Een veelheid van religies — waarom?
„TEGENWOORDIG glimlachen wij om de regendansen van de Pueblo-Indianen. . . . Maar wat doen wíj als wij wanhopig zijn? . . . Bij de twee gelegenheden dat mijn leven totaal ontwricht was door de folterende smart van een persoonlijke crisis, deed ik wat die Indianen deden — ik bad om hulp.” Dit schreef Huston Smith, hoogleraar in de filosofie, in de inleiding van het boek Great Religions of the World.
De behoefte van de mens om zich in tijden van spanning tot iets hogers en machtigers te wenden, schijnt even fundamenteel als universeel te zijn. Van het begin af, zo vertellen antropologen en geschiedkundigen ons, heeft de mens deze behoefte gevoeld wanneer de krachten in de natuur hem verbijsterden, wilde dieren hem bedreigden en de dood en het hiernamaals hem voor raadsels plaatsten. Gekoppeld aan de vrees voor het onbekende, zo zeggen zij, leidde deze behoefte tot het ontstaan van religie.
Over het ontstaan van het sjintoïsme zegt het boek Religions in Japan bijvoorbeeld: „Alles wat een gevoel van ontzag opriep werd als iets bijzonders vereerd dat met een goddelijke of geheimzinnige kracht bezield was en bijgevolg werden de krachten in de natuur, in het bijzonder ontzag inboezemende bomen, rotsen of bergen, en andere onverklaarbare natuurverschijnselen tot voorwerpen van aanbidding. Men gaf er de naam kami (god) aan.” Mettertijd ontstonden er legenden, riten, ceremoniën en heiligdommen die van generatie op generatie werden doorgegeven. En zo ontstond de sjinto-religie.
Volgens deze gedachte hebben alle oude beschavingen onafhankelijk van elkaar hun eigen vorm van aanbidding, hun eigen religie uitgedacht. Deze religies werden vervolgens beïnvloed door de levenswijze van de mensen — hun voedsel, hun gewoonten, zelfs door het klimaat en de natuurlijke gesteldheid van het land. De huidige verscheidenheid van religies is het resultaat.
Onafhankelijk of uit dezelfde bron?
Een dergelijke verklaring bevredigt echter maar ten dele. Hoewel de grote verscheidenheid die men in religies aantreft erdoor wordt verklaard, laat ze enkele fundamentele vragen onbeantwoord. Als bijvoorbeeld alle verschillende religies zich onafhankelijk van elkaar hebben ontwikkeld, hoe kunnen wij dan de vele fundamentele overeenkomsten verklaren, overeenkomsten die niet eenvoudigweg toegeschreven kunnen worden aan een natuurlijke menselijke reactie?
Neem bijvoorbeeld eens de verhalen en legenden betreffende de oorsprong van de mens. Hoewel de bijzonderheden verschillen, is het geloof dat de mens uit het stof van de aarde werd gevormd, over de hele wereld verbreid. Volgens een Griekse legende modelleerde Prometheus de eerste mensen uit klei en blies Athena hen het leven in. De Indianen in Peru gebruikten de uitdrukking alpa camasca (bezielde aarde) om de eerste mens te beschrijven. Een Indianenstam in Noord-Amerika, de Mandanen, geloofden dat de ’Grote Geest’ uit klei twee personen maakte en hen door de adem van zijn mond tot leven bracht. Een oude Chinese legende zegt dat P’an-ku menselijke gestalten van klei maakte met bestanddelen van yin en yang; een andere legende gaat over de mythologische figuur Nu-kua die uit gele klei mannen en vrouwen vormde. Zo zijn er nog heel wat voorbeelden, met inbegrip van de legenden van Afrikaanse stammen en van de eilandbewoners van Micronesië.
Zelfs nog verbazingwekkender is het feit dat over de hele wereld legenden voorkomen die handelen over de vernietiging van goddeloze voorouders door een zondvloed en de overleving of het daarna opnieuw verschijnen van het menselijk ras. Volken en stammen in ver van elkaar gelegen plaatsen op aarde vertellen verschillende versies van hetzelfde verhaal.
Wat was de bron?
Iedereen die maar enigszins met de bijbel bekend is, zal direct de overeenkomst herkennen tussen dergelijke legenden en de bijbelse verslagen over de schepping en de vloed van Noach. Maar, zult u misschien vragen, wat heeft de bijbel te maken met de legenden van de Grieken, de Indianen uit Amerika en Peru, de Chinezen en alle anderen? Niet dat dergelijke religies door de bijbel geïnspireerd zouden zijn. De bijbel schetst echter hoe de talrijke religies ontstaan zijn en verklaart ons daarmee niet alleen hun diversiteit maar ook hun overeenkomsten.
H. G. Wells schreef in zijn Outline of History: „Overal waar primitieve beschavingen in Afrika, Europa of westelijk Azië ontstonden, verrees een tempel. In Egypte en Sumerië, waar de oudste beschavingen voorkomen, treedt de tempel het meest op de voorgrond. . . . Het begin van de beschaving en het verschijnen van tempels lopen parallel in de geschiedenis, deze twee zaken horen bij elkaar.”
