Weet u dat?
(De antwoorden van deze quiz zijn te vinden in de vermelde bijbelcitaten, en de volledige lijst met antwoorden staat op bladzijde 25. Raadpleeg voor aanvullende informatie de publikatie „Inzicht in de Schrift” of „Hulp tot begrip van de bijbel”, beide uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.)
1. Langs welk voorgebergte aan de oostkust van Kreta voer Paulus toen hij op weg was naar Rome om daar terecht te staan? (Handelingen 27:7)
2. Wat maakte dat toen Mozes door Farao’s dochter ontdekt werd, hij haar mededogen opwekte? (Exodus 2:6)
3. Hoevelen zouden volgens Jezus de weg vinden die naar het leven voert? (Mattheüs 7:14)
4. Wat deed Gods werkzame kracht na de schepping van de aarde? (Genesis 1:2)
5. Hoe gebruikte Maria haar haren na Jezus’ voeten ingewreven te hebben met kostbare welriekende olie? (Johannes 12:3)
6. Hoe noemen de Hebreeuwse Geschriften de man met betrekking tot zijn vrouw? (Esther 1:20)
7. Wat is de grootste Hebreeuwse gewichts- en munteenheid? (2 Koningen 23:33)
8. Wat was door Mozes gemaakt om mensen voor sterven te behoeden maar werd niettemin door koning Hizkia vernietigd omdat het in zijn tijd werd aanbeden? (2 Koningen 18:4)
9. Hoe luidde de naam van de vrouw in Filippi die er moeite mee had een kwestie met haar christelijke zuster Syntyche bij te leggen? (Filippenzen 4:2, 3)
10. Wat maakte Mozes op Gods bevel om er de stenen tafelen der Wet in op te bergen? (Deuteronomium 10:1-5)
11. Welke goden werden aanbeden door de Avvieten, die door de koning van Assyrië naar Samaria waren overgebracht nadat hij de Israëlieten in ballingschap had gevoerd? (2 Koningen 17:31)
12. Wat doet iemand die ’een groet richt’ tot een afvallige volgens de Schrift? (2 Johannes 11)
13. Wat werd, hoewel Paulus de getrouwe Korinthiërs een op harten geschreven „brief van Christus” noemde, daar volgens hem niet voor gebruikt? (2 Korinthiërs 3:3)
14. In de buurt van welke stad werd Simson eerst door Gods geest aangedreven en later begraven? (Rechters 13:25; 16:31)
15. Waarmee vergeleek Jezus de leer van de Farizeeën en Sadduceeën omdat ze een verderfelijke uitwerking had? (Mattheüs 16:11, 12)
16. Waarom weende Johannes toen hij de boekrol met de zeven zegels zag? (Openbaring 5:1-4)
17. Wat is de tweede naam waaronder Esau, de tweelingbroer van Jakob, bekendstond? (Genesis 36:1)
18. Waarom tekende David in het bijzijn van koning Achis van Gath kinderlijke kruisjes en liet hij zijn speeksel in zijn baard lopen? (1 Samuël 21:13)
19. Welke positie bekleedde Daniël in de Babylonische regering? (Daniël 2:48)
20. Waarom prees David Jehovah in Psalm 139:14?
21. Hoe noemt men het achterste gedeelte van een boot? (Markus 4:38)
22. Hoeveel maanden hebben Mozes’ ouders hem na zijn geboorte verborgen kunnen houden? (Hebreeën 11:23)
23. Waarvan noemde Jezus Satan de vader? (Johannes 8:44)
24. Wat deed Haman om vast te stellen welke dag gunstig was voor het ombrengen van de joden in het Perzische Rijk? (Esther 3:7)
25. Wat is naast de olijfboom en de wijnstok een van de belangrijkste planten in de bijbel? (Johannes 1:48)
26. Hoe heette de plaats waar Sauls zoon Jonathan erkende dat David de volgende koning van Israël zou zijn? (1 Samuël 23:16-18)
27. Wie was de Perzische heerser die het document van Cyrus liet opzoeken en toestond dat de tempel werd herbouwd? (Ezra 6:1-12)
28. Welk dier is nauw verwant aan maar groter dan het konijn? (Leviticus 11:6)
Antwoorden van de quiz
1. Salmone
2. Hij weende
3. Weinigen
4. ’Zich heen en weer bewegen over de oppervlakte van de wateren’
5. Om zijn voeten droog te wrijven
6. Eigenaar
7. Het talent
8. De koperen slang
9. Euodia
10. De ark van het verbond
11. Nibhaz en Tartak
12. Hij „heeft deel aan zijn goddeloze werken”
13. Inkt
14. Estaol
15. Zuurdeeg
16. „Omdat er niemand waardig werd bevonden de boekrol te openen of erin te kijken”
17. Edom
18. Om de koning ervan te overtuigen dat hij waanzinnig was en zo te kunnen ontkomen
19. Opperprefect
20. ’Omdat hij op een vrees inboezemende wijze wonderbaar was gemaakt’
21. De achtersteven
22. Drie
23. De leugen
24. Hij liet het poer (het lot) werpen
25. De vijgeboom
26. Choresa
27. Darius
28. De haas