De zienswijze van de bijbel
Kunnen misdaad en geweld ooit worden uitgebannen?
WILLEN wij het geneesmiddel tegen misdaad weten, dan dienen wij de oorzaak te kennen. De bijbel onthult die oorzaak. Misdaad is een symptoom van wat zonde wordt genoemd, en deze werd op haar beurt weer veroorzaakt door een opstandige hemelse zoon van God die de mens ertoe aanzette ongehoorzaam te zijn aan de wet van zijn Schepper. Vanaf die eerste daad van ongehoorzaamheid in de hof van Eden is de mensheid dan ook in fysiek, moreel en geestelijk opzicht ziek, ondanks zijn vele technische en wetenschappelijke prestaties.
Maar waarom dan die plotselinge sterke toename van misdaad in deze tijd? Iets dat zo’n 4400 jaar geleden, tijdens het leven van Noach, plaatsvond, werpt licht op de aangelegenheid. Hij leefde gedurende een tijdperk dat zo door geweld werd gekenmerkt dat dit feit speciaal vermeld werd. Het Genesisverslag zegt dat de Schepper van de mens „zag . . . dat de slechtheid van de mens overvloedig was op de aarde” en vertelt ons dat „de aarde . . . met geweldpleging [werd] vervuld” (Gen. 6:5, 11). Dit zou voor onze tijd geschreven kunnen zijn, zou iemand kunnen zeggen.
Ja, het lijkt precies op onze tijd. In feite vergeleek Jezus die dagen van Noach met de tijd van zijn eigen toekomstige onzichtbare tegenwoordigheid aan het einde van dit huidige goddeloze samenstel van dingen, toen hij zei: „Want net zoals de dagen van Noach waren, zo zal de tegenwoordigheid van de Zoon des mensen zijn” (Matth. 24:37). In vers 12 van dezelfde profetie sprak hij over het „toenemen der wetteloosheid” dat ertoe zou leiden dat „de liefde van de meesten” zou verkoelen. Deze sterke toename van wetteloosheid — noem het misdaad en geweld als u dat wilt — is bijzonder kenmerkend voor deze twee tijdsperioden, de één net voor de Vloed en de ander gedurende „de tegenwoordigheid van de Zoon des mensen”. Zou de oorzaak in beide gevallen dezelfde kunnen zijn? De bijbel geeft te kennen dat dit inderdaad het geval is.
Waarom die plotselinge sterke toename in deze tijd?
Genesis hoofdstuk 6 vertelt ons dat onzichtbare zonen Gods, engelen, voor de Vloed hun juiste plaats in de hemel verlieten, door materialisatie menselijke lichamen aannamen en vrouwen op aarde huwden. Zij brachten een bastaardras voort. Hun nakomelingen werden Nefilim genoemd, wat hoogstwaarschijnlijk „vellers” of „zij die anderen ten val brengen”, betekent. Aangezien hun komst naar de aarde strijdig was met Gods voornemen, mocht niet verwacht worden dat er iets goeds uit zou voortvloeien, en dat is ook niet het geval geweest. In overeenstemming met de betekenis van de naam Nefilim was een toename in geweld het rechtstreekse gevolg. Ja, ongehoorzame hemelse zonen Gods op aarde waren voornamelijk verantwoordelijk voor de sterke toename van misdaad en geweld in die dagen vóór de Vloed. Heeft iets soortgelijks zich in onze tijd afgespeeld? Ja.
Volgens bijbelse profetieën zou de „tegenwoordigheid van de Zoon des mensen”, die wordt vergeleken met de dagen van Noach, een aanvang nemen aan het einde van de „bestemde tijden der natiën”, een vaste tijdsperiode gedurende welke God ongelovige mensen zou toestaan tot hun eigen nadeel met menselijke heerschappij te experimenteren (Luk. 21:24; zie ook Prediker 8:9). Aan het einde van dit tijdsbestek, nadat zou zijn bewezen dat de mens zichzelf niet met succes kan regeren, zou God tussenbeide komen en Zijn regering installeren met de verheerlijkte Jezus Christus als heerser. Bijbelse chronologie en de vervulling van bijbelse profetieën duiden beide op het jaar 1914 G.T. als de tijd waarop dit plaatsvond.
