Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g95 8/11 blz. 19-25
  • De Mormoonse Kerk — Een herstel van alle dingen?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • De Mormoonse Kerk — Een herstel van alle dingen?
  • Ontwaakt! 1995
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • De kerk van Joseph Smith zoals ze nu is
  • De mormonen en de bijbel
  • „Zoals God nu is, kan de mens worden”
  • Het Boek van Mormon — Hoeksteen van het geloof
  • Historische raadsels
  • De basis voor herstel
  • De Heiligen der Laatste Dagen in de hedendaagse wereld
    Ontwaakt! 1983
  • „Ze wilden dat ik zelf onderzocht wat de waarheid was”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2013
  • Het Boek van Mormon vergeleken met de bijbel
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1962
  • Een jonge man op zoek naar antwoorden
    Ontwaakt! 1995
Meer weergeven
Ontwaakt! 1995
g95 8/11 blz. 19-25

De Mormoonse Kerk — Een herstel van alle dingen?

DE MORMOONSE tempel in Salt Lake City in de Amerikaanse staat Utah is voor de Heiligen der laatste dagen een trots symbool van hun geloof. IJver, gezinswaarden en financiële onafhankelijkheid zijn mormoonse wachtwoorden. Mormoonse zendelingen, met hun lapelkaartje waarop hun naam staat, vormen over de hele wereld een vertrouwd beeld. Maar enkele interne aangelegenheden die voor de mormonen heilig zijn, worden niet aan buitenstaanders geopenbaard. De kerk blijft dan ook het mikpunt van sensationele geruchten. Een eerlijk oordeel dient echter niet op onsmakelijke verhalen maar op feiten gebaseerd te zijn. Wat kunnen wij over dit vaak belasterde geloof te weten komen?

De kerk van Joseph Smith zoals ze nu is

De mormonen geloven dat hun religie het herstel vertegenwoordigt van de ware kerk met haar priesterschap en verordeningen. Vandaar ook haar officiële naam, de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der laatste dagen. In de Mormoonse Kerk bestaat geen scheiding tussen geestelijken en leken. In plaats daarvan kan ieder waardig mannelijk kerklid vanaf de leeftijd van twaalf jaar diverse taken in de kerk te doen krijgen en op de leeftijd van zestien het priesterschap bereiken.

De meerderheid van de kerkelijke ambten is onbezoldigd, en mormoonse gezinnen nemen deel aan de vele programma’s van hun plaatselijke gemeente of ’wijk’. Op gemeentelijk niveau voeren ouderlingen, bisschoppen en ’ring’- of districtspresidenten het opzicht over de goedgeorganiseerde aangelegenheden van de kerk. Een raad van twaalf apostelen in Salt Lake City heeft wereldwijde jurisdictie. In laatste instantie vormen de president van de kerk — vereerd als profeet, ziener en openbaarder — en twee raadgevers het presiderende gezag van de kerk, het Quorum van het Presidium of het Eerste Presidium genoemd.

Verscheidene verordeningen zijn van invloed op het leven van vrome mormonen. De doop, die berouw en gehoorzaamheid beduidt, kan plaatsvinden vanaf de leeftijd van acht jaar. Rituele reiniging en zalving zuiveren en wijden de gelovige. Aan het tempelonderricht komt een aantal verbonden of beloften te pas en een speciaal tempelonderkleed dat daarna altijd gedragen moet worden, als een bescherming tegen het kwaad en een herinnering aan de geloften van geheimhouding die zijn afgelegd. Ook kan een mormoons echtpaar hun huwelijk in een tempel bezegelen „voor tijd en alle eeuwigheid”, opdat hun gezin intact blijft in de hemel, waar het echtpaar kan doorgaan met kinderen voortbrengen.

De Mormoonse Kerk heeft bewondering geoogst voor haar sociale programma, opgezet opdat „de vloek van ledigheid weggenomen mag worden”. Het wordt gefinancierd door plaatselijke leden die iedere maand twee maaltijden overslaan en de waarde ervan aan de kerk schenken. Daarnaast is een nauwgezet betalen van een tiende van hun inkomen een vereiste. Familie en vrienden verschaffen de geldelijke middelen om mormoonse zendelingen te ondersteunen. Het zijn gewoonlijk jonge mannen en vrouwen, die zo’n twee jaar in de zendingsdienst doorbrengen.

