De Tseetseevlieg — De vloek van Afrika?
DOOR ONTWAAKT!-CORRESPONDENT IN NIGERIA
WIJ waren recentelijk verhuisd naar een plattelandsgebied in West-Afrika. Rondom ons lag tropisch oerwoud. Op een middag stapte mijn vrouw de bergruimte binnen en gilde: „Er is hier een paardevlieg!”
De vlieg schoot de bergruimte uit en de badkamer in. Ik greep een bus insekticide en ging er achteraan, de deur achter mij sluitend. De vlieg was nergens te zien. Plotseling vloog hij me naar mijn gezicht. Hij doet een aanval! Met maaiende armen probeerde ik — zonder succes — het dier tegen de grond te meppen. Hij vloog naar het raam. De hor blokkeerde zijn vluchtweg. De vlieg landde op het gaas.
Ik richtte en gaf hem een dot insekticide. Normaal gesproken betekent zo’n voltreffer voor praktisch ieder insekt ogenblikkelijk het einde. Maar niet voor deze knaap. Hij vloog weg en bleef door de badkamer rondzoemen.
Dit is een taaie! Ik vertrouwde erop dat het insekticide zijn werk zou doen en dat de vlieg spoedig ter aarde zou storten. Maar hij viel niet. Bij de volgende landing gaf ik hem weer de volle laag. Hij vloog weer op.
Wat is dit voor supervlieg? Nog twee voltreffers maakten ten slotte een eind aan zijn leven.
Ik zette mijn bril op en bekeek het dier zorgvuldig. Hij was groter dan een huisvlieg maar niet zo groot als een paardevlieg. Zijn vleugels waren over de rug gekruist, waardoor hij er gestroomlijnder uitzag dan een gewone vlieg. Bij zijn monddelen stak een lang naaldachtig zuigorgaan uit.
Ik riep naar mijn vrouw: „Dit is geen paardevlieg. Het is een tseetseevlieg.”
De ontmoeting doordrong mij ervan hoe moeilijk het is de vlieg uit te roeien in zijn Afrikaanse woongebied van 11,7 miljoen vierkante kilometer, een gebied dat groter is dan de Verenigde Staten. Waarom wil men het insekt uitroeien? Drie beschuldigingen worden ertegen ingebracht. Nummer een:
Hij voedt zich met bloed
Er zijn 22 verschillende soorten tseetseevliegen, allemaal in het deel van Afrika dat beneden de Sahara ligt. Zowel mannetjes als vrouwtjes van alle soorten voeden zich met bloed van gewervelden, waarbij ze in één enkele beet wel driemaal hun eigen gewicht aan bloed opzuigen.
Ze vergasten zich aan een breed scala van grazende dieren — zowel de dieren die in Afrika inheems zijn als die waarvoor dat niet geldt. Ze bijten ook mensen. De beet is een diepe, bloedzuigende steek, scherp en pijnlijk, die jeuk en pijn tegelijk veroorzaakt. Er ontstaat een bult.
Tseetseevliegen doen hun werk heel kundig. Ze verdoen geen tijd met om uw hoofd zoemen. Ze kunnen als een kogel op iemand aanvliegen en dan op de een of andere manier afremmen en zo zachtjes op het gezicht landen dat ze niet gevoeld worden. Ze kunnen te werk gaan als dieven; soms weet u pas dat ze wat bloed gestolen hebben als ze al weer weg zijn — wanneer u alleen nog maar de schade kunt opnemen.
Gewoonlijk kiezen ze vlees dat niet bedekt is. (Ze schijnen van mijn nek te houden!) Soms besluiten ze echter in een broekspijp of mouw van een overhemd te kruipen voordat ze een bloedvat aftappen. En als het ze uitkomt, kunnen ze door kleding heen steken — dat is geen probleem voor een insekt dat zelfs de taaie huid van een neushoorn weet te doorboren.
