Leven en vrede — Door middel waarvan?
„LEVEN EN VREDE”. Dat was het thema van een unieke wereldconferentie die van 20 tot 24 april 1983 in de Universiteit van Uppsala (Zweden) werd gehouden. Waardoor was ze zo uniek? Voor de eerste maal in de geschiedenis kwamen kerkleiders op het hoogste internationale niveau bij elkaar in een poging overeenstemming te bereiken over de wijze waarop hun kerken oorlog, geweld en kernbewapening zouden bezien, en ook om het leven en de vrede in de wereld te bevorderen.
Ongeveer 160 leiders — vertegenwoordigers van de Oosters-Orthodoxe Kerk, de Rooms-Katholieke Kerk, de lutherse staatskerken en vrije kerken uit 60 naties — namen eraan deel. Ook zo’n 200 journalisten uit alle delen van de wereld waren aanwezig.
Vrede door gewapend verzet?
Een van de belangrijkste vragen betrof de wijze waarop de kerken de betrokkenheid bij gewapend verzet zouden bezien. Aartsbisschop Olof Sundby, het hoofd van de Zweedse Staatskerk en een lid van het gastcomité van de conferentie, verklaarde dat christenen aan gewapend verzet kunnen deelnemen indien dat ten doel heeft te verijdelen dat geweld zegeviert. En Vitalij Borovoj, vertegenwoordiger van de Orthodoxe Kerk en hoogleraar in de theologie, gaf in een interview openlijk toe: „De Russisch-Orthodoxe Kerk heeft geen pacifistisch verleden. Veel priesters hebben fel tegen de revolutie gestreden, en de revolutionairen bezagen de priesters als vertegenwoordigers van het tsaristische regime.” Hij voegde eraan toe: „Natuurlijk ben ik als christen tegen alle oorlogen. Het is echter juist om te strijden zoals wij in de Tweede Wereldoorlog hebben gedaan.”
De eindresolutie, genaamd De Boodschap, geeft te kennen dat hun kerken geen goede reputatie hebben als bevorderaars van leven en vrede in de wereld. De door alle afgevaardigden op de conferentie aangenomen resolutie luidt gedeeltelijk: „Wij belijden nederig dat wij als christenen ontrouw zijn geweest aan de Heer. Onze eigen verdeeldheid als christenen verzwakt ons getuigenis voor vrede. Als burgers van kernmogendheden dragen sommigen van ons een grotere schuld. Wij hebben berouw, wij allen te zamen.” De vergeving van de Heer als vanzelfsprekend beschouwend, vervolgt de resolutie: „Maar nu moeten wij de vergeving van de Heer aannemen.”
Niet in staat het eens te worden
De eindresolutie van de conferentie moest verscheidene malen aangepast en herschreven worden voordat ze aanvaardbaar was voor algemene aanneming. Er sprak geen overeenstemming uit van de zijde van alle gedelegeerden.
In een voorlopige versie luidde de verklaring bijvoorbeeld: „Maar van christelijk standpunt uit bezien, is het vertrouwen op de dreiging met en het mogelijke gebruik van kernwapens onaanvaardbaar als middel om oorlog te vermijden.” Maar dit moest worden veranderd in: „De meesten van ons geloven dat van christelijk standpunt uit bezien het vertrouwen op de dreiging met en het mogelijke gebruik van kernwapens onaanvaardbaar is als middel om oorlog te vermijden. Sommigen zijn bereid nucleaire afschrikking uitsluitend als tijdelijke maatregel te accepteren bij gebrek aan alternatieven.” Sommige kerkleiders waren klaarblijkelijk geen tegenstanders van nucleaire afschrikking als een middel om oorlog te voorkomen!
Deze houding ten aanzien van kernwapens kwam ook tot uitdrukking in de volgende verklaring van de resolutie. In een vroege versie luidde die: „Zelfs het bezit daarvan is niet verenigbaar met ons geloof in God.” Dit moest als volgt worden veranderd: „Sommigen zijn bereid nucleaire afschrikking uitsluitend als tijdelijke maatregel te accepteren bij gebrek aan alternatieven. Voor de meesten van ons echter is het bezitten van kernwapens onverenigbaar met ons geloof in God.” Ook veranderd werd de verklaring: „Wij zijn het er daarom over eens dat het bestaan van deze wapens strijdig is met Gods wil.” Dat werd ten slotte: „De meesten van ons geloven daarom . . .”
Gods koninkrijk of de VN?
Interessant genoeg blijkt uit de resolutie van deze wereldconferentie van kerken niet dat Gods koninkrijk werd erkend als het enige middel dat blijvend leven en vrede kan brengen. In feite werd Gods koninkrijk in de resolutie zelfs niet genoemd. In plaats daarvan volgde de resolutie het traditionele, door de kerken der christenheid gehuldigde standpunt ten gunste van de organisatie der Verenigde Naties en andere menselijke krachtsinspanningen. Ze verklaarde: „Als verdere maatregelen dringen wij aan op: 1. De instandhouding en uitbreiding van het gezag van de Verenigde Naties, het volkenrecht en de ondersteuning van de volledige naleving van het Verdrag van Helsinki.” En in de „richtlijnen voor kerkelijke acties” riep men op tot „ondersteuning van politici en regeringen bij plannen ter ontwikkeling van vredesstrategieën en systemen voor algemene veiligheid”.
Hoe anders was het standpunt dat werd ingenomen door Jezus Christus, die strikte neutraliteit leerde in wereldlijke politieke aangelegenheden en zijn discipelen onderwees naar Gods koninkrijk op te zien als het enige middel om blijvende wereldvrede tot stand te brengen! (Johannes 17:14, 16; 18:36; Matthéüs 6:10; Openbaring 21:3, 4) Ware christenen erkennen dat het voor personen die ’het leven willen liefhebben en goede dagen willen zien’ noodzakelijk is ’vrede te zoeken en die na te streven’ (1 Petrus 3:10, 11). Door zo te handelen houden zij zich aan het uitdrukkelijke bijbelse gebod: „Zijt . . . voor zover het van u afhangt, vredelievend jegens alle mensen.” — Romeinen 12:18.
De „Leven en Vrede”-resolutie deed een beroep op de naties om vrede te sluiten door hun „onderhandelingen tot een positief einde” te brengen en door „de volledige uitbanning van alle nucleaire wapens binnen vijf jaar”. Het is nu bijna twee jaar geleden dat de „Leven en Vrede”-conferentie werd gehouden. Zal dit doel — vrede — in de resterende drie jaar worden bereikt? Zullen hun krachtsinspanningen werkelijk tot gevolg hebben dat er ten slotte vrede en veiligheid in de wereld tot stand gebracht zullen worden? Of zal Gods koninkrijk tussenbeide moeten komen om alle bestaande regeringen met hun bedreigingen van het leven en de vrede weg te vagen, en op deze aarde vreedzame paradijsachtige omstandigheden te herstellen? De vlak voor ons liggende jaren zullen ongetwijfeld het antwoord verschaffen. — 1 Thessalonicenzen 5:3; Daniël 2:44; Jesaja 9:7.