Zelfopoffering, hechte gezinnen en burgerplicht zijn de kenmerken van het mormoonse leven. Maar hoe staat het met de mormoonse leerstellingen?

De mormonen en de bijbel

„Wij geloven dat de Bijbel het woord van God is, voorzover de vertaling juist is”, luidt het achtste artikel van de mormoonse Artikelen des Geloofs. Maar daaraan wordt toegevoegd: „Wij geloven ook dat het Boek van Mormon het woord van God is.” Velen vragen zich echter af waarom er nog andere geschriften nodig waren.

Ouderling Bruce R. McConkie beweerde: „Er zijn geen mensen op aarde die de bijbel zo hoog achten als [de mormonen]. . . . Maar wij geloven niet . . . dat de bijbel alles bevat wat voor redding nodig is.” President Gordon B. Hinckley schreef in het pamflet What of the Mormons? dat de talloze verschillende sekten en kerken „getuigen van de ontoereikendheid van de bijbel”.

Mormoonse schrijvers geven uiting aan diepe twijfels aangaande de betrouwbaarheid van de bijbel vanwege beweerde weglatingen en vertaalfouten. De mormoonse apostel James E. Talmage geeft in zijn boek A Study of the Articles of Faith de aansporing: „Laat daarom de bijbel met eerbied worden gelezen, en met biddende voorzorg, waarbij de lezer steeds het licht van de Geest zoekt, opdat hij mag kunnen oordelen tussen waarheid en de fouten der mensen.” Orson Pratt, een vroege mormoonse apostel, ging nog iets verder: „Wie weet of ook maar één vers van de bijbel aan verontreiniging is ontkomen?”

Ten aanzien van deze kwestie schijnen de mormonen zich echter niet van alle feiten bewust te zijn. Het is waar dat de bijbel in de loop der jaren herhaaldelijk is overgeschreven en vertaald. Het bewijsmateriaal voor de wezenlijke zuiverheid is echter overweldigend. Duizenden vroege Hebreeuwse en Griekse handschriften zijn zorgvuldig met recentere afschriften van de bijbel vergeleken. Zo is de uit de tweede eeuw v.G.T. stammende Dode-Zeerol van Jesaja vergeleken met een manuscript van ruim duizend jaar later. Waren er ernstige fouten ingeslopen? Integendeel, in de analyse van één taalgeleerde werd verklaard dat de paar afwijkingen die werden aangetroffen ’voornamelijk bestonden in duidelijke verschrijvingen en variaties in spelling’.a

Na er zijn hele leven een intense studie van gemaakt te hebben, getuigde de voormalige directeur van het British Museum, Sir Frederick Kenyon: „De christen kan de hele bijbel in handen nemen en zonder angst of aarzeling zeggen dat hij daar het ware Woord van God vasthoudt, zonder essentieel verlies door de eeuwen heen van generatie op generatie doorgegeven.” Zo zijn ook nu nog de woorden van de psalmist waar: „De woorden des Heren zijn zuivere woorden, gedegen zilver, in een smeltoven in de aarde zevenvoudig gelouterd” (Psalm 12:7 [6], Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap). Hebben wij werkelijk meer nodig?

„Gij dwaas,” verwijt het Boek van Mormon in 2 Nephi 29:6, „die zult zeggen: Een Bijbel, wij hebben een Bijbel, en wij hebben er geen andere Bijbel bij nodig.” Veel mormonen hebben echter diep nagedacht over de strenge woorden van de apostel Paulus in de bijbel in Galaten 1:8 (NBG): „Maar ook al zouden wij, of een engel uit den hemel, u een evangelie verkondigen, afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt!”

Mormoonse geleerden leggen uit dat het nieuwe geschrift niet anders is dan wat in de bijbel wordt verkondigd maar dat alleen opheldert en aanvult. „Er is geen spanning tussen de twee”, schrijft Rex E. Lee, president van de Brigham Young University. „De bijbel en het Boek van Mormon onderwijzen hetzelfde heilsplan.” Is er overeenstemming tussen de beide boeken? Beschouw het mormoonse heilsplan eens.

„Zoals God nu is, kan de mens worden”

„Hoewel wij ons dat niet herinneren,” legt Lee uit, „hebben wij vóór dit leven een bestaan als geest gehad.” Volgens dit mormoonse geloof van eeuwige vooruitgang kan een mens door strikte gehoorzaamheid een god worden — een schepper zoals God. „God zelf was eens zoals wij nu zijn, en is een verhoogde Mens, en zit op een troon in gindse hemelen”, verklaarde Joseph Smith. „Gij moet leren zelf Goden te zijn, . . . net als alle Goden voor u hebben gedaan.” De mormoonse profeet Lorenzo Snow zei: „Zoals de mens nu is, was God eens; zoals God nu is, kan de mens worden.”