In Openbaring 12:9-12 lezen wij wat er onzichtbaar voor mensenogen plaatsvond: „Neergeslingerd werd daarom de grote draak, de oorspronkelijke slang, die Duivel en Satan wordt genoemd, die de gehele bewoonde aarde misleidt; neergeslingerd werd hij naar de aarde, en zijn engelen werden met hem neergeslingerd. En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: ’Nu is gekomen de redding en de kracht en het koninkrijk van onze God en de autoriteit van zijn Christus, want de beschuldiger van onze broeders, die hen dag en nacht beschuldigt voor onze God, is neergeslingerd! . . . Weest hierom vrolijk, gij hemelen en gij die daarin verblijft! Wee de aarde en de zee, want de Duivel is tot u neergedaald, en hij heeft grote toorn, daar hij weet dat hij slechts een korte tijdsperiode heeft.’”
Nadat Christus bijna 1900 jaar aan de rechterhand van zijn Vader op wereldheerschappij had gewacht, werd hij nu gemachtigd om tegen Satan op te treden. En dat deed hij dan ook door de Duivel en zijn demonen uit de onzichtbare hemelen naar de aarde te slingeren. Van nu af aan zou de Duivel, ofschoon hij nog steeds onzichtbaar is, zijn activiteiten tot de aarde moeten beperken.
De engelen uit Noachs dagen verlieten de hemel en kwamen uit eigen verkiezing naar de aarde; in deze eindtijd hadden de Duivel en zijn demonen geen stem in deze aangelegenheid. Zij werden eenvoudig verdreven! De engelen uit Noachs dagen waren in staat door materialisatie menselijke lichamen aan te nemen ten einde onwettige genoegens te genieten; in deze eindtijd zijn de Duivel en zijn demonen daartoe niet in staat. Is het daarom verwonderlijk dat hun frustratie en woede en ook angst voor het op handen zijnde oordeel hen ertoe hebben gebracht mensen en organisaties te beïnvloeden tot misdaden en geweld van een nog grotere omvang dan in Noachs dagen? Hoe waar zijn de woorden: „Wee de aarde”!
Maar Christus’ ver vooruit blikkende profetie eindigt met een positieve noot wanneer wij in het parallelle verslag in Lukas 21:25-28 lezen: „Er [zullen] tekenen zijn in zon en maan en sterren, en op de aarde radeloze angst der natiën, die vanwege het gebulder der zee en haar onstuimigheid geen uitweg weten, terwijl de mensen mat worden van vrees en verwachting omtrent de dingen die over de bewoonde aarde komen; want de krachten der hemelen zullen worden geschokt. En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen in een wolk met kracht en grote heerlijkheid. Als nu deze dingen beginnen te geschieden, richt u dan rechtop en heft uw hoofd omhoog, omdat uw bevrijding nabijkomt.”
Wat aanmoedigend om Jezus’ belofte te vernemen dat de toestanden die ertoe geleid hebben dat de natiën mat worden van vrees en verwachting bij de gedachte aan wat er over de wereld gaat komen, in werkelijkheid een aanwijzing vormen dat er betere tijden op komst zijn, dat bevrijding van deze dingen nabij is! Het neerslingeren van Satan en zijn demonen naar de aarde is een eerste stap op weg naar een bevrijding die, zoals de bijbel aantoont, in „dit geslacht” een compleet nieuw samenstel van dingen teweeg zal brengen. — Matth. 24:34.
Wij kunnen er, totdat die beloofde bevrijding komt, en naarmate Satans tijd korter wordt, zeker van zijn dat het huidige aanzwellende getij van misdaad en geweld veel personen in haar krachtige onderstroom zal meesleuren. Maar dit hoeft u niet te overkomen.
Toon door woord en daad dat u een ondubbelzinnig standpunt hebt ingenomen tegen elke wetteloosheid en ongehoorzaamheid aan God en dat u geloof stelt in zijn voorziening van leven door bemiddeling van Jezus Christus. Dit zal voor God de basis vormen om u de gelegenheid te geven voor eeuwig in de misdaadloze wereld te leven die hij binnenkort tot stand zal brengen. Pas in de tussentijd gezonde bijbelse beginselen toe ten einde u zo goed mogelijk te beschermen.
De huidige sterke toename van misdaad en geweld zal spoedig tot het verleden behoren. Daarna volgt de zekerheid van Gods rechtvaardige samenstel. Zou u er meer over te weten willen komen? Vraag Jehovah’s Getuigen bij u in de buurt of schrijf naar de uitgevers van dit tijdschrift en wij zullen er graag regelingen voor treffen dat een bekwaam persoon u, zonder enige verplichtingen uwerzijds, opzoekt.