Zal er ooit een werkelijk paradijs zijn?

„VOORWAAR, ik zeg u heden: Gij zult met mij in het Paradijs zijn.” Deze woorden, bijna 2000 jaar geleden uitgesproken, laten zien dat ’s mensen belangstelling voor het Paradijs niet nieuw is. Het is reeds lang een onderwerp waar mensen over praten.

Deze belofte werd echter geuit op een moment dat allesbehalve gunstig kan hebben geschenen, en tot iemand die misschien niet de meest waarschijnlijke kandidaat leek om ervoor in aanmerking te komen in het paradijs te mogen leven. De spreker was Jezus Christus. Hij uitte die woorden terwijl hij, op de Romeinse manier aan een paal genageld, een langzame, pijnlijke dood stierf. Degene tot wie hij sprak, was een veroordeelde misdadiger, die ook aan een paal hing te sterven.

Was deze belofte van een Paradijs louter een wensdroom? Of zal er ooit een werkelijk paradijs bestaan dat de hele aarde zal omspannen? Wel, laten wij eens enkele feiten beschouwen.

Een potentieel paradijs

Onze trip door Micronesië heeft drie heel belangrijke dingen onthuld. Ten eerste dat de aarde de mogelijkheid in zich bergt, een paradijs te zijn. Ondanks de plunderingen en de fouten van mensen zijn deze eilanden nog steeds werkelijk prachtig. En hoewel een tropisch eiland een aparte, speciale schoonheid bezit, is schoonheid iets dat over de hele aarde te vinden is. Van de majestueuze pracht van met sneeuw bedekte bergen tot de luister van groene golvende valleien, van de speciale serene kalmte van de Arctische toendra tot de weelderige tropische jungle, er is zo veel schoonheid op aarde dat het hart gloeit van waardering! Onder de juiste omstandigheden zou de hele aarde een paradijs kunnen zijn.

Wij zien ook de bewijzen dat de aarde een ingebouwd vermogen tot herstel heeft, zodat ze de littekens die de mens heeft achtergelaten, kan wegwerken. In de lagune van Truk worden de grimmige resten van de gezonken oorlogsschepen door vreemde en wonderlijke vormen van onderzees leven in bezit genomen en in iets moois veranderd. Over de hele wereld brengen de natuurlijke herstellingsprocessen verbazingwekkende veranderingen tot stand wanneer de vervuiling van lucht, water en land maar eenmaal ophouden.

Ten slotte blijkt het grotendeels de mens te zijn die zijn omgeving ruïneert. Of het nu vervuiling betreft, misdaad en geweld, plundering van het land voor materieel gewin, of militaire rivaliteit tussen de wereldmachten, het is de mens die geleidelijk zijn omgeving aan het verwoesten is. En dit geldt niet alleen voor de Grote Oceaan, maar voor de hele aarde.

Een kwestie van regering

Wil er dus een werkelijk paradijs komen, dan is het de mens die moet veranderen. Zijn verkeerde neigingen moeten ingedamd en zijn constructieve mogelijkheden moeten in de juiste richting gekanaliseerd worden. Dit klinkt als een taak voor een regering, maar het probleem is dat geen enkele regering in staat is geweest een halt toe te roepen aan de steeds verder woekerende ruïnering van de aarde door de mens.

Het is dan ook belangwekkend dat Jezus’ belofte van een paradijs de reactie was op een opmerking ten aanzien van regering. De misdadiger aan de paal naast Jezus had gezien dat boven Jezus’ hoofd te lezen stond: „Dit is de koning der joden.” Daarom zei hij: „Jezus, denk aan mij wanneer gij in uw koninkrijk gekomen zijt.” In antwoord daarop zei Jezus toen: „Voorwaar, ik zeg u heden: Gij zult met mij in het Paradijs zijn.” — Lukas 23:38-43.

Kan Jezus als koning tot stand brengen wat geen andere heerser bij machte is te doen? Kan hij de hele aarde in een werkelijk paradijs veranderen? Ja, omdat Jezus’ koningschap hemels is en niet aards. En omdat het wordt geruggesteund door Gods eigen macht.

Als wij Jezus’ eigen natuur beschouwen, kunnen wij zijn mogelijkheden beter naar waarde schatten. De bijbel zegt dat God door bemiddeling van hem de aarde en alle leven erop heeft geschapen (Spr. 8:22-31; Kol. 1:15-17). Daarom heeft Jezus een volledig begrip van de ecologie van de aarde. Hij weet hoe op juiste manier gebruik gemaakt kan worden van de natuurlijke rijkdommen van de aarde. Toen hij op aarde was, demonstreerde hij zijn beheersing van de natuurkrachten door een storm te doen bedaren en door zijn volgelingen te vertellen hoe zij hun net vol konden krijgen met vis nadat zij toch de hele nacht zonder resultaten hadden gezwoegd (Mark. 4:35-41; Joh. 21:4-8). Stellig zullen onder de regering van zo’n koning mensen geen schade ondervinden van taifoens, aardbevingen of vulkanen, en zullen alle levensvormen met elkaar in evenwicht zijn.