Wordt ons in de bijbel zo’n toekomst voorgehouden? Het enige aanbod om een god te worden dat daar staat opgetekend, was de loze belofte van Satan de Duivel in de hof van Eden (Genesis 3:5). De bijbel toont dat God Adam en Eva schiep om op aarde te leven en hun de opdracht gaf om een volmaakte menselijke familie voort te brengen die hier voor eeuwig in geluk zou leven (Genesis 1:28; 3:22; Psalm 37:29; Jesaja 65:21-25). Adams opzettelijke ongehoorzaamheid bracht zonde en dood in de wereld. — Romeinen 5:12.

Het Boek van Mormon zegt dat als de vroegere geesten Adam en Eva zondeloos waren gebleven, zij — eenzaam in hun paradijs — geen kinderen en geen vreugde zouden hebben gehad. De versie die dat boek geeft van de zonde van het eerste gehuwde paar had dus te maken met geslachtsgemeenschap en het baren van kinderen. „Adam viel, opdat de mensen mochten zijn; en de mensen zijn, opdat zij vreugde mogen hebben” (2 Nephi 2:22, 23, 25). Geesten in de hemel wachten dus naar wordt gezegd op een kans om op een zondige aarde te leven — een noodzakelijke stap in de richting van vervolmaking en godheid. Het mormoonse tijdschrift Ensign zegt erover: „Wij bezien wat Adam en Eva deden met grote waardering in plaats van met minachting.”

„Deze leer [dat de mens een bestaan had in de geestenschepping]”, zegt Joseph Fielding Smith, achterneef van Joseph Smith, „wordt in de bijbel slechts door een mist heen onderscheiden . . . omdat veel duidelijke en kostbare dingen uit de bijbel verwijderd zijn.” Verder verklaart hij: „Dit geloof is gebaseerd op een openbaring die de Kerk gegeven werd op 6 mei 1833.” Hoewel de autoriteit van de bijbel wordt geaccepteerd, zal in geval van strijdigheid de mormoonse leer noodzakelijkerwijs groter gewicht toekennen aan de woorden van hun profeten.

Het Boek van Mormon — Hoeksteen van het geloof

Joseph Smith prees het Boek van Mormon als „het nauwkeurigste boek op aarde, en de hoeksteen van onze religie”. Een enkel stel gouden platen is naar gezegd de bron geweest van zijn geschriften. Elf mormonen getuigden dat zij de platen gezien hebben. Toen het document voltooid was zijn de platen echter, zo zegt Smith, naar de hemel gehaald. Ze zijn dus niet beschikbaar voor tekstuele analyse.

De Parel van Grote Waarde (zie het kader op blz. 20) vertelt van een professor Charles Anthon aan wie een kopie van enkele inscripties getoond werd en die verklaarde dat ze authentiek waren en dat de vertaling nauwkeurig was. Toen hij evenwel te horen kreeg wat de herkomst van de platen was, trok hij volgens het verhaal zijn oordeel in. Het verhaal lijkt echter niet te kloppen met Smiths bewering dat alleen hij de gave had de taal op de platen te vertalen, een taal „waarvan de kennis voor de wereld verloren was gegaan”. Kon professor Anthon een tekst als nauwkeurig waarmerken die hij niet kon lezen en dus ook niet kon vertalen?

Het Boek van Mormon citeert uitvoerig uit de King James Version van de bijbel, met haar Engels uit de tijd van Shakespeare, dat in de dagen van Joseph Smith al als archaïsch werd beschouwd. Het heeft enkele lezers verontrust dat het Boek van Mormon, dit „nauwkeurigste” boek ter wereld, minstens 27.000 woorden rechtstreeks overneemt uit de bijbelvertaling die zo vol fouten zou staan en die Smith later zou gaan reviseren. — Zie het kader op blz. 20.

