Doelbewust ontwerp of toevallig proces?
In 1802 zette de Engelse geestelijke en theoloog William Paley uiteen waarom hij in een Schepper geloofde. Hij zei dat als hij op een braakliggend terrein een steen zou vinden, hij redelijkerwijs zou mogen concluderen dat die daar door natuurprocessen terecht was gekomen. Maar als hij op die plek een horloge vond, zou hij zeker niet tot diezelfde conclusie komen. Waarom niet? Om de eenvoudige reden dat een horloge alle kenmerken van een ontwerp en een doel heeft.
PALEYS ideeën waren van grote invloed op de Engelse natuurwetenschapper Charles Darwin. Maar in tegenstelling tot de logische redenatie van Paley opperde Darwin later dat het duidelijke ontwerp in levende organismen kon worden uitgelegd door een proces dat hij natuurlijke selectie noemde. Darwinistische evolutie werd door velen gezien als het definitieve antwoord op argumenten die pleiten voor ontwerp.
Sinds de tijd van Paley en Darwin is er veel over dit onderwerp geschreven. De argumenten die pleiten voor ontwerp aan de ene kant en natuurlijke selectie aan de andere kant zijn veelvuldig verfijnd, uitgewerkt en bijgesteld. En beide invalshoeken van het onderwerp zijn van grote invloed geweest op wat mensen over het doel — of het ontbreken van een doel — van het universum geloven. Wat u gelooft kan van invloed zijn op hoe u het leven beziet: als zinvol of niet. Hoe komt dat?
De logische consequenties van het darwinisme
Geloof in de theorie van Darwin heeft veel oprechte mensen tot de conclusie gebracht dat hun bestaan geen echt doel heeft. Als de kosmos en alles erin het product zijn van spontane combinaties van elementen na de oerknal, dan kan het leven niet echt een doel hebben. De bioloog en Nobelprijswinnaar Jacques Monod zei ooit: „De mens weet eindelijk dat hij alleen is in de gevoelloze oneindigheid van het heelal vanwaaruit hij bij toeval tevoorschijn is gekomen. Nergens wordt zijn bestemming verklaard, noch zijn plicht.”
Een soortgelijke gedachte wordt geuit door Peter William Atkins, hoogleraar scheikunde aan de Universiteit van Oxford: „Volgens mij heeft dit buitengewone universum een prachtige, ontzagwekkende grootsheid. Het hangt daar in al zijn glorie, volkomen nutteloos.”
Maar zeker niet alle wetenschappers zijn het daarmee eens, en ze hebben daar goede redenen voor.
Is fijnafstemming een bewijs van doelbewust ontwerp?
Veel onderzoekers die de natuurwetten bestuderen, vinden het denkbeeld van een zinloos heelal onaanvaardbaar. Ze zijn bijvoorbeeld onder de indruk van de fundamentele krachten die het universum besturen. De wetten die aan deze krachten ten grondslag liggen, lijken op een dusdanige manier te zijn afgestemd dat ze een universum opleveren dat het leven in stand kan houden. „Als de bestaande wetten ook maar een fractie zouden worden veranderd, zou dat fatale gevolgen hebben”, zegt de eerder genoemde Davies. Als protonen bijvoorbeeld maar enigszins zwaarder in plaats van enigszins lichter zouden zijn dan neutronen, zouden alle protonen tot neutronen zijn vervallen. Zou dat zo erg zijn geweest? Hij legt uit: „Zonder protonen en hun cruciale elektrische lading zouden er geen atomen kunnen bestaan.”
Door elektromagnetische kracht trekken elektronen en protonen elkaar aan, waardoor zich moleculen kunnen vormen. Als die kracht beduidend zwakker zou zijn, zouden elektronen niet in een baan rond de kern van een atoom vastgehouden worden en konden er zich geen moleculen vormen. Als die kracht daarentegen veel sterker zou zijn, zouden elektronen op de kern van een atoom vastzitten. In dat geval zouden chemische reacties en het leven gewoonweg onmogelijk zijn.
Een gering verschil in de elektromagnetische kracht zou van invloed zijn op de zon en de zonne-energie die onze aarde bereikt. Zo’n verschil zou de fotosynthese in planten moeilijk of onmogelijk kunnen maken. De precieze intensiteit van de elektromagnetische kracht bepaalt dus of leven op aarde mogelijk is of niet.a
Het boek Science & Christianity — Four Views illustreert op een interessante manier hoe gevoelig het evenwicht is tussen de krachten en elementen in de kosmos. De auteur vroeg zijn lezers zich voor te stellen dat een onderzoeker een denkbeeldige „controlekamer voor het hele universum” bezoekt. Daar ziet de onderzoeker rijen en rijen met wijzerinstrumenten die op elke waarde kunnen worden ingesteld. Hij komt erachter dat elk daarvan nauwkeurig moet worden afgestemd om leven mogelijk te maken. Eén instrument bepaalt de grootte van de zwaartekracht, één de elektromagnetische aantrekkingskracht, een ander de verhouding tussen de massa van het neutron en het proton, enzovoorts. Terwijl de onderzoeker de talloze instrumenten bekijkt, ziet hij dat ze op verschillende waarden hadden kunnen worden ingesteld. Na nauwgezette berekeningen wordt hem ook duidelijk dat zelfs maar een kleine verandering in een van de instellingen van de instrumenten, de opbouw van de kosmos dusdanig zou veranderen dat het leven erin zou ophouden te bestaan. Toch is elk instrument op precies de juiste waarde ingesteld om het universum functionerend en bewoonbaar te houden. Wat zou de bezoeker daaruit afleiden?
De astronoom George Greenstein zegt: „Als we al het bewijsmateriaal bekijken, dan dringt zich telkens de gedachte op dat er een bovennatuurlijke macht — of beter gezegd Macht — bij betrokken is. Is het mogelijk dat we plotseling en onbedoeld op wetenschappelijke bewijzen voor het bestaan van een Opperwezen zijn gestuit?”
Wat denkt u? Welke uitleg past het beste bij de fijnafstemming die in de kosmos wordt waargenomen? Doelbewust ontwerp of toevallig proces?
’We zijn er gewoon, punt uit’
Atheïsten komen uiteraard met tegenargumenten. Sommigen van hen negeren de duidelijke fijnafstemming in de natuur en zeggen: ’Uiteraard is het zichtbare heelal in staat menselijk leven in stand te houden. Als dat niet zo was, waren we hier niet en konden we ons er niet druk over maken. Er valt dus eigenlijk niets uit te leggen. We zijn er gewoon, punt uit.’ Maar vindt u dat een bevredigende verklaring voor ons bestaan?
Een ander argument is dat op een dag zal worden bewezen dat er slechts één denkbare reeks getallen kan bestaan voor de waarden waarmee de fundamentele natuurwetten worden uitgedrukt. Dat wil zeggen, de hierboven genoemde instrumenten moesten wel de goede instellingen hebben wilde het universum überhaupt bestaan. Sommigen zeggen: ’Het is zo omdat het zo moest zijn!’ Zelfs als die cirkelredenering zou kloppen, zou het nog steeds geen overtuigende verklaring zijn voor ons bestaan. Kort gezegd, is het gewoon toeval dat het heelal bestaat en het leven in stand houdt?
In een poging het ontwerp en de fijnafstemming die zichtbaar zijn in de kosmos uitsluitend aan de hand van natuurprocessen te verklaren, zijn er weer anderen die zich tot de zogenoemde multiversumtheorie wenden. Volgens die hypothese is het universum waarin wij leven misschien maar een van de talloze universums — allemaal met verschillende omstandigheden, maar zonder doel of ontwerp. Volgens die redenatie en de waarschijnlijkheidswetten zou er, als je genoeg universums hebt, uiteindelijk wel één zijn met de juiste omstandigheden om het leven in stand te houden. Maar er zijn feitelijk geen wetenschappelijke bewijzen die de multiversumtheorie ondersteunen. Het is puur speculeren.
De biochemicus en Nobelprijswinnaar Christian de Duve, die deze hypothese naar eigen zeggen niet onderschrijft, zei: „Naar mijn mening zijn het leven en de geest zulke buitengewone manifestaties van materie dat ze betekenisvol blijven, ongeacht hoeveel universums er bestaan of mogelijk zijn die niet in staat zijn iets dergelijks voort te brengen. Aan ons universum talloze andere toevoegen, doet op geen enkele manier afbreuk aan de betekenis van de unieke eigenschappen ervan — voor mij duidelijke aanwijzingen voor de ’Ultieme Realiteit’ die erachter steekt.”
Menselijk bewustzijn
Alleen al het feit dat we theorieën bedenken voor het bestaan van de kosmos is opmerkelijk. In een doelloos universum zou zo’n vermogen niets anders zijn dan het resultaat van een toevallig proces. Lijkt u dat redelijk?
Het menselijk brein is wel beschreven als „het prachtigste en geheimzinnigste object in het hele universum”. Maar alle kennis op het gebied van natuurkunde en scheikunde kan geen afdoende verklaring geven voor het vermogen van de mens om abstract te denken, noch voor onze uitgebreide zoektocht naar het doel van het leven.
De menselijke geest met zijn dorst naar kennis werd óf door een superieure intelligentie tot stand gebracht óf is toevallig ontstaan. Welke van deze twee mogelijkheden lijkt u redelijker?
Nog een verklaring?
De wetenschap heeft ons beslist veel geleerd over het functioneren van het heelal, de wereld en levende organismen. Sommige mensen vinden dat hoe meer we via de wetenschap te weten komen, „hoe onwaarschijnlijker ons bestaan lijkt”. Ons bestaan zou inderdaad onwaarschijnlijk zijn als het slechts een product van evolutie zou zijn. Maar om met de woorden van de wetenschapspublicist John Horgan te spreken „lijkt de werkelijkheid ontzettend ontworpen en, in bepaalde opzichten, te goed om zomaar door toeval te zijn ontstaan”. De natuurkundige Freeman Dyson zegt in dezelfde trant: „Hoe meer ik het universum onderzoek en de details van de opbouw ervan bestudeer, des te meer aanwijzingen vind ik dat het universum in zekere zin geweten moet hebben dat wij zouden komen.”
Zou het met het oog op de bewijzen — de complexiteit in de natuur, de fijnafstemming, het duidelijke ontwerp en het menselijk bewustzijn — niet logisch zijn om op zijn minst de mogelijkheid van het bestaan van een Schepper te overwegen? Een zeer goede reden daarvoor is dat een Schepper ons zou kunnen vertellen hoe het leven is ontstaan en of het een doel heeft — vragen die de wetenschap niet kan beantwoorden.
Die vragen komen aan de orde in geschriften die de Bijbel of de Heilige Schrift worden genoemd en die geschreven zijn door mensen die beweerden door de Schepper te zijn geïnspireerd. Waarom zou u niet eens onderzoeken wat de Bijbel over deze onderwerpen te zeggen heeft?
[Voetnoot]
a Zie voor meer informatie over dit onderwerp blz. 10-26 van het boek Is er een Schepper die om u geeft?, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.
[Inzet op blz. 8]
Is het menselijk brein het resultaat van een toevallig proces?
[Kader/Illustratie op blz. 6]
De wetenschap — Waardoor mogelijk?
Wetenschappelijk onderzoek is mogelijk doordat de stoffelijke wereld ordelijk is en doordat energie en materie zich bij gegeven omstandigheden op een voorspelbare, onveranderlijke manier gedragen. Die orde kan worden uitgedrukt in de fundamentele wetten van wiskunde, natuurkunde, scheikunde, enzovoorts. Zonder die orde zouden wetenschappelijk werk, technologie en het leven zelf gewoonweg niet mogelijk zijn.
Dus nu rijzen de volgende vragen: Wat is de oorsprong van natuurwetten? En waarom functioneren ze? Veel mensen geloven dat het redelijkste antwoord is dat er een Ultieme Intelligentie bestaat. Wat denkt u?
[Kader/Illustraties op blz. 7]
Uit het niets ontstaan?
De DNA-moleculen in elke levende cel bevatten uitgebreide, gedetailleerde instructies die nodig zijn voor de juiste ontwikkeling van organismen. Hoewel DNA veel complexer is, zou het vergeleken kunnen worden met de digitale informatie die op een dvd is opgeslagen. Wanneer die wordt afgespeeld, maken de gecodeerde data op de dvd het mogelijk een film te bekijken of naar muziek te luisteren. Zo bevatten DNA-moleculen (die de vorm hebben van gedraaide touwladders) op een vergelijkbare manier gecodeerde informatie die de grondslag vormt voor al het leven en die maakt dat levende dingen van elkaar verschillen: bananen van bonen, zebra’s van mieren, en mensen van walvissen.
Er zal echt niemand zijn die beweert dat de digitale informatie op een dvd het resultaat van spontane gebeurtenissen is. Is het redelijk om te beweren dat de bijzonder ingewikkelde informatie in DNA uit het niets is ontstaan?
[Illustratieverantwoording op blz. 6]
Sombrero Galaxy: NASA and The Hubble Heritage Team (STScI/AURA)