Mensen beschuldigen de tseetseevlieg ervan niet alleen slim maar zelfs listig te zijn. Toen ik een keer probeerde er een met insekticide te doden, vloog het insekt de klerenkast in en verborg zich in mijn zwembroek. Twee dagen later trok ik de zwembroek aan en hij stak mij tweemaal! Bij een andere gelegenheid verborg een tseetseevlieg zich in het tasje van mijn vrouw. Zij had dat bij zich bij een bezoek aan een kantoor en toen zij haar hand erin stak, leverde dat haar een beet in haar hand op. Vervolgens vloog het insekt het kantoor rond en creëerde daar totale verwarring omdat iedereen ophield met werken en probeerde het dier neer te meppen.
De eerste beschuldiging tegen de tseetseevlieg luidt dus dat hij een bloedzuiger met een pijnlijke beet is. Beschuldiging nummer twee:
Hij doodt dieren
Sommige soorten tseetseevliegen brengen een ziekte over die wordt veroorzaakt door kleine parasieten die trypanosomen heten. Wanneer de tseetseevlieg het bloed opzuigt van een dier dat de ziekte heeft, neemt hij bloed op waarin de parasieten aanwezig zijn. Deze ontwikkelen en vermenigvuldigen zich in de vlieg. Wanneer de vlieg een ander dier steekt, gaan er parasieten van de vlieg in de bloedstroom van het dier over.
De ziekte is trypanosomiasis. De vorm die bij dieren voorkomt heet nagana. Nagana-parasieten gedijen in het bloed van veel inheemse Afrikaanse dieren, vooral van de antilope, de buffel, het penseelzwijn, de duiker, de rietbok en het wrattenzwijn. De parasieten doden deze dieren niet.
Maar de parasieten richten een slachting aan onder dieren die niet inheems zijn in Afrika — kamelen, honden, ezels, geiten, paarden, muilezels, ossen, varkens en schapen. Volgens het tijdschrift National Geographic kost nagana jaarlijks drie miljoen stuks vee het leven.
Veehoeders, zoals de Masaï van Oost-Afrika, hebben de gebieden met veel tseetseevliegen leren mijden, maar droogte en gebrek aan weidegronden maken dit soms onmogelijk. Tijdens een recente droogte verloren vier families die hun 600 stuks vee bij elkaar hielden, een dier per dag aan de vlieg. Lesalon, een familieoudste onder hen, zei: „Wij Masaï zijn een moedig volk. Wij gaan een leeuw met een speer te lijf en wij trotseren de aanvallende buffel. Wij slaan de zwarte mamba dood met een knuppel en durven een woedende olifant tegemoet te treden. Maar orkimbai [de tseetseevlieg]? Machteloos zijn we.”
Er bestaan medicijnen tegen nagana, maar sommige regeringen laten het gebruik ervan alleen toe onder toezicht van een veearts. Daar is alle reden voor, want te geringe doses zijn niet alleen het dier noodlottig maar kweken ook resistentie bij de parasiet. Het zal een veehoeder in de bush-bush niet gemakkelijk vallen tijdig een veearts te vinden om zijn stervende dieren te behandelen.
De eerste twee beschuldigingen tegen de tseetseevlieg zijn ontwijfelbaar bewezen — hij voedt zich met bloed en verbreidt een ziekte die dodelijk is voor dieren. Maar er is meer. Beschuldiging nummer drie:
Hij doodt mensen
Mensen hebben geen last van de nagana-trypanosomen. Maar de vlieg brengt een ander soort trypanosomen van mens op mens over. Die soort trypanosomiasis wordt slaapziekte genoemd. Denk niet dat iemand met slaapziekte alleen maar veel slaapt. De ziekte is geen zalige slaap. Ze begint met malaise, vermoeidheid en wat koorts. Daarna komen langdurige sufheid, hoge koorts, pijn in de gewrichten, zwellingen en een vergrote lever en milt. In de laatste stadia, wanneer de parasieten in het centrale zenuwstelsel doordringen, lijdt de patiënt aan verwardheid, wordt door beroerten getroffen, raakt in coma en sterft.
