Sydney — Een bruisende havenstad
DOOR ONTWAAKT!-CORRESPONDENT IN AUSTRALIË
WAT komt er bij u op wanneer u de woorden „Sydney, Australië” hoort? Denkt u meteen aan het unieke operagebouw aan de rand van het water, met zijn op bollende zeilen van een jacht of op reusachtige schelpen gelijkende dakconstructie? Afhankelijk van uw interesses zou dat het beeld kunnen zijn dat u voor ogen komt.
Sydney — de toegangspoort tot Australië — wordt door velen als een van de aantrekkelijkste steden ter wereld beschouwd. Het is de hoofdstad van New South Wales, de volkrijkste staat van het continent. De nationale hoofdstad is echter Canberra, ongeveer halverwege tussen Sydney en Melbourne gelegen.
Sydneysiders, zoals de inwoners van de stad graag worden genoemd, zijn over het algemeen vriendelijk en gemakkelijk. Sydney, dat in balladen vaak „Sydney Town” wordt genoemd, is beroemd om minstens drie markante punten: (1) een diepe natuurlijke haven, (2) een indrukwekkende boogbrug over de haven en (3) een uniek operagebouw.
Het klimaat is gematigd, met een gemiddelde temperatuur in februari, de warmste maand, van 22 °C, terwijl het in de koudste maand, juli, gemiddeld 12 °C is. De neerslag is in Australië nogal grillig en onvoorspelbaar, maar de gemiddelde neerslag in Sydney bedraagt 1140 millimeter per jaar, die grotendeels in de zomermaanden (december tot maart) valt.
U zult in de komende maanden heel wat meer over Sydney horen omdat deze stad gekozen is als gaststad voor de Olympische Spelen in het jaar 2000.
Van strafkolonie tot welvarende stad
Vergeleken met veel andere wereldberoemde steden is Sydney nog maar heel jong, want zijn geschiedenis gaat slechts iets meer dan 200 jaar terug tot 1770, toen de Britse ontdekkingsreiziger kapitein James Cook zijn historische landing in Botany Bay maakte. (Aan de noordoever van Botany Bay ligt nu Sydneys internationale luchthaven.) Een paar kilometer naar het noorden varend, omzeilde hij een diepe natuurlijke haven die hij Port Jackson noemde. Hij begaf zich dus niet tussen de twee kapen die naar de haven leiden.
Vervolgens arriveerde in 1788 gouverneur Arthur Phillip uit Engeland met de Eerste Vloot die als lading Britse gevangenen had. Hij ging aan land om een nederzetting in Botany Bay te stichten, maar besloot dat die plek niet geschikt was. Hij nam dus drie open boten en voer noordwaarts om te zien of hij een betere plaats kon vinden.
En inderdaad, slechts een paar kilometer verderop ontdekte hij de verrassend diepe en ruime baai die Cook voorbij was gevaren. In een beroemde boodschap aan Lord Sydney, de Engelse minister van Binnenlandse Zaken, bracht Phillip zijn indrukken van Port Jackson over: „Wij . . . hadden het genoegen de mooiste haven ter wereld aan te treffen, waarin duizend linieschepen volkomen veilig voor anker kunnen liggen.” Ter ere van Lord Sydney noemde Phillip de inham Sydney Cove en vestigde er de eerste nederzetting. De naam Sydney is tot op de dag van vandaag gebleven.
Alle mannelijke gevangenen werden aan wal gebracht en begonnen onmiddellijk het land van begroeiing te ontdoen en primitieve onderkomens te bouwen. Behalve de vele gevangenen waren er ook een aantal vrouwen en kinderen aan boord van de vloot, die allen het beste moesten maken van dit gedwongen nieuwe „thuis”, duizenden kilometers van hun geboorteland vandaan. Gedurende de volgende twintig jaar bestond de nederzetting uit noodtenten en tijdelijke woningen — veelal niet meer dan hutten en krotten — want oorspronkelijk was ze alleen bedoeld als strafkolonie. Maar in 1810 arriveerde gouverneur Lachlan Macquarie in Sydney, en tijdens zijn elfjarige ambtsperiode onderging de kolonie een snelle metamorfose.
