Een vis die op het droge kan leven
„ALS een vis op het droge.” Hulpeloosheid of onbeholpenheid, dat is de gedachte die onmiddellijk bij deze uitdrukking opkomt. De meeste mensen verwachten niet dat een vis erg lang buiten zijn wateromgeving in leven kan blijven. Maar wat zou u vinden van een vis die dat wel kan en dagen achtereen op het droge adem kan halen? En waarvan zelfs wordt verteld dat hij in bomen kan klimmen? Zou u dat allemaal geloven?
Wel, reeds in het jaar 1797 stelde een zekere luitenant Daldorf, verbonden aan de Deense Oost-Indische Compagnie, zo’n vis aan de wereld voor. Tijdens zijn verblijf te Tranquebar, in India, schreef hij over een vis die volgens zijn zeggen in palmbomen klom en van de sappen daarvan leefde. Hij berichtte zelfs zo’n vis hoog op een stam te hebben aangetroffen.
Kennismaking
In de wetenschap heeft deze echt bestaande fabelachtige vis de naam Anabas testudineus gekregen. Maar beter staat hij bekend onder de naam klimbaars. Voor deze vis begint het leven nadat het vrouwtje op het wateroppervlak haar eitjes heeft afgezet en deze ongeveer een dag hebben gedreven; dan komen de exemplaren vrij en groeien uit tot volwassen vissen van ongeveer 23 centimeter lengte.
Van deze grijsgroene vis met bruine vinnen bestaan Afrikaanse en Zuidaziatische soorten, die allemaal in zoet water vertoeven en hoofdzakelijk van insekten, slakken en garnalen leven. Zijn uiterlijk heeft niet spectaculairs, maar een inwendig onderzoek is erg interessant.
Hoe hij buiten water kan ademhalen
De meeste vissen nemen met behulp van hun kieuwen gassen uit het water op. De klimbaars echter heeft boven zijn normale kieuwholte een speciale ruimte die hem in staat stelt ook boven water adem te halen. Dit ongewone bovendeel van de kieuwholte bevat benige platen bedekt met een netwerk van bloedvaten. Via een speciale klep kan de lucht tot deze ruimte worden toegelaten en daarna weer via de kieuwen worden afgevoerd.
Hoewel de klimbaars ook gewone kieuwen heeft, zijn deze betrekkelijk klein, zodat de vis zelfs in het water af en toe aan de oppervlakte moet komen om lucht te happen ten einde voldoende zuurstof binnen te krijgen. Wanneer men hem dan ook permanent onder water zou houden, zou hij verdrinken.
Voor de vishandelaar is de klimbaars een plezierig produkt. Mensen lusten hem graag en het is altijd gemakkelijk een verse voorraad bij de hand te hebben. De klimbaars kan zonder probleem een dag of twee in een vochtig vat in leven gehouden worden! Maar houdt dan wel het deksel erop, want anders is de kans groot dat de koopwaar eruit klimt en ’wegwandelt’!
Hoe ’wandelt’ hij?
De klimbaars kan een opdrogende vijver verlaten en dan over land reizen, kennelijk op zoek naar een ander water-woongebied. Onderweg zal zijn voedsel misschien bestaan uit regenwormen. Deze vis is op het land overigens geen snelheidsmaniak. Maar een kruk is hij ook niet: afstanden van ca. 100 meter weet hij in ongeveer een half uur af te leggen. Maar hoe ’wandelt’ hij?
Wel, deze ongewone vis bezit aan beide kanten van de kop kieuwdeksels met achterwaarts gerichte doornuitsteeksels, die hij om beurten in de grond steekt en waarmee hij zich bij het wentelen van de ene op de andere zijde rechtop kan houden, terwijl zijn krachtige staart hem voortstuwt. Dit mag dan een vreemde wijze van voortbewegen lijken, doeltreffend is ze wel.
Klimmen ze werkelijk in bomen?
Er staat bovendien weinig twijfel over dat deze vissen in enigszins schuinstaande bomen kunnen klimmen. Maar kan hij ook in rechtopstaande bomen klimmen, tot hoogten van 1,5 tot 2 meter, waarop men ze volgens zeggen wel heeft aangetroffen? Is dat mogelijk? Kan deze vis echt zo hoog klimmen?
In 1927 ontdekte de Indiase visdeskundige Dr. B. K. Das dat er op zijn minst in enkele gevallen wel enige „hulp” wordt geboden om zo hoog te komen. Hij zag hoe baarzen die over land trokken vanuit de lucht door bastaardwouwen en kraaien werden aangevallen en in enkele gevallen werden opgepikt. Deze vogels wierpen de vissen vervolgens op diverse plaatsen neer, soms . . . hoog in de bomen.
Hoe het ook zij, in mangrove-bomen schijnt hij tijdens zijn speurtocht naar smakelijke insekten wel op eigen kracht te komen. Bovendien hebben de Maleiers hem de naam undi-colli gegeven, dat wil zeggen: „de vis die in palmyrabomen klimt”. Sommigen houden ook vol dat hij in de kokospalm klautert om de melk op te zuigen. „Men heeft een klimbaars wel 2 meter hoog in een palmboom aangetroffen”, aldus F. W. Lane, „en een visserijfunctionaris in Madras heeft eens enkele van deze vissen geleerd vanuit het aquarium waarin ze leefden, een bijna verticaal hangend doek te beklimmen.”
Velen geven heden ten dage de voorkeur aan de naam loopbaars, maar de naam klimbaars blijft populair. En hoewel klimpartijen in bomen waarschijnlijk niet zo vaak zullen voorkomen, behoudt dit waterdier toch zijn faam als de vis die op het droge kan leven.