Vrouwen overstromen de arbeidsmarkt
WANNEER u een generatie geleden een klein meisje had gevraagd wat ze wilde worden wanneer ze groot was, zou ze ongetwijfeld hebben geantwoord: „Moeder.” Wanneer u haar nu diezelfde vraag zou stellen, is de kans groot dat ze zal antwoorden: „Minister”, of „een astronaute en moeder.”
Vrouwen met kleine kinderen die er nog een baan bij hadden, werden vroeger met medelijden bekeken of hadden veel kritiek te verduren. Maar de instelling van mensen is zo veranderd dat steeds meer vrouwen zich er thans voor verontschuldigen „slechts huisvrouw” te zijn.
Meer dan 47 percent van alle volwassen vrouwen in de Verenigde Staten werkt nu buitenshuis en hun aantal blijft snel stijgen. Vrouwen vormen ongeveer 40 percent van de Amerikaanse beroepsbevolking. In Nederland maken vrouwen omstreeks 27 percent van de beroepsbevolking uit, iets lager dan het Europese percentage van 34 percent, maar men verwacht een grotere toename.
De Amerikaanse overstroming van de arbeidsmarkt door vrouwen heeft de economen en het departement van arbeid sterk verbaasd. Ze hebben dit verschijnsel reeds als „buitengewoon” en „het uitzonderlijkste van onze eeuw” betiteld. Men dacht dat pas tegen 1985 vrouwen 40 percent van het arbeidstotaal zouden uitmaken.
In veel andere landen bestaan overeenkomstige tendensen. In België wijt een functionaris van het ministerie van volksgezondheid de toename van het aantal luizen, vlooien en kakkerlakken in het land aan het grote aantal vrouwen dat buitenshuis werkt. „Man en vrouw gaan nu vaak ’s ochtends gelijktijdig de deur uit naar hun werk”, zo zei hij, „en zijn ’s avonds wanneer ze terugkomen, vaak te moe om nog het huis schoon te maken.”
In Israël werken vrouwen als instructrices bij het Israëlische leger. „Het verhoogt de motivatie van de mannen”, zo vertelde een van hen. „Wanneer ik aan het hoofd van mijn peloton een veldloop van drie kilometer volbreng, is er niemand die uitvalt.”
Wat de Amerikaanse waarnemers vooral verrast, is niet enkel het aantal vrouwen dat plotseling verlangt om te werken, maar met name hun leeftijd. Vooral in de afgelopen twee jaar heeft de meest verrassende toename plaatsgevonden bij vrouwen in de leeftijdsgroep tussen de vijfentwintig en vierenveertig jaar, de leeftijdsgroep die traditioneel gesproken thuisblijft om hun kinderen groot te brengen. Veel van deze vrouwen geven er de voorkeur aan om te werken, niet omdat zij geen echtgenoot hebben die hen onderhoudt, maar omdat ze liever buitenshuis werken dan „enkel een huisvrouw” te zijn.
Een op- en neergaande golf
Het Amerikaanse patroon van de vrouwentoevloed op de arbeidsmarkt vertoont het beeld van een op- en neergaande golf. Voor de Eerste Wereldoorlog was het een zeldzaamheid wanneer vrouwen buitenshuis werkten, en dan nog enkel in die beroepen die voor vrouwen geschikt werden geacht. Zelfs typen en ander kantoorwerk werd tot het eind van de jaren ’80 van de vorige eeuw nog als typisch mannenwerk bezien. Maar de Eerste Wereldoorlog schiep zoveel vraag naar arbeidskrachten dat de vrouwen zich in groten getale op de arbeidsmarkt aandienden. Daarna kwam de economische inzinking van de jaren ’30, waarbij de vrouwen weer het eerst op straat stonden tijdens de golf van werkloosheid die over het land spoelde.
De Tweede Wereldoorlog leverde een nog dramatischer beeld. Recordaantallen vrouwen raakten in Amerika in het arbeidsproces werkzaam. Zij deden allerlei soorten werk die voorheen alleen voor mannen geschikt werden geacht en produceerden een groot deel van het oorlogsmateriaal. Maar met de vredestijd keerden grote aantallen van hen opnieuw naar huis terug, omdat verschillende wapenfabrieken sloten en zij ontslagen werden om plaats te maken voor de miljoenen mannen die van de fronten terugkeerden.
Veel vrouwen waren blij dat ze weer naar huis konden en ook de aanmoediging tot vrouwen gericht om buitenshuis een carrière op te bouwen, nam sterk af. De oorlogsperiode met een recordaantal vrouwen die waren ingeschakeld in het arbeidsproces — zo’n 37 percent van alle Amerikaanse vrouwen — werd vervangen door het hoogste huwelijks- en geboortecijfer in de twintigste eeuw. Maar omstreeks het begin van de jaren ’50 begon het aantal werkende vrouwen opnieuw te stijgen en tegen 1962 was het terug tot 36 percent, net iets onder het record tijdens de Tweede Wereldoorlog. En nu bedraagt hun aantal reeds meer dan 47 percent. En hoewel in Nederland dit percentage beduidend lager ligt, is ook hier de oproep aan de vrouw om buitenshuis te gaan werken, sterk, en neemt het aantal werkende vrouwen gestaag toe.
Dit alles heeft een al vaak en heftig bediscussieerde vraag aan de orde gesteld: Wat is de plaats van de vrouw? Thuis? Werkend buitenshuis? Of beide? Voor we dit echter beschouwen, zal het goed zijn enkele redenen onder de loep te nemen waarom steeds meer vrouwen zich op de arbeidsmarkt komen aandienen.