar deze aansporing om ’iets te doen’, dient te worden getemperd door het besef dat de koorts in de meeste gevallen slechts een verdediging van het lichaam is tegen een goedaardig verlopende ziekte.” Dit is dus tussen haakjes een argument voor het feit dat koortsen heilzaam zijn! In dezelfde geest dringt een andere bekende kinderarts er bij artsen op aan „het kind en niet de thermometer” te behandelen. En dat is ook voor volwassenen een goede raad!
[Voetnoten]
a Aspirine schijnt de produktie van pyrogenen te beperken, maar dat levert geen verklaring voor al haar effecten.