Een vergelijking tussen de eerste editie van het Boek van Mormon en huidige edities onthult een voor veel mormonen verrassend feit — dat het boek dat naar zeggen „vertaald [is] . . . door de gave en de macht Gods”, zelf talrijke veranderingen in grammatica, spelling en inhoud heeft ondergaan. Zo is er kennelijk verwarring over de identiteit van „de Eeuwige Vader”. Volgens de eerste editie staat in 1 Nephi 13:40 dat ’het Lam Gods de Eeuwige Vader is’. Maar latere edities zeggen dat ’het Lam Gods de Zoon van de Eeuwige Vader is’. (Wij cursiveren.) De twee oorspronkelijke manuscripten uit 1830 van het Boek van Mormon bestaan nog. Een van de twee originelen, in het bezit van de Gereorganiseerde Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der laatste dagen, heeft tussen de regels „de Zoon” tussengevoegd staan.

Met betrekking tot het mormoonse geschrift Leer en Verbonden legt het boek The Revelations of the Prophet Joseph Smith van de hand van de mormoonse geleerde Lyndon W. Cook in de inleiding uit: „Doordat sommige openbaringen zijn herzien door de commissies die waren aangesteld om ze voor publikatie te rangschikken, zijn er betekenisvolle tekstuele toevoegingen en weglatingen opgemerkt.” Een zo’n verandering wordt aangetroffen in het Book of Commandments 4:2, waar over Smith stond: „Hij heeft een gave om het boek te vertalen . . . ik zal hem geen andere gave schenken.” Maar toen de openbaring in 1835 in Leer en Verbonden werd herdrukt, luidde ze: „Want Ik zal u geen andere gave verlenen, totdat het is voltooid.” — 5:4.

Historische raadsels

Sommigen vinden het moeilijk te rijmen dat ongeveer twintig joden in 600 v.G.T. Jeruzalem zouden hebben verlaten op weg naar Amerika, en dat zij zich in nog geen dertig jaar zo hadden vermenigvuldigd dat zij zich in twee naties hadden gesplitst! (2 Nephi 5:28) Binnen negentien jaar na hun aankomst zou deze kleine groep een tempel hebben gebouwd „naar de tempel van Salomo, . . . en de bewerking was buitengewoon fraai” — beslist een formidabele taak! Met de zeven jaar durende bouw van Salomo’s tempel in Jeruzalem waren bijna 200.000 arbeiders, handwerkslieden en opzichters bezig geweest. — 2 Nephi 5:16; vergelijk 1 Koningen 5, 6.

Zorgvuldige lezers van het Boek van Mormon hebben zich afgevraagd wat zij moesten aanvangen met bepaalde gebeurtenissen die in strijd schijnen te zijn met de juiste chronologische volgorde. Handelingen 11:26 zegt bijvoorbeeld dat „de discipelen het eerst te Antiochië Christenen genoemd werden” (NBG). Maar Alma 46:15, dat gebeurtenissen in 73 v.G.T. heet te beschrijven, laat al christenen in Amerika zijn nog voordat Christus naar de aarde kwam.

Het Boek van Mormon presenteert zichzelf meer als een historisch verhaal dan als een leerstellige verhandeling. De zinsnede „and it came to pass” (’en het geschiedde’) komt zo’n 1200 keer in de huidige Engelse editie voor — ongeveer 2000 maal in de editie van 1830. Veel plaatsen die in de bijbel worden genoemd, bestaan nog steeds, maar de locatie van praktisch alle in het Boek van Mormon genoemde plekken, zoals Gimgimno en Zeezrom, is onbekend.

Het mormoonse verhaal vertelt van enorme nederzettingen over de hele lengte en breedte van het Noordamerikaanse continent. Helaman 3:8 luidt: „En zij vermenigvuldigden en verspreidden zich . . . en breidden zich zover uit, dat zij zich over de gehele oppervlakte der aarde . . . begonnen uit te strekken.” Volgens Mormon 1:7 ’was het ganse land met gebouwen bedekt’. Veel mensen vragen zich af waar de overblijfselen van deze wijdverbreide beschavingen zijn. Waar zijn de door de Nephieten vervaardigde voorwerpen zoals gouden munten, zwaarden, schilden of borstplaten? — Alma 11:4; 43:18-20.

Met het oog op zulke vragen doen leden van de Mormoonse Kerk er goed aan ernstig na te denken over de woorden van de mormoon Rex E. Lee: „De authenticiteit van het mormonisme staat of valt met het boek waaraan de Kerk haar bijnaam ontleent.” Een geloof dat gebaseerd is op gedegen schriftuurlijke kennis in plaats van alleen op een emotionele gebedservaring, vormt een uitdaging voor oprechte mormonen — zo goed als voor allen die beweren christenen te zijn.