Een stad begint vorm aan te nemen
Onder leiding van Macquarie ontwierp een met hem uit Engeland meegekomen architect, bijgestaan door een vrijgelaten gevangene die ook architect was, veel gebouwen in en rond Sydney. Dit gaf het strafkamp meteen iets permanents. Arbeiders vormden natuurlijk geen probleem, want gedetineerden waren er genoeg. Bovendien was er volop zandsteen, een ideaal bouwmateriaal.
De auteur Portia Robinson beschrijft in haar boek The Women of Botany Bay de snelle metamorfose van de kolonie: „Bezoekers, vrije kolonisten, ambtenaren, soldaten en de gevangenen zelf die in de latere jaren van het Macquarie-decennium [1810–1821] in New South Wales aankwamen in de verwachting er de losbandigheid, drankzucht en wellust aan te treffen waarvan men in Groot-Brittannië geloofde dat ze kenmerkend voor de kolonie waren, stonden versteld van de ’beschaving’ die zij er aantroffen. In plaats van hutten en krotten zagen zij herenhuizen ’die Hanover Square zouden sieren . . . straten zo lang als Oxford Street’, prachtige kerken en openbare gebouwen, wegen en bruggen, allerlei winkels en bedrijven, nette arbeidershuisjes, mooie rijtuigen voor de rijken . . . ’alles logenstrafte het feit dat het een strafkolonie was’.”
Dus toen gouverneur Macquarie in 1821 vertrok, had Sydney naast huizen die eigendom van de staat waren en openbare gebouwen al 59 gebouwen van zandsteen, 221 van baksteen en 773 houten huizen. Thans getuigt de stad Sydney, met een bevolking van bijna vier miljoen, van de vindingrijkheid van de gevangenen en de vrije kolonisten met hun gezinnen, en van de vooruitziendheid van de vroege gouverneurs van de kolonie.
Sydneys ’imposante en ruime bekken’
Hoewel Sydneysiders Port Jackson in de spreektaal Sydney Harbour noemen, bestaat de eigenlijke haven in wezen uit drie gebieden — Middle Harbour, North Harbour en Sydney Harbour. Vanuit de haven strekken zich tot diep in de voorsteden de rivieren de Parramatta en de Lane Cove uit.
Sydney Harbour is een van de mooiste natuurlijke havens ter wereld, met een waterkant van rotsachtige zandsteen die zich over 240 kilometer uitstrekt. Hemelsbreed is de afstand vanaf de ingang van de haven tot waar ze overgaat in de Parramatta 19 kilometer, en het totale wateroppervlak is 54 vierkante kilometer. De diepte dicht bij de kust is een van de opvallende kenmerken van de haven, en het diepste punt is op ongeveer 47 meter vastgesteld. Het maakt diepe indruk om vanaf de Grote Oceaan tussen twee kapen door — de North Head en de South Head — de haven binnen te lopen. De kapen liggen slechts twee kilometer uit elkaar, en de volledige omvang van de haven wordt pas duidelijk als men er een eindje in is gevaren. Dit verklaart wellicht waarom kapitein Cook deze volgens hem doodgewone baai niet grondiger verkende.
In 1788 zei gouverneur Phillip naar verluidt over Sydney Harbour: ’Qua omvang en veiligheid [is ze] beter dan enige andere die ik ooit heb gezien, en de meeste ervaren zeevaarders die bij mij waren, stemden er volledig mee in dat het een imposant en ruim bekken is met diepten die voldoende zijn voor de grootste vaartuigen en met ruimte om elk mogelijke aantal bijeengebrachte schepen volkomen veilig onder te brengen.’
De Harbour Bridge — Een bouwkundig meesterwerk
Al in 1815 werd de noodzaak van een brug van noord naar zuid over de haven ernstig overwogen, maar de eerste officiële tekening van een brug verscheen pas in 1857. Zoals de brug er thans ligt, loopt hij van Dawes Point aan de zuidzijde van de haven tot Milsons Point aan de noordoever — precies op de plek van het eerste voorstel! Het is een van de langste bruggen met één overspanning ter wereld; de bouw duurde negen jaar en kostte bijna 20 miljoen Australische dollar — een enorm bedrag tijdens de depressie in het begin van de jaren ’30. De brug werd op 19 maart 1932 officieel voor het verkeer opengesteld.
De gigantische middenboog is 503 meter lang, en het hoogste punt bevindt zich 134 meter boven het water. De vrije ruimte onder de brug bedraagt ongeveer 50 meter, zodat de grootste oceaanschepen er veilig onderdoor kunnen. Het rijdek zelf is 49 meter breed en had oorspronkelijk een tweebaansspoorweg, een dubbele trambaan, zes rijbanen voor auto’s en twee voetpaden. In 1959 werden de trams in Sydney door bussen vervangen, dus werden de trambanen in rijbanen voor wegverkeer omgezet. Nu zijn er acht rijbanen voor auto’s, bussen en vrachtwagens. De totale lengte van de brug, inclusief aanbruggen, is 1149 meter.
In de jaren ’80 raakte het wegverkeer op de brug zo verstopt dat men overwoog een tweede oeververbinding in de haven te openen. Het was praktischer om ditmaal onder het water door te gaan. In augustus 1992 werd derhalve een vierbaanstunnel onder de haven geopend.
Een wandeling over de brug biedt panoramische uitzichten op Sydney. Op de beboste hellingen aan de noordkant van de haven ligt Taronga Park, de dierentuin. Aan de overkant van de haven en bijna onder de brug, op Bennelong Point, staat Sydneys in het oog springende operagebouw.
Sydneys juweel aan de haven
Het Opera House, beschreven als het „juweel van Bennelong Point”, is aan drie zijden omgeven door het blauwe water van Sydney Harbour. In helder zonlicht lijkt het beslist op een juweel. ’s Avonds, onder de lichten van het operagebouw, glinsteren de gotische schelpen op hun mooist.
In het voorwoord van het boek A Vision Takes Form wordt een beschrijving gegeven van het visuele effect van het operagebouw: „Het Sydney Opera House is een van die gebouwen geworden die met elke kleine verandering in perspectief of belichting een volslagen nieuw karakter aannemen. . . . Een vroege ochtendnevel of de laatste stralen van een zonsondergang kunnen de schelpen als helmen uit een sage van legendarische reuzen doen glanzen.”
Het ontwerp van het operagebouw werd door de Deense architect Jørn Utzon bedacht en uiteindelijk uit meer dan 200 internationale inzendingen gekozen. Bepaalde aspecten van zijn ontwerp werden echter als onpraktisch beschouwd en vereisten aanzienlijke wijzigingen.
De Londense Architects’ Journal omschreef het als „het toppunt van romantische beeldhouwkunst op grote schaal”. Maar de verwezenlijking van deze romantische droom leverde grote bouwkundige problemen op. Twee van de ingenieurs, Sir Ove Arup en Jack Zunz, zeiden: „[Het] Sydney Opera House is . . . een bouwkundig avontuur. . . . Omdat de omstandigheden waaronder het gebouwd wordt zo ongewoon zijn, en omdat de problemen zo gecompliceerd zijn, heeft het unieke mogelijkheden gecreëerd . . . voor het ontwikkelen van nieuwe technieken. Veel hiervan wordt sindsdien gebruikt bij meer conventionele bouwprojecten, waaronder ook bruggen.”
Oorspronkelijk waren de kosten van het operagebouw op 7 miljoen Australische dollar geraamd, maar bij de voltooiing in 1973 waren de kosten tot een astronomische 102 miljoen dollar geëscaleerd!
Een kijkje in het Opera House
Wanneer wij de hal binnenkomen, zien wij dat het zonlicht door de twee lagen glas in de kegelvormige opening van de schelpen binnendringt. De ramen van het gebouw hebben een oppervlakte van in totaal maar liefst 6225 vierkante meter en bestaan uit speciaal, in Frankrijk vervaardigd glas. Vervolgens gaan wij de concertzaal binnen. Terwijl wij over de 2690 stoelen richting podium kijken, worden wij geïmponeerd door de aanblik van het grootste via mechanische tractuura bediende orgel ter wereld met zijn 10.500 pijpen. Het plafond verheft zich tot een hoogte van 25 meter, waardoor een ruimte van 26.400 kubieke meter ontstaat. Dit „biedt een reverberatietijd van ongeveer twee seconden, waardoor symfonische muziek met een volle, rijke en warme klank gehoord kan worden”, zegt een officiële gids.
De andere drie gehoorzalen, die voor opera, symfonieconcerten, ballet, films, solorecitals, toneel, kamermuziek, tentoonstellingen en congressen werden ontworpen, zijn net zo indrukwekkend. Er zijn in totaal 1000 ruimten in het operagebouw, waaronder restaurants, kleedkamers en andere voorzieningen.
Sla de dierentuin niet over!
Als u van plan bent Sydney te bezoeken, vergeet dan vooral niet een rondvaart of een tochtje met een veerboot door de haven te maken. U zult er geen spijt van hebben. Neem de veerboot naar de Taronga-dierentuin. Niet alle bezoekers die naar Australië komen, hebben de tijd om de Australische bush en zijn dierenleven te gaan bekijken. Een dagje in de dierentuin kan daarom een praktische manier zijn om toch met het „platteland” van Australië kennis te maken. De dierentuin laat het unieke Australische dierenleven zien, van kangoeroes tot koala’s en van vogelbekdieren tot dingo’s. De dierentuin ligt bijna in het hartje van Sydney en u bent er in een paar minuten met de havenveerboot vanaf de vertrekplaats bij het operagebouw. Taronga Park wordt tot de beste dierentuinen ter wereld gerekend. Geniet terwijl u in het havengebied bent van het gratis amusement dat door allerlei straatartiesten wordt geboden — acrobaten, Aborigines die op de didgeridoo (een typisch Aboriginal blaasinstrument) spelen, of een jazzbandje.
Wij zijn ervan overtuigd dat u geweldig zult genieten van uw verblijf in Sydney — een echt bruisende stad gelegen aan een fantastische haven in de blauwe Stille Zuidzee. En wie weet gooien wij voor u nog een garnaaltje op de barbecue!
[Voetnoten]
a De tractuur is een mechaniek dat lucht naar de pijpen voert zodat de organist met een gevoeliger aanslag kan spelen.
[Kaarten op blz. 14]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
Sydney
[Kaart]
Manly Beach
Port Jackson
Sydney Harbour Bridge
SYDNEY
Botany Bay
[Illustratie op blz. 15]
Zakencentrum van Sydney
[Illustratie op blz. 15]
Replica van de „Bounty” in Botany Bay
[Illustratie op blz. 15]
Monorail in de binnenstad van Sydney
[Illustratie op blz. 16, 17]
Het Opera House en de Harbour Bridge
[Verantwoording]
By courtesy of Sydney Opera House Trust (photograph by Tracy Schramm)
[Illustratie op blz. 17]
Concertzaal in het Opera House, met het 10.500 pijpen tellende orgel
[Verantwoording]
By courtesy of Australian Archives, Canberra, A.C.T.
[Illustratie op blz. 18]
Manly Beach, Sydney