In het begin van deze eeuw teisterden uitbarstingen van slaapziekte het Afrikaanse continent. Tussen 1902 en 1905 stierven ongeveer 30.000 mensen bij het Victoriameer aan de ziekte. In de decennia die volgden, verbreidde de ziekte zich tot in Kameroen, Ghana en Nigeria. In veel dorpen raakte een derde van de mensen geïnfecteerd, hetgeen grootschalige evacuatie van mensen uit veel rivierdalen noodzakelijk maakte. Mobiele teams behandelden honderdduizenden mensen. Pas tegen het eind van de jaren ’30 werd de epidemie minder en kwam er een eind aan.
In deze tijd treft de ziekte jaarlijks zo’n 25.000 mensen. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie lopen meer dan 50 miljoen mensen in 36 landen ten zuiden van de Sahara gevaar de ziekte te krijgen. Als slaapziekte niet wordt behandeld, is de afloop fataal, maar er zijn geneesmiddelen tegen. Onlangs is een nieuw middel, DFMO (difluoromethylornithine), ontwikkeld — het eerste nieuwe middel sinds 40 jaar.
Mensen strijden al heel lang tegen de tseetseevlieg en de ziekte die hij verbreidt. In 1907 schreef Winston Churchill over een campagne om de tseetseevlieg uit te roeien: „Onverbiddelijk wordt een fijnmazig net om hem heen geweven.” Terugkijkend is het duidelijk dat er in Churchills „fijnmazig net” grote gaten zaten. Het boek Foundations of Parasitology verklaart: „Tot dusver heeft 80 jaar uitroeiing van de tseetseevlieg weinig effect op de verspreiding van de tseetseevlieg.”
Een woord ter verdediging
De Amerikaanse dichter Ogden Nash schreef: „God maakte in zijn wijsheid de vlieg, en vergat toen ons te vertellen waarom.” Hoewel het waar is dat Jehovah God de Schepper van alles is, is het beslist niet waar dat hij vergeetachtig is. Veel dingen laat hij ons zelf ontdekken. Wat valt er dan van de tseetseevlieg te zeggen? Kan er iets ten gunste van deze schijnbare booswicht aangevoerd worden?
Misschien de sterkste verdediging tot dusver is dat zijn rol in het wegmaaien van vee als bescherming heeft gewerkt voor de inheemse wildparken. Enorme gebieden in Afrika lijken sterk op de graslanden van de westelijke Verenigde Staten — het land op zich kan vee onderhouden. Maar dank zij de tseetseevlieg worden de gedomesticeerde dieren gedood door de trypanosomen die de inheemse grazers niet het leven kosten.
Velen geloven dat als de tseetseevlieg er niet was, de grote natuurreservaten van Afrika al lang door kudden vee ingenomen zouden zijn. „Ik promoot de tseetsee”, zei Willie van Niekerk, een gids in een wildreservaat in Botswana. „Elimineer de tseetsee en het vee rukt op, en kudden vee vernielen Afrika en verarmen het continent totdat het één grote woestenij is.” Hij voegde eraan toe: „De vlieg moet blijven.”
Natuurlijk is niet iedereen het daarmee eens. Het argument legt weinig gewicht in de schaal voor de man die zijn kinderen of vee aan trypanosomiasis ziet lijden. Ook is het niet overtuigend voor degenen die betogen dat Afrika vee nodig heeft om zichzelf te voeden.
Niettemin valt er ongetwijfeld nog veel te leren over de rol die de tseetseevlieg in de natuur speelt. Hoewel de beschuldigingen ertegen sterk lijken, is het misschien nog te vroeg om een oordeel te vellen.
Over vliegen gesproken, er kwam er zojuist een binnengevlogen. Excuseert u mij, dan ga ik eerst even vaststellen of het geen tseetseevlieg is.
[Illustratieverantwoording op blz. 11]
Tseetseevlieg: ©Martin Dohrn, The National Audubon Society Collection/PR