De basis voor herstel

Het was de geestelijke chaos om hem heen die Joseph Smith ertoe bracht de strijdende sekten van zijn dagen af te wijzen. Andere eerbiedwaardige mannen voor, in en na zijn tijd hebben getracht terug te keren tot het ware geloof.

Wat is het patroon voor waar christendom? Is het niet Christus, die „een voorbeeld heeft nagelaten, opdat gij in zijn voetstappen zoudt treden”? (1 Petrus 2:21, NBG) Het leven van Jezus Christus vertoont een sterk contrast met de mormoonse theologie. Hoewel Jezus geen asceet was, was zijn eenvoudige leven vrij van enige ambitie om rijkdom, eer of politieke macht te verwerven. Hij werd vervolgd omdat hij „niet uit de wereld” was (Johannes 17:16, NBG). Het belangrijkste doel van Jezus’ bediening was zijn Vader, Jehovah, te verheerlijken en Zijn naam te heiligen. Voor Jezus’ ware discipelen geldt hetzelfde. Zij bezien hun eigen redding als van ondergeschikt belang.

Jezus onderwees het Woord van God, haalde er veelvuldig uit aan en leefde er in overeenstemming mee. Brigham Young zei over de bijbel: „Wij beschouwen dit boek als onze gids, als onze richtlijn; wij beschouwen het als de fundering van ons geloof. Het wijst de weg naar redding” (Journal of Discourses, Deel XIII, blz. 236). Daarom raadde hij dringend aan: „Neem de bijbel, vergelijk de religie van de Heiligen der laatste dagen ermee en zie of die de test kan doorstaan” (Discourses of Brigham Young). Niet alleen het mormoonse geloof maar alle religies die beweren christelijk te zijn, moeten zich aan deze test onderwerpen, want Jezus zei dat „de waarachtige aanbidders den Vader aanbidden zullen in geest en in waarheid”. — Johannes 4:23, NBG.

[Voetnoot]

a Zie voor verdere informatie De bijbel — Gods woord of dat van mensen?, uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.

[Kader op blz. 20]

Mormoonse heilige geschriften

NAAST de bijbel en het Boek van Mormon erkennen de Heiligen der laatste dagen nog een aantal andere geschriften.

Leer en Verbonden: Dit is hoofdzakelijk een verzameling van wat Joseph Smith openbaringen van God noemde. Deze zijn bij tijden herzien naar leerstellige en historische ontwikkelingen dicteerden.

Parel van Grote Waarde: Dit boek bevat Joseph Smiths herzieningen van het bijbelboek Genesis, het 24ste hoofdstuk van Mattheüs en Smiths persoonlijke geschiedenis. Het bevat ook Smiths vertaling van een papyrus die hij in 1835 kocht. Hij verklaarde dat het door Abraham zelf geschreven was en dat hij daarin vertelde hoe een engel hem redde toen een priester hem op een altaar probeerde te offeren. De papyrus werd in 1967 weer gelokaliseerd en door een aantal egyptologen onderzocht. Zij kwamen tot de bevinding, aldus één verslag, dat „nog geen woord van Joseph Smiths beweerde vertaling enige overeenkomst had met de inhoud van dit document”. Het bleek het Boek der ademhalingen te zijn, een Egyptisch grafdocument dat aan de doden meegegeven wordt. Smiths originele manuscript laat zien dat hij 136 Engelse woorden gebruikte om de Egyptische hiëroglief voor „meer [waterplas]” te vertalen.

Bijbelvertaling van Joseph Smith: In 1830 begon Smith aan een herziening van de King James Version van de bijbel, die hij nooit voltooide. Hij herzag zo’n 3400 verzen en voegde veel materiaal toe, met inbegrip van een profetie aan het eind van Genesis over zijn eigen komst als „een uitgelezen ziener”. Aangezien het manuscript in het bezit bleef van Smiths weduwe, die niet Brigham Young volgde, wordt er door de kerk in Salt Lake City zelden uit geciteerd, hoewel het werk als correct wordt aanvaard.

