Naar de top van Europa per trein
Door Ontwaakt!-correspondent in Zwitserland
DE NEGENTIENDE-EEUWSE mens was in de stemming om de natuur te bedwingen. De Zwitserse Alpen waren daarvoor een voor de hand liggende kandidaat. Eeuwenlang hadden hun grimmige pieken van kantig ijs en gesteente de mens op eerbiedige afstand gehouden — maar die tijd was voorbij. In het begin van de negentiende eeuw slaagden bergbeklimmers erin de 4158 meter hoge Jungfrau te bestijgen. Hoewel de Jungfrau niet de hoogste berg van de Alpen is, behoort ze beslist tot de meest spectaculaire.
Tegen het einde van de negentiende eeuw begonnen verscheidene ondernemende mannen zich af te vragen hoe deze piek toegankelijk gemaakt kon worden voor meer dan slechts een handvol onverschrokken bergbeklimmers. Al spoedig werd het idee geboren een spoorlijn naar de piek aan te leggen.
Een moedige onderneming
De aanleg van een spoorlijn naar een dergelijke hoogte was een kolossale opgaaf, vooral met de beperkte technologie waarover men toen beschikte. De Zwitserse regering bestudeerde verscheidene voorstellen voor de uitvoering van het idee en koos voor de plannen van Adolphe Guyer-Zeller, een industrieel uit Zürich. Allereerst moest hij een wetenschappelijke expeditie naar de hoge Alpen organiseren om te bewijzen dat werklieden en toeristen op die hoogten in leven konden blijven.
Bij zijn plannen werd gebruik gemaakt van de Wengernalpbaan, een reeds bestaande verbinding tussen de alpendalen van Lauterbrunnen en Grindelwald aan de voet van de Jungfrau. Om de spoorlijn tot aan de top door te trekken, stelde Guyer-Zeller voor een 7 kilometer lange tunnel naar boven aan te leggen door het binnenste van de Eiger en de Mönch, de beroemde aan de Jungfrau grenzende pieken. Zo zou de lijn behoed zijn voor het ruwe weer buiten.
Het werk begon in juli 1896. Het kostte twee jaar om het eerste traject in de open lucht van de Kleine Scheidegg naar het station Eigergletscher, een afstand van slechts 2 kilometer, te voltooien. De volgende opgaaf was het boren van een tunnel door de Eiger. Toen de winter van 1898/99 naderbij kwam, bereidden enkele honderden arbeiders aan de tunnel zich erop voor dat zij door sneeuwmassa’s volkomen van de rest van de wereld afgesneden zouden zijn.
De slaapvertrekken voor de arbeiders en de opslagruimte voor de proviand vormden een flink dorp. Duizenden kilo’s levensmiddelen, bouwmaterialen en brandstof moesten opgeslagen worden. De proviand moest toereikend zijn totdat de Wengernalpbaan weer in gebruik genomen kon worden, laat in het voorjaar.
De arbeiders boorden 24 uur per etmaal, in drie acht-uurploegen. Maar het doorboren van het gesteente eiste zijn tol. Zes arbeiders kwamen om bij een verschrikkelijk ondergronds ongeluk. Niettemin bereikten de tunnelbouwers op 7 maart 1899 de tweede stopplaats, het station Eigerwand. Vanuit de stationsramen konden zij de Kleine Scheidegg zien, nu 4,3 kilometer achter hen, en, ver beneden hen, de Thunersee.
Onverwachte hindernissen
Op 3 april 1899 werd het project een zware slag toegebracht door de plotselinge dood van Adolphe Guyer-Zeller. Maar onder leiding van zijn zoons werd de volgende stopplaats bereikt, het station Eismeer, op een hoogte van 3160 meter. Het ging open in juli 1905.
In de jaren die volgden, vorderde men slechts langzaam. Het afmattende leven in die onherbergzame omgeving knaagde aan de zenuwen van de arbeiders en putte hen uit. Niettemin werd op 21 februari 1912 het laatste gat geslagen door het gesteente op het Jungfraujoch (wat „Juk van de Jungfrau” betekent, de pas tussen de Mönch en de Jungfrau). Er ontvouwde zich een adembenemend panorama — sneeuwtoppen en gletsjers overwelfd door een diepblauwe lucht, allemaal badend in glinsterend zonlicht!
Europa’s hoogste treinstation, Jungfraujoch, op 3454 meter hoogte en 9,3 kilometer van het beginpunt van de lijn, werd ingewijd op 1 augustus 1912. Het oorspronkelijke idee om door te gaan naar de eigenlijke top van de Jungfrau (700 meter hoger) moest men laten varen — voornamelijk vanwege de kosten en het gebrek aan ruimte op die hoogte voor de grote menigten bezoekers die men verwachtte. Het budget van tien miljoen Zwitserse franken voor het project was al met vijf miljoen overschreden. In plaats van de geraamde zeven jaar had het project zestien jaar geduurd.
Als u het Jungfraujoch bezoekt
Hebt u plannen om het Jungfraujoch te bezoeken? Vanaf de Kleine Scheidegg kan de Jungfraubaan u binnen het uur naar de top van Europa brengen. Korte stops stellen u in staat om op de stations Eigerwand en Eismeer uit de ramen te kijken. Hebt u de top eenmaal bereikt, dan kan het zijn dat de ijle lucht op die hoogte u verplicht om het eerst kalmpjes aan te doen terwijl u een bezoek brengt aan de tentoonstellingsruimte van het station voor wetenschappelijk onderzoek of de sculpturen in het Eispalast bekijkt. Met een lift komt u op het Sphinxterras, dat uitzicht biedt op de Aletschgletsjer. U kunt zelfs een ritje per hondeslee proberen!
Mocht u honger of dorst krijgen, dan zult u een restaurant vinden voor elke portemonnaie en smaak. Maar het beste wordt u gratis aangeboden: het grootse uitzicht op het werk van de Schepper, mits er niet plotseling mist of wolken verschijnen. Het natuurschoon is beslist een meesterwerk van schepping. Wij nietige toeschouwers kunnen er slechts vol ontzag en bewondering naar kijken.
[Illustratie op blz. 24]
De Jungfraubaan
[Illustratie/Diagram op blz. 25]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
Het traject van de Jungfraubaan:
1. Kleine Scheidegg (open lucht);
2. Eigergletscher (open lucht);
3. Eigerwand (in tunnel);
4. Eismeer (in tunnel);
5. Jungfraujoch (in tunnel)