Ook mensen zullen leren met elkaar in vrede te leven. Ten aanzien van wat God door middel van Jezus’ koningschap tot stand zal brengen, zegt de Schrift: „Hij zal stellig richten onder vele volken en de zaken rechtzetten met betrekking tot verre, machtige natiën. En zij zullen hun zwaarden tot ploegscharen moeten slaan en hun speren tot snoeimessen. Zij zullen, natie tegen natie, geen zwaard opheffen, en zij zullen de oorlog niet meer leren” (Micha 4:3, 4). Onder zo’n regering zal de schoonheid van de aarde niet meer door oorlogen ontsierd worden.

Zal het werkelijk gebeuren?

’Maar hoor nu eens’, zegt u wellicht, ’Jezus stierf kort na zijn belofte van een Paradijs.’ Dat is waar, en men zou kunnen denken dat daarmee alle hoop op de verwezenlijking van deze wonderbaarlijke beloften verloren ging.

Er is echter op de derde dag na Jezus’ dood iets schitterends gebeurd. Jehovah God heeft hem weer tot leven opgewekt. Hoe verbazingwekkend dit ook mag klinken, het is een door getuigenissen bevestigd historisch feit. Ongeveer 500 personen zagen hem weer levend (1 Kor. 15:3-22). Zo werd dus de hoop op een paradijs onder Christus’ heerschappij iets dat verwezenlijkt kon worden. Zijn belofte aan de stervende misdadiger kon werkelijk vervuld worden. — Hand. 17:31.

Sinds die gewichtige gebeurtenis is onstuitbaar het moment dichterbij gekomen dat Jezus volledig autoriteit zal kunnen uitoefenen over de dagelijkse aangelegenheden van deze aarde (Dan. 2:44). Er kan bewezen worden dat de huidige gevaarlijke wereldtoestanden betekenen dat wij heel dicht bij dat moment zijn aangeland.a Daarom wordt, zoals geprofeteerd is, in alle landen, met inbegrip van de eilanden van de Grote Oceaan, het „goede nieuws van het [door Christus geregeerde] koninkrijk” gepredikt (Matth. 24:14). Velen die nu leven in wat een paradijs mag schijnen, kijken uit naar een werkelijk paradijs dat in de toekomst over de hele aarde zal komen. Zij vestigen hun hoop op Gods koninkrijk in handen van Christus.

Bewoners van het paradijs

Uit Jezus’ onderwijzingen blijkt wat voor mensen onder zijn regering in het Paradijs zullen leven. Ten eerste beklemtoonde hij dat mensen die dat leven willen verwerven, ware liefde voor God moeten hebben. „Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht en met geheel uw verstand” (Luk. 10:25-27). Een gemeenschap van mensen met een dergelijke liefde voor God zal al zijn geboden gehoorzamen. Zij zullen zich niet aan dronkenschap of immoraliteit overgeven; ook zullen zij niet zelfzuchtig Gods schepping, de aarde, voor materieel gewin ruïneren.

Bovendien zei Jezus tot zijn volgelingen: „Dit is mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt net zoals ik u heb liefgehad. Iemand kan geen grotere liefde hebben dan dat hij afstand doet van zijn ziel ten behoeve van zijn vrienden” (Joh. 15:12, 13). Jezus offerde zijn menselijke leven uit liefde voor de mensheid — voor mensen van alle rassen, naties en talen. Hij leerde zijn volgelingen de belangen van anderen vóór die van henzelf te plaatsen. Over de hele wereld zijn er reeds miljoenen personen die oprecht trachten zo te handelen. In een gemeenschap van mensen met deze instelling zouden misdaad, gedachteloze geluidsverontreiniging en soortgelijke problemen spoedig tot het verleden behoren. Zelfs armoede zou niet lang kunnen bestaan als iedereen onzelfzuchtige interesse in anderen toonde.

’Maar er bevindt zich altijd wel een slang in het paradijs’, denkt u wellicht. ’Hoeveel goeds dat koninkrijk ook weet te bewerkstelligen, iemand zal het wel weer weten te bederven.’ Wel, dat mag waar zijn met betrekking tot de hervormingspogingen van mensen, maar wij hebben het nu over datgene wat tot stand gebracht zal worden door Gods hemelse regering met Christus als koning. Niemand zal het Paradijs bederven dat door deze regering verwezenlijkt zal worden.

Bedenk allereerst dat God mensen kan veranderen. Saulus van Tarsus was een hevig tegenstander van het christendom. Maar toen hij de waarheid van de christelijke boodschap aanvaardde, veranderde zijn persoonlijkheid op opmerkelijke wijze en werd hij de christelijke apostel Paulus. Soortgelijke veranderingen vinden heden ten dage plaats. — Hand. 22:1-11; Kol. 3:9-14; 1 Thess. 2:5-12.