Verdere „geïnspireerde” leerstellingen: Deze kunnen door de levende profeet van de kerk op ieder moment worden doorgegeven en hebben een zelfde gezag als de bijbel. De King Follett-lezing die in 1844 werd gehouden, is er een voorbeeld van. Smith hield deze begrafenispreek voor ouderling King Follett en verklaarde daarin de leer van de vergoddelijkte mens en vermenselijkte God. Ze komt voor in de Journal of Discourses, een verzameling lezingen door Smith, Young en andere negentiende-eeuwse mormoonse autoriteiten.

[Kader op blz. 21]

De mormoonse godenfamilie

God: Vader van alle Goden, heeft een lichaam van vlees en beenderen. — Leer en Verbonden 130:22.

Elohim: Soms aangeduid als een afzonderlijke persoon. Ook beschreven als een raad van Goden die de aarde organiseerden. — Leer en Verbonden 121:32; Parel van Grote Waarde, Abraham 4:1; Journal of Discourses, Deel I, blz. 51.

Jezus: God en Schepper van de hele aarde, de Verlosser. — 3 Nephi 9:15; 11:14.

Jehovah: De oudtestamentische naam voor Jezus. — Vergelijk Mormon 3:22; Moroni 10:34 en de index op het Boek van Mormon.

Drieëenheid: De Godheid van drie afzonderlijke, onderscheiden geestelijke personages, Vader en Zoon, van vlees en beenderen, en de Heilige geest. — Alma 11:44; 3 Nephi 11:27.

Adam: Jezus’ helper bij de schepping. Brigham Young verklaarde: „Onze vader Adam kwam in de hof van Eden . . . en bracht Eva, een van zijn vrouwen, mee. . . . Hij is onze Vader en onze God” (Journal of Discourses, Deel I, blz. 50, uitgave van 1854). Na zijn zonde werd Adam de eerste christen op aarde (Parel van Grote Waarde, Mozes 6:64-66; Ensign, januari 1994, blz. 11). Hij is „de Oude van Dagen” (Leer en Verbonden 116) en is de letterlijke fysieke Vader van Jezus. — Journal of Discourses, Deel I, blz. 51.

Michaël: Een andere naam voor Adam, de aartsengel. — Leer en Verbonden 107:54.

[Kader op blz. 23]

De mormonen, nationalisme en politiek

JOSEPH SMITH — profeet, ziener, openbaarder volgens het mormoonse geloof — was ook burgemeester, ambtenaar van financiën, luitenant-generaal en Amerikaans presidentskandidaat. In navolging van zijn voorbeeld zijn veel mormonen vurige politieke activisten. De kerk is trots op haar Amerikaanse erfgoed en beweert dat God het schrijven van de Amerikaanse grondwet heeft bestierd. Brigham Young zei: „Wanneer . . . het Koninkrijk Gods zal gaan regeren, zal de vlag van de Verenigde Staten trots en onbezoedeld wapperen aan de vlaggemast van Vrijheid en gelijke rechten, zonder een smet.”

Artikel 12 van de Artikelen des Geloofs verklaart: „Wij geloven onderworpen te moeten zijn aan koningen, presidenten, heersers en overheidsdienaren, en de wet te moeten gehoorzamen, eerbiedigen en hooghouden.” Hoe ver gaat hun onderwerping? Toen de Verenigde Staten aan de Eerste Wereldoorlog gingen deelnemen, bevestigde ouderling Stephen L. Richards: „Er zijn geen loyalere onderdanen van de regering van de Verenigde Staten dan de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der laatste dagen.” „Wanneer wij vechten, zullen wij overwinnen door de kracht van God”, zei een andere ouderling.

Artikel 12 was ook aan de andere kant van het slagveld van kracht. Professor Christine E. King van de Staffordshire University schreef: „Duitse mormonen kregen de aanmoediging de wapens op te nemen voor hun land en te bidden voor de overwinning.” De kerk zei dat zij niet tegen Britse en Amerikaanse mormoonse broeders streden maar tegen regeringsvertegenwoordigers. „Dit onderscheid, al was het dan doorzichtig, wist de morele en religieuze twijfels van Duitse mormonen te sussen.”

Toen Hitler de macht greep, kwam er geen verandering in de mormoonse gedragslijn om van ganser harte steun te verlenen. „De nazi’s stuitten niet op tegenstand of blijken van kritiek van de Mormoonse Kerk”, schreef dr. King. De mormoonse nadruk op raciale zuiverheid en patriottisme kwam de kerk goed van pas, en voor veel mormonen ’waren de verbanden tussen hun geloof en de politiek van het Derde Rijk duidelijk’. Toen verscheidene mormonen Hitler durfden trotseren, ontvingen zij geen steun van mormoonse ambtsdragers. „De kerk was patriottisch en loyaal en keurde iedere aanval op het nazi-bewind af.” De kerk excommuniceerde zelfs een dissident kerklid postuum nadat de nazi’s hem hadden terechtgesteld.b

Wat is dit een verschil met degenen die geprezen worden in het Boek van Mormon in Alma 26:32: „Zij offerden liever hun eigen leven op, dan dat zij hun vijand het leven zouden benemen; en zij hebben hun oorlogswapenen diep in de grond begraven wegens hun liefde jegens hun broederen.”

Jezus redeneerde met Pilatus: „Indien mijn Koninkrijk van deze wereld geweest was, zouden mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik niet aan de Joden zou worden overgeleverd” (Johannes 18:36, NBG). Zijn discipelen mochten niet de wapens opnemen om Gods eigen Zoon te verdedigen, laat staan in een oorlog tussen regeringen. Zij zouden zelfs hun vijanden moeten liefhebben. — Mattheüs 5:44; 2 Korinthiërs 10:3, 4.

Er zijn in deze tijd ware christenen die individueel en als groep strikt neutraal zijn gebleven. Het boek Moeders in het vaderland zei over hen: „De Jehova-getuigen hadden zich vanaf hun oprichting resoluut gedistantieerd van iedere staat.” Tijdens Hitlers terreurbewind was het dan ook zo dat zij „vrijwel allemaal weigerden enige vorm van gehoorzaamheid te betonen aan de nazi-staat”.

Hoewel duizenden van hen stierven als martelaar, namen Jehovah’s Getuigen de woorden van Jezus ter harte: „Hieraan zullen allen weten, dat gij discipelen van Mij zijt, indien gij liefde hebt onder elkander.” — Johannes 13:35, NBG.

[Voetnoot]

b Helmut Hübener werd in 1948 weer in de kerk opgenomen.

[Kader op blz. 24]

De bijbel en de mormoonse geschriften — Een studie in contrasten

Bijbel: Hoewel de exacte ligging onbekend is, bevond de hof van Eden zich waarschijnlijk in de streek Mesopotamië bij de rivier de Eufraat. — Genesis 2:11-14.

Leer en Verbonden: Hof van Eden bevond zich in Jackson County (Missouri, VS). — Leer en Verbonden 57, zoals uitgelegd door president J. F. Smith.

Bijbel: De ziel sterft. — Ezechiël 18:4; Handelingen 3:23.

Boek van Mormon: ’De geest kon nimmer sterven.’ — Alma 42:9.

Bijbel: Jezus werd geboren in Bethlehem. — Mattheüs 2:1-6.

Boek van Mormon: Jezus zou in Jeruzalem geboren worden. — Alma 7:10.

Bijbel: Jezus werd verwekt door heilige geest. — Mattheüs 1:20.

Journal of Discourses: Jezus werd niet verwekt door heilige geest. Hij werd in het vlees verwekt doordat Adam gemeenschap had met Maria. — Journal of Discourses, Deel I, blz. 50, 51.

Bijbel: Nieuwe Jeruzalem zal in de hemel zijn. — Openbaring 21:2.

Boek van Mormon: Nieuwe Jeruzalem, aards, zal gebouwd worden door mensen in Missouri (VS). — 3 Nephi 21:23, 24; Leer en Verbonden 84:3, 4.

Bijbel: Schrijvers van de bijbel werden geïnspireerd om Gods gedachten neer te schrijven. — 2 Petrus 1:20, 21.

Boek van Mormon: Van de profeten ervan wordt gezegd dat zij zich bij het schrijven door hun eigen kennis lieten leiden. — 1 Nephi 1:2, 3; Jakob 7:26.

Bijbel: De Mozaïsche wet, met inbegrip van het heffen van tienden, eindigde met de dood van Jezus. Bijdragen moeten vrijwillig zijn, niet onder dwang. — 2 Korinthiërs 9:7; Galaten 3:10-13, 24, 25; Efeziërs 2:15.

Leer en Verbonden: „Voorwaar, het is . . . een tijd voor het heffen van tienden van Mijn volk; want hij, die tienden heeft gegeven, zal niet worden verbrand bij Zijn komst.” — Leer en Verbonden 64:23.

[Illustratie op blz. 25]

Beeld van Moroni op de mormoonse tempel in Salt Lake City

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen