Een kijkje in de vogelwereld van Japan
Door Ontwaakt!-correspondent in Japan
IK HEB vele kilometers door de landelijke gebieden van Japan gelopen, van zijn bergen en terrasvormige velden tot aan zijn zeekusten. Onderweg heb ik talrijke gelegenheden gehad om enkele van zijn 500 vogelsoorten te observeren. Sta mij toe enkele daarvan aan u voor te stellen.
DE STAARTMEES: Het was winter en de grond was bevroren. Ik was blij dat ik warme laarzen en dikke sokken aan had toen ik de heuvels verkende in de buurt van de stad Sjiba.
Op een open plek kreeg ik een troepje van ongeveer 15 staartmezen in het oog, die wij enaga noemen. Maar telkens als ik ze trachtte te naderen, vlogen ze van mij weg. Vermoeid van mijn achtervolging ging ik onder een boom met laaghangende takken zitten. En tot mijn verrassing keerde het troepje terug en streek uitgerekend in de boom neer waaronder ik zat. Ik bewoog mij niet.
De enaga zijn prachtige kleine vogeltjes met een wit kopje en een lijfje met roze, zwart en wit. In plaats van te vliegen lijken ze eerder met een golvende beweging door de bomen te fladderen in een nooit eindigend spel van haasje-over.
DE ZWARTE WOUW, in Japan tobi genoemd, is het hele jaar door aanwezig. Dit is een grote vogel — 60 centimeter lang, fors gebouwd, met lange vleugels en een aan het uiteinde gevorkte staart. Ondanks zijn donkerbruine kleur is hij gemakkelijk te zien wanneer hij langzaam en gracieus door de lucht zeilt.
De tobi is vooral gesteld op de heuvelhellingen bij de zeekust, ofschoon men hem vrijwel overal kan tegenkomen. Op zijn menu staan vissen en muizen. Maar hij helpt ook het landschap schoon te houden door aas te eten.
Op een dag toen ik een winterse wandeling langs de oceaan aan het maken was, zag ik enkele tobi op een paar oude schuttingpalen zitten. Ik kon hun grote, met klauwen uitgeruste poten en scherpe kromme snavels zien. En ik moet toegeven dat ik mij onder hun starende blikken echt niet zo prettig voelde.
DE HUISZWALUW is min of meer een zomergast. Ik zag deze vliegende waaghalzen in de stad Takasaki, waar ze vaak op iets meer dan schouderhoogte door de straten vlogen. Van mensen schijnen ze zich niet bewust te zijn. In nauwe straatjes, tjokvol met fietsen, motorfietsen, auto’s en gehaaste winkelende mensen, schieten ze af en aan. Op het allerlaatste moment scheren ze abrupt over iemand heen!
DE ROODSTAART staat hier bekend als jō-bitaki. Het was in de buurt van de stad Mobara — een uitstekend gebied voor vogelobservaties — dat ik dit indrukwekkende vogeltje voor het eerst zag. Eerst zag ik het mannetje — ongeveer 15 centimeter lang, helder gekleurd (de overheersende tinten zijn zwart, oranje en wit) en mooi om te zien. En toen, het vrouwtje — stijlvol en ingetogen, met een licht olijfgroene kleur. Dit aantrekkelijke paartje brengt vaak een bezoekje aan iemands tuin.
De jō-bitaki komt als wintergast uit Siberië. Hoewel andere vogels nog zuidelijker trekken, overwintert de jō-bitaki graag in Japan. Na Siberië moeten de winterwinden van Japan haast weldadig aandoen.
DE JAPANSE KRAANVOGEL, die door ons tanchō wordt genoemd, kan men in de moerassen en velden aantreffen. Deze prachtige kraanvogels, slechts weinig in aantal, zijn wettelijk beschermd. Zes andere kraanvogelsoorten delen de moerasgebieden met de tanchō, maar hij is de enige vaste bewoner.
ZILVERREIGERS horen bijna bij het Japanse landschap. Gedurende de zomer zijn ze te vinden op de ondergelopen rijstvelden en aan de ondiepe rivieroevers. Ze zijn meestal druk bezig met het vangen van kleine eetbare hapjes. Maar ze hebben een bijzondere voorliefde voor vissen en kikkers. Langzame, bedachtzame stappen nemend woelen ze hun „maaltijd” op. En als ze iets in het oog krijgen dat de moeite waard is, zijn ze er snel bij met hun lange snavels en slanke nekken.
Als u ze van dichtbij gadeslaat, zult u zien dat er niet slechts één soort, maar drie soorten zilverreigers zijn. Deze noemt men eenvoudig „kleine”, „middelgrote” en „grote” zilverreiger, en ze zijn 60 tot 90 centimeter lang.
De eilanden van Japan zijn inderdaad rijk aan vogels. Wat een prachtig evenwicht en een prachtige harmonie bestaat er tussen deze schepselen en hun omgeving!
Waarom zou u niet wat tijd besteden aan de vogels in uw omgeving? Maar wees voorzichtig als u dat doet. Een nestelende vogel die wordt opgeschrikt zou haar jongen in de steek kunnen laten of ze zelfs kwaad doen. Observeer ze dus, maar stoor ze niet. U zult er op die manier niet alleen veel plezier aan beleven, maar het zal tevens uw waardering verdiepen voor de Schepper die deze verrukkelijke gevederde schepselen voor ons genoegen heeft geschapen.