Het bijbelboek Genesis vertelt ons het volgende: „De gehele aarde nu had nog steeds één taal en één woordenschat. Voorts geschiedde het dat zij, toen zij oostwaarts trokken, ten slotte een vlakte ontdekten in het land Sinear, en daar gingen zij wonen” (Genesis 11:1, 2). Sinear ligt in Mesopotamië, de zogenoemde wieg van de beschaving.
Het verslag vertelt ons verder dat toen de mensen zich in de vlakten van Sinear vestigden, zij zich verzamelden om een bouwproject ter hand te nemen: „Komaan! Laten wij een stad voor ons bouwen en ook een toren waarvan de top tot in de hemel reikt, en laten wij ons een gevierde naam maken, opdat wij niet over de gehele oppervlakte der aarde worden verstrooid.” — Genesis 11:4.
Wat voor soort toren en stad bouwden zij? De stad, Babel of Babylon genoemd, was in de eerste plaats een religieuze stad. In de ruïnes van deze stad zijn niet minder dan 53 tempels teruggevonden. De aanbidding aldaar werd gekenmerkt door triaden van goden, geloof in de onsterfelijkheid van de menselijke ziel, geloof in de onderwereld of hel en astrologie. Afgoderij, tovenarij, hekserij, waarzeggerij en het occulte speelden een belangrijke rol. De beruchte Toren van Babel was meer dan alleen maar een monument of een baken in het land; andere soortgelijke bouwwerken die men in dat gebied heeft blootgelegd duiden erop dat het waarschijnlijk een uit verscheidene terrassen bestaande zigurrat is geweest met helemaal bovenaan een tempel. Hoog optorenend zou hij de stad domineren.
Wat gebeurde er met het bouwproject? Het bijbelse verslag luidt: „Daarom werd haar naam Babel genoemd, omdat Jehovah daar de taal van de gehele aarde had verward, en vandaar had Jehovah hen over de gehele oppervlakte der aarde verstrooid.” — Genesis 11:9.
Nu de bouwers elkaar niet langer verstonden, lieten zij hun bouwwerk in de steek en trokken in verschillende richtingen weg. Overal waarheen zij gingen, namen zij hun religieuze opvattingen, ideeën, legenden en mythen mee. Duizenden jaren van plaatselijke ontwikkelingen hebben de enorme verschillen opgeleverd die men bij een oppervlakkige beschouwing van de wereldgodsdiensten opmerkt. Maar ónder de oppervlakte bevinden zich onmiskenbare overeenkomsten, het bewijs dat zij uit dezelfde bron voortkwamen — Babel of Babylon.
Verwijzend naar deze gemeenschappelijke bron van valse religie merkte kolonel J. Garnier in zijn boek The Worship of the Dead op: „Niet slechts Egyptenaren, Chaldeeën, Feniciërs, Grieken en Romeinen, maar ook de hindoes, de boeddhisten van China en Tibet, de Goten, Angelsaksen, Druïden, Mexicanen en Peruanen, de inboorlingen van Australië en zelfs de wilden van de eilanden in de Stille Zuidzee moeten hun religieuze ideeën allen uit een gemeenschappelijke bron en een gemeenschappelijk centrum hebben verkregen. Overal treffen wij de meest frappante overeenkomsten aan in riten, ceremoniën, gewoonten, tradities en namen van goden en godinnen en de betrekkingen waarin zij tot elkaar staan.”
Het bovenstaande wordt bevestigd door het commentaar van Joseph Campbell in zijn boek The Masks of God: Primitive Mythology: „De archeologie en de etnografie van de afgelopen vijftig jaar hebben duidelijk aangetoond dat de beschavingen van de Oude Wereld . . . afkomstig zijn uit één beginpunt.”
Het resultaat
De bijbel verschaft niet alleen de achtergrond van de enorme verstrooiing van religies, maar voorzegt ook het resultaat — het ontstaan van een wereldrijk van valse, Babylonische religie. In krachtige, levendige taal wordt het beschreven als ’de grote hoer die op vele wateren zit, met wie de koningen der aarde hoererij hebben bedreven . . . Op haar voorhoofd was een naam geschreven, een mysterie: „Babylon de Grote, de moeder van de hoeren en van de walgelijkheden der aarde”’ (Openbaring 17:1, 2, 5). Dit rijk oefent niet alleen een enorme invloed uit op de grote massa, maar ook op de politieke, militaire en commerciële stelsels van deze aarde.
Wat is het resultaat geweest van de langdurige overheersing van de natiën en volken door Babylon de Grote? Wat voor vruchten zijn er onder invloed van haar vele vormen van religie voortgebracht? Dit wordt in het volgende artikel besproken.
[Kaart op blz. 6]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
Van Babylon uit verbreidden religieuze ideeën en mythen zich naar alle delen van de wereld
ITALIË
GRIEKENLAND
BABYLON
EGYPTE
INDIA