Een bejaarde man in Nauru was zeer bedroefd over het verlies van zijn drie kinderen, die tijdens de Japanse bezetting van zijn eiland in de Tweede Wereldoorlog ten gevolge van ondervoeding waren gestorven. Kunt u zich voorstellen hoe hij tegenover Japanners stond? Hij bestudeerde echter de bijbel met Jehovah’s Getuigen en toen hij vernam over Gods koninkrijk in handen van Christus, veranderde zijn houding. Toen een Japanse toerist onlangs zijn reis onverwacht niet kon voortzetten, bood hij hem onderdak in zijn huis aan. Hij zei dat hij geen verlangens van vergelding meer in zijn hart had gekoesterd sinds hij de bijbel had bestudeerd.

Gods koninkrijk verandert de persoonlijkheid van mensen over de hele wereld. Mannen die tot geweld geneigd zijn, worden vredelievend. Misdadigers worden ordelievende burgers. Verbitterde of gedesillusioneerde mensen vinden troost en vreugde. Bovendien valt mensen van allerlei soort — sommigen wonend in een prachtige omgeving, maar anderen gehuisvest in armoedige en vervuilde buurten — een zelfde ondervinding ten deel; zij ervaren wat zelfs nu al omschreven wordt als een geestelijk paradijs.

Hoe dat zo? Vanwege hun omgang met ware christenen, personen die Jehovah God op de eerste plaats in hun leven stellen en zijn zegen genieten, personen die opzien naar Jezus Christus als de nieuwe koning over de aarde en die erom bekend staan dat zij vrijelijk met anderen over Gods koninkrijk spreken en liefde onder elkaar hebben. In wat voor omgeving zij ook wonen, zij kennen de „vrede van God die alle gedachte te boven gaat” (Fil. 4:7; Ef. 4:20-32). Denk u eens in hoe het leven op aarde zal zijn wanneer de aarde veranderd is in een letterlijk paradijs en bevolkt wordt door zulke mensen!

’Maar niet iedereen zal veranderen’, zult u kunnen tegenwerpen. Dat is waar. Maar het leven op aarde onder Gods koninkrijk is alleen voor diegenen die willen veranderen. God zal „verderven die de aarde [willen] verderven”. De bijbel zegt met nadruk: „Nog maar een korte tijd en de goddeloze zal er niet meer zijn; en gij zult stellig acht geven op zijn plaats, en hij zal er niet zijn. De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede” (Ps. 37:10, 11; Openb. 11:18). Welk een geluk zal deze zachtmoedigen ten deel vallen!

Een werkelijke hoop

Maar zij zouden nog niet volledig gelukkig zijn als zij en hun geliefden nog steeds ziek zouden worden en zouden sterven, nietwaar? Het is daarom van belang voor ons dat Jezus in de periode dat hij op aarde was, alle soorten van ziekte genas, demonen uitwierp en zelfs doden opwekte (Matth. 8:28-32; 11:2-5; Joh. 11:43, 44). Door demonen door middel van Gods geest uit te werpen toonde Jezus dat hij machtiger is dan goddeloze geestenkrachten. Daarom zal er in dat paradijs geen reden zijn om vrees te koesteren voor dingen als toverij en demonisme. En door zieken te genezen en doden op te wekken demonstreerde Jezus duidelijk dat het Gods voornemen is dat hij als de nieuwe koning van de aarde de mensheid voor eeuwig van ziekte en dood zal bevrijden. — Jes. 25:8.

Zo zal de misdadiger die met Jezus stierf, de vervulling zien van Jezus’ belofte ’met hem in het Paradijs te zijn’. Als hij in het Paradijs zal willen blijven, zal hij zijn leven natuurlijk moeten veranderen en in overeenstemming moeten brengen met Jehovah’s wegen.

De vraag is dus, zou u werkelijk in het Paradijs willen leven? Die mogelijkheid staat voor u open. En u hoeft er niet voor van de andere kant van de aarde naar deze tropische eilanden te reizen. Spoedig zal, zowel in letterlijk als in geestelijk opzicht, het Paradijs de hele aarde bedekken. Ondertussen kunt u, ongeacht waar u nu leeft, het geestelijk paradijs ervaren dat zelfs nu reeds bestaat.

Waarom zou u de bijbel niet lezen en zelf zien wat daarin over deze prachtige dingen wordt gezegd? Jehovah’s Getuigen zullen u hierbij graag helpen. Overtuig u ervan dat deze hoop realistisch is. Ontdek wat God van u verlangt om deze belofte te beërven. Dan zult u getuige zijn van de vervulling van de opmerkelijke belofte: „God . . . zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan” (Openb. 21:3, 4). Dan zal de hele aarde een werkelijk paradijs zijn.

